In deze selectie van arbeidsrechtelijke jurisprudentie voor het onderwijs bespreken we weer diverse rechterlijke uitspraken.
1. Geen vuistregel in geval van grensoverschrijdend gedrag in een docent-leerlingsverhouding
Hoge Raad 24 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:950
De Hoge Raad heeft bij beschikking van 24 juni 2022 (opnieuw) geoordeeld over de kwalificatie van de gedragingen (een tik op de billen en een full body massage) van een docent bewegingsleer aan de Zuyd Hogeschool. In cassatie staat de vraag centraal of in geval van grensoverschrijdend gedrag in een afhankelijkheidssituatie, zoals die van een docent jegens een leerling, niet als vuistregel dient te gelden dat sprake is van ernstige verwijtbaarheid (en geen toekenning van de transitievergoeding), tenzij sprake is van uitzonderlijke omstandigheden. De Hoge Raad verwerpt deze klacht. Een vuistregel zou onvoldoende recht doen aan de verantwoordelijkheid van een werkgever om grensoverschrijdend gedrag in zijn organisatie zo veel mogelijk te voorkomen en bij signalen van grensoverschrijdend gedrag daartegen op te treden.
2. Uitsluiting opvolgend werkgeverschap in Cao Nu niet in strijd met de wet
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 20 juni 2022, ECLI:NL:GHARL:2022:5128
Anders dan de kantonrechter (uitspraak van 18 oktober 2021) oordeelt het Hof Arnhem-Leeuwarden bij beschikking van 20 juni 2022 dat de uitsluiting van opvolgend werkgeverschap van de ketenregeling in de Cao Nederlandse Universiteiten niet in strijd is met het Unierecht of de wet. Het Hof overweegt dat de wetgever het primaat bij de sociale partners heeft gelegd.
3. Arbeidsovereenkomst door werkgever buitengerechtelijk vernietigd op grond van dwaling
Rechtbank Den Haag 12 mei 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:4697
Volgens de uitspraak van de rechtbank van 12 mei 2022 had de werkneemster bij aanvang van het dienstverband werkgever moeten informeren over haar gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid. Door werkgever hierover niet volledig in te lichten, heeft bij werkgever een juiste voorstelling van zaken ontbroken bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst (dwaling). Werkgever heeft de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig vernietigd.
4. Compensatie transitievergoeding voor diepslapers
Centrale Raad van Beroep 1 juni 2022, ECLI:NL:CRVB:2022:1180
In geschil is of het UWV de hoogte van de compensatievergoeding terecht op € 0,- heeft vastgesteld in de situatie waarin een dienstverband ná 1 juli 2015 is geëindigd, maar waarbij de tweejaarstermijn van ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid wegens ziekte is verstreken vóór de inwerkingtreding per 1 juli 2015 van de Wwz. De Centrale Raad van Beroep onderschrijft in zijn uitspraak van 1 juni 2022 de uitleg van het UWV niet. Volgens de Raad heeft de werkgever in deze situatie recht op compensatie van de transitievergoeding die ziet op de periode tot de dag dat de termijn van twee jaar die geldt voor het opzegverbod wegens ziekte, is verstreken.
5. Aantekeningen in p-dossier onzorgvuldig tot stand gekomen
Rechtbank Gelderland 10 april 2022, ECLI:NL:RBGEL:2022:6390
De kantonrechter stelt in zijn uitspraak (gepubliceerd op 21 april 2022) voorop dat de werkgever bevoegd is een personeelsdossier aan te leggen, bij te houden en daarin te vermelden wat hij van belang acht. Een werknemer kan zich verzetten tegen het invoeren van bepaalde informatie indien dat in strijd is met de verplichtingen van goed werkgeverschap. In deze kwestie oordeelt de kantonrechter dat de schriftelijke waarschuwing aan de werknemer voor het (onder andere) verheffen van zijn stem, later omgezet in een aantekening in het dossier, niet voldoende zorgvuldig tot stand is gekomen, niet berust op voldoende feitelijke onderbouwing en daarmee is genomen in strijd met de redelijke eisen van goed werkgeverschap.
6. Stageovereenkomst kwalificeert niet als arbeidsovereenkomst
Rechtbank Rotterdam 17 juni 2022, ECLI:NL:RBROT:2022:4934
In zijn uitspraak van 17 juni 2022 sluit de kantonrechter zich aan bij vaste jurisprudentie. Daaruit volgt dat een stageovereenkomst niet kwalificeert als arbeidsovereenkomst als de werkzaamheden van de stagiair naar de bedoeling van partijen, primair zijn gericht op het uitbreiden van de kennis en ervaring van de stagiair, mede met het oog op de voltooiing van de opleiding. Als het primaire doel van de werkzaamheden verschuift naar een actieve bijdrage aan de verwezenlijking van het doel van de onderneming kan pas sprake zijn van een arbeidsovereenkomst. De kantonrechter oordeelt dat uit de bedoeling van partijen én uit de feitelijke invulling van de werkzaamheden volgt dat deze hoofdzakelijk waren gericht op het opdoen van kennis en ervaring.
Blijf op de hoogte
Wilt u op de hoogte blijven van de laatste jurisprudentie voor het onderwijs? Meldt u zich dan aan voor onze nieuwsbrief met rechterlijke uitspraken.
Contact over dit onderwerp
Gerelateerd
Jurisprudentie selectie Onderwijs – september 2024
Artikel
lees meerJurisprudentie selectie Onderwijs – mei 2024
Artikel
lees meerJurisprudentie selectie Onderwijs – april 2024
Artikel
lees meerJurisprudentie selectie Onderwijs – december 2023
Artikel
lees meerJurisprudentie selectie Onderwijs – augustus 2023
Artikel
lees meerJurisprudentie selectie Onderwijs – augustus 2023
Artikel
lees meer