Ernstig verwijtbaar handelen en het recht op een transitievergoeding

Ernstig verwijtbaar handelen en het recht op een transitievergoeding

Ernstig verwijtbaar handelen en het recht op een transitievergoeding 150 150 Capra Advocaten

In 2020 besteden we in onze nieuwsbrief in het bijzonder aandacht aan het onderwerp integriteit. Paula Berends-Schellens schreef in dat verband in onze nieuwsbrief van 7 februari 2020 al een artikel over het morele kompas van onderwijsgevenden. Dit deed zij aan de hand van een aantal recente voorbeelden.

Uitspraak Hoge Raad

Aan dit morele kompas moest ik denken toen ik de recente uitspraak van de Hoge Raad van 17 juli 2020 las over een senior docent bewegingsleer aan de Toneelacademie van de Hogeschool. De arbeidsovereenkomst van deze docent werd door de kantonrechter ontbonden op de zogenoemde e-grond (verwijtbaar handelen) vanwege ongepast en grensoverschrijdend gedrag. Deze docent had in 2017 tijdens één van zijn lessen een hand op de billen van een studente gelegd of haar een tik op haar billen gegeven en daarbij gezegd dat hij dat al langer had willen doen. Verder had deze docent in datzelfde jaar tijdens een massageles een studente bij wijze van voorbeeld ten overstaan van de hele klas tot twee keer toe over haar gehele lichaam gemasseerd en haar daarin geen keuze gelaten. Dit, terwijl hij in 2006 en 2010 door de Hogeschool schriftelijk was gewaarschuwd zijn bewegingslessen aan te passen en ieder fysiek contact tussen hem en zijn studenten te verbieden.

De kantonrechter achtte de handelwijze van deze docent niet alleen verwijtbaar, maar ook ernstig verwijtbaar en heeft hem geen transitievergoeding toegekend. Onder meer hiervan is de docent in hoger beroep gekomen bij het hof en met succes. Het hof liet de ontbinding in stand, maar heeft de docent wèl in aanmerking gebracht voor een transitievergoeding, omdat het hof de gedragingen wel verwijtbaar vond, maar niet ernstig verwijtbaar. Van dit oordeel is de Hogeschool vervolgens in cassatie gegaan.

Oordeel

Hoewel de Hoge Raad de vraag naar het ernstig verwijtbaar handelen in de regel overlaat aan de feitenrechter heeft hij de uitspraak van het hof (in mijn ogen volkomen terecht) gecasseerd. De overwegingen van het hof op grond waarvan het heeft geoordeeld dat er geen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen, zijn naar het oordeel van de Hoge Raad ‘onvoldoende begrijpelijk’. En verder:

Uit de overwegingen van het hof blijkt bovendien niet in welk opzicht onduidelijkheid over de in acht te nemen grenzen die volgens het hof binnen de Hogeschool bestaat, relevant is voor de ernst van het verwijt dat aan de docent kan worden gemaakt, gegeven de specifiek tot hem gerichte waarschuwingen van de Hogeschool. Evenmin blijkt uit de overwegingen van het hof waarom het niet monitoren van de docent door de Hogeschool afbreuk doet aan de ernst van het verwijt dat de docent van deze gedragingen kan worden gemaakt.

En die overweging doet mij denken aan het eerdergenoemde morele kompas. De docent was tot twee keer toe gewaarschuwd en hem was verboden fysiek contact te hebben met zijn studenten. Waar was zijn morele kompas toen hij meende de verweten gedragingen te moeten maken? En hoe was het op deze Hogeschool gesteld met de professionele standaard als er maar bij herhaling discussie kan ontstaan over gedrag dat door studentes als ‘verwarrend’ en ‘onveilig’ wordt ervaren? Met als klap op de vuurpijl een juridische procedure die nu al ruim twee jaar duurt en nog niet definitief is beslecht. De Hoge Raad heeft de zaak namelijk verwezen naar een ander hof. Aan dit hof de schone taak om als feitenrechter vast te stellen of de betreffende docent zich ernstig verwijtbaar heeft gedragen en een transitievergoeding toekomt. De Hogeschool heeft mijns inziens ook nog wel wat werk te verzetten, waar deze, de uitspraak lezende, gelukkig sinds de gedragingen van de docent uit 2017 ook direct een begin mee heeft gemaakt. Maar laat deze uitspraak opnieuw een goed voorbeeld zijn van hoe belangrijk het is om met elkaar in gesprek te blijven over integriteit en dillema’s.

De gehele uitspraak leest u hier.

De auteur is niet meer werkzaam bij Capra Advocaten. Voor vragen kunt u contact opnemen met één van onze advocaten.

Contact over dit onderwerp

Teaser Medezeggenschap

Onze mensen

Heeft u vragen en/of opmerkingen neem dan contact op met een van onze specialisten!

Gerelateerd

Opleidingsverplichtingen en studiekostenbedingen 150 150 Capra Advocaten

Opleidingsverplichtingen en studiekostenbedingen

Artikel

lees meer
Advieskosten van een MR: wie betaalt de rekening? 150 150 Capra Advocaten

Advieskosten van een MR: wie betaalt de rekening?

Artikel

lees meer
Lunchwebinar: de Cao Rijk 2024-2025 in hapklare brokken aangeRIJKt 150 150 Capra Advocaten

Lunchwebinar: de Cao Rijk 2024-2025 in hapklare brokken aangeRIJKt

Lunchwebinar 22 april 2024

lees meer
Kennisbijeenkomst Capra Advocaten Den Bosch – 16 mei 2024 150 150 Capra Advocaten

Kennisbijeenkomst Capra Advocaten Den Bosch – 16 mei 2024

Kennisbijeenkomst 28 maart 2024

lees meer

Blijf op de hoogte

Blijf op de hoogte over ontwikkelingen, interessante jurisprudentie en wetswijzigingen op het gebied van arbeidsverhoudingen binnen de sectoren overheid, onderwijs en zorg. Selecteer welke nieuwsbrieven u wilt ontvangen en wij houden u op de hoogte.

Vestiging Den Haag
Laan Copes van Cattenburch 56
2585 GC Den Haag
Telefoon 070-364 81 02
Fax 070-361 78 47
denhaag@capra.nl

Vestiging ‘s-Hertogenbosch
Bastion Vught 1
5211 CZ ‘s-Hertogenbosch
Telefoon 073-613 13 45
Fax 073-614 82 16
s-hertogenbosch@capra.nl

Vestiging Zwolle
Terborchstraat 12
8011 GG Zwolle
Telefoon 038-423 54 14
Fax 038-423 47 84
zwolle@capra.nl

Vestiging Maastricht
Spoorweglaan 7
6221 BS Maastricht
Telefoon 043-7 600 600
Fax 043-7 600 609
maastricht@capra.nl