Bijna is het zover, de partners van de pas bevallen moeders kunnen vanaf 1 juli 2020 aanspraak maken op extra verlof van maximaal vijf weken in verband met de geboorte van een kind. Met de invoering van de Wet invoering extra geboorteverlof (WIEG), hoe kun je het bedenken, is de positie van de partners van pas bevallen moeders aanzienlijk verbeterd.
Geboorteverlof
In 2019 is het recht van de medewerker van twee dagen verlof in verband met de bevalling van hun partner al uitgebreid naar vijf dagen. Dit verlof wordt nu in de Wet arbeid en zorg (Wazo) aangeduid als geboorteverlof. Vijf dagen betekent dat de partner recht heeft op het aantal uren verlof dat hij/zij per week werkt. Is de arbeidsomvang bijvoorbeeld 28 uur per week, dan heeft de partner de mogelijkheid om binnen vier weken, gerekend vanaf de dag van de bevalling, dit verlof van 28 uur op te nemen. De werkgever betaalt gedurende het geboorteverlof het salaris volledig door. In artikel 4.2 van de Wazo is aangegeven wie als partner wordt aangemerkt om voor geboorteverlof in aanmerking te komen.
Aanvullend geboorteverlof
Vanaf 1 juli 2020 wordt met artikel 4.2a en verder het aanvullend geboorteverlof ingevoerd. Dit aanvullend geboorteverlof is bedoeld, zoals de wetgever stelt, om het recht op verlof van de partner van de moeder bij de geboorte van een kind uit te breiden teneinde de ontwikkeling van de band tussen hen te bevorderen en tevens de positie van vrouwen op de arbeidsmarkt te versterken.
Men kan voor het aanvullend geboorteverlof in aanmerking komen als men bij een werkgever in dienst is en het kind op of na 1 juli 2020 is geboren. Het aanvullend geboorteverlof bedraagt minimaal één en maximaal vijf maal het aantal werkuren per week en moet binnen zes maanden na de geboorte van het kind worden opgenomen. De medewerker kan eerst aan het aanvullend geboorteverlof beginnen als het geboorteverlof is opgenomen. Hoe het verlof wordt opgenomen is onderwerp van overleg tussen de medewerker en zijn of haar werkgever.
Loon tijdens aanvullend geboorteverlof
In tegenstelling tot bij het geboorteverlof is de werkgever niet verplicht het salaris door te betalen wanneer het aanvullend geboorteverlof wordt opgenomen. Wanneer de medewerker gebruik wil maken van zijn recht op aanvullend geboorteverlof dan dient de medewerker dit met tussenkomst van de werkgever aan te vragen bij het UWV. Het UWV verstrekt namelijk aan de werkgever een uitkering van 70% van het dagloon van de medewerker. De werkgever behoeft ook niet meer te betalen dan de ontvangen uitkering van het UWV. Mocht de medewerker met deze 70% onder het sociaal minimum komen dan kan bij het UWV een toeslag worden aangevraagd die de werkgever dan weer zal uitbetalen.
Aanvragen van aanvullend geboorteverlof
Het aanvullend geboorteverlof moet vier weken voorafgaand aan het moment dat de medewerker het verlof wil laten ingaan, worden aangevraagd bij de werkgever. Het verlof kan bij de werkgever al voor de bevalling worden aangevraagd. Omdat het op dat moment onzeker is wanneer de geboorte zal plaatsvinden kunnen daarover afspraken gemaakt worden tussen de medeweker en zijn of haar werkgever. De werkgever kan tot twee weken voorafgaand aan het opnemen van het (aanvullend) geboorteverlof op grond van zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang het verlof wijzigen.
De aanvraag bij het UWV kan vanaf vier weken voor de eerste dag waarop het verlof wordt opgenomen tot vier weken na de laatste dag waarop het verlof is opgenomen door de werkgever bij het UWV worden ingediend. Het UWV stelt hiervoor een aanvraagformulier ter beschikking. Bij honorering van de aanvraag wordt de uitkering aan de werkgever overgemaakt.
Aanvulling cao
Het is mogelijk dat in de cao een bepaling is opgenomen dat de werkgever gedurende het opnemen van het aanvullend geboorteverlof een hoger percentage van het loon aan de medewerker moet uitbetalen. In de cao’s voor gemeenten, provincies en waterschappen zijn nog niet dergelijke bepalingen opgenomen. Belangrijk hierbij is te vermelden dat de bijdrage van het UWV is gemaximeerd op 70% van het wettelijk maximum dagloon. Dit betekent dat medewerkers wiens inkomen hoger is dan het wettelijk maximum dagloon uiteindelijk hun inkomen tijdelijk zien terugvallen onder de 70% van het normale loon. De werkgever is niet verplicht aan te vullen tot 70% van het (niet-gemaximeerde) dagloon.
Tot slot
Binnen de Europese Unie wordt nagedacht over een nog verdere uitbreiding van het partnerverlof, waarbij de verdeling van het verlof tussen de partners van het pasgeboren kind onderwerp van regelgeving kan worden. Dit vanuit de gedachte voor een betere verdeling tussen de partners van de zorg voor het kind.
We staan u graag bij als het gaat om beleidsvorming en uitvoering op dit terrein.
Contact over dit onderwerp
Jos de Roover
Gerelateerd
Uitschrijving uit het doelgroepregister = einde arbeidsovereenkomst?
Artikel
lees meerOnderhandelingen voor de nieuwe CAO Gemeenten/SGO gaan weer van start!
Artikel
lees meer15-20 klachten van AOIS over hoofdopleider, maar ontbinding tóch afgewezen
Artikel
lees meerJurisprudentie selectie Zorg – november 2024
Artikel
lees meerDaar zakt me de broek van af… een uitspraak over wangedrag in de zorg
Artikel
lees meerArbeidsongeschikte werknemer onbereikbaar. Wat nu?
Artikel
lees meer