Jurisprudentie selectie Zorg – april 2025

In dit overzicht van jurisprudentie voor de zorgsector over de afgelopen periode bespreken we weer diverse rechterlijke uitspraken relevant voor de rechtspositie van zorgprofessionals en zorgwerkgevers.

1. Verzorgende onbereikbaar na ziekmelding

Werkneemster is in dienst bij een zorginstelling als verzorgende plus. Zij maakt veel minuren. Daarom is afgesproken dat zij intramuraal in een vast team zou gaan werken. Maar zij kwam regelmatig niet opdagen en was onbereikbaar. De loonbetaling werd daarom stopgezet. De werkneemster stuurt een app en mail, waarin ze aangeeft ontslag te willen nemen. In overleg met de werkneemster wordt zij vervolgens ziekgemeld. De loonstop wordt opgeheven. Vervolgens blijft de werkneemster onbereikbaar. De loonbetaling wordt weer opgeschort. Bij een huisbezoek blijkt de werkneemster thuis te zijn. Zij gaf aan griep te hebben. Maar zij blijft verder onbereikbaar en reageert niet. Op verzoek van de zorginstelling ontbindt de rechter de arbeidsovereenkomst vanwege ernstig verwijtbaar handelen en nalaten. De zorginstelling hoeft geen transitievergoeding te betalen.

Rechtbank Limburg 23 januari 2025 (ECLI:NL:RBLIM:2025:1061)

2. Terecht beroep op ontbindende voorwaarde arbeidsovereenkomst verpleegkundige

Betreft een werkneemster die begonnen is met een mbo-opleiding verpleegkunde. In het kader van het praktijkgedeelte van de opleiding is zij met een ziekenhuis een leer-/arbeidsovereenkomst aangegaan. Werkneemster wordt medegedeeld dat de opleiding wordt beëindigd, omdat zij een tweede herkansing voor een module niet met een voldoende heeft behaald. Dit geldt ook voor een eerdere module. Werkneemster is het niet eens met deze opzegging en legt dit voor aan de rechter. Volgens de rechter is komen vast te staan dat de opleiding is geëindigd, omdat de werkneemster meer dan vier weken achterelkaar zonder geldige reden afwezig was geweest. Daarmee is ook de leer-/arbeidsovereenkomst geëindigd. Volgens de rechter is bepalend dat de opleiding is gestaakt. Dit was een ontbindende voorwaarde voor de arbeidsovereenkomst. De werkgever kon daar terecht beroep op doen, nu de werkgever geen invloed had op de vervulling daarvan.

Rechtbank Rotterdam 18 februari 2025 (ECLI:NL:RBROT:2025:2120) 

3. Inroepen van de ontbindende voorwaarden is nietig

Een zorgorganisatie is een leer-arbeidsovereenkomst aangegaan met een leerling verpleegkundige. Op een gegeven moment wordt aan de werkneemster medegedeeld dat ze meer gericht moest zijn op het leerproces. Even later is besproken dat er geen verbetering werd gezien. Enkele maanden later is besloten om de opleiding van de werkneemster te stoppen. Er is nog contact geweest over een flexcontract voor de functie van helpende plus, maar uiteindelijk is geen contract aangeboden. Werkgever beroept zich op de ontbindende voorwaarde, namelijk dat de werkneemster niet langer in staat is binnen de gestelde termijn het diploma te behalen. Maar volgens de rechter is het inroepen van de voorwaarde nietig, omdat de werkgever invloed had op (het vervullen van) deze voorwaarde. Aan de werkneemster wordt daarom een billijke vergoeding toegekend.

Rechtbank Zeeland West-Brabant 26 maart 2025 (ECLI:NL:RBZWB:2025:1843) 

4. Medisch assistent mag terug naar KNO-poli

Werkneemster is vanaf 1994 als medisch assistent in dienst bij een zorginstelling. Volgens de werkgever is er sprake van een onhoudbare en onwerkbare situatie op de afdeling waar werkneemster werkte, de KNO Poli. De werkgever legt haar twee opties voor: (1) het volgen van een verbetertraject op een andere afdeling of (2) vrijwillige beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Werkneemster kan zich hier niet in vinden en maakt aanspraak op wedertewerkstelling in haar werk op de KNO Poli. Volgens de werkgever kan dit niet, omdat zij een dominante rol heeft in pestgedrag richting collega’s. Maar de rechter vindt dat dit onvoldoende aannemelijk is gemaakt. Er heerst immers een teambreed onveilig gevoel op de KNO Poli. Er kan ook aanleiding zijn om met werkneemster een verbetertraject te doorlopen, maar haar gedrag is niet zodanig dat door haar aanwezigheid een onwerkbare en onhoudbare situatie is ontstaan. Werkneemster mag daarom terug naar de KNO Poli.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 27 februari 2025 (ECLI:NL:RBZWB:2025:1141)

5. Zorgfraude door verzorgende is niet komen vast te staan

Werkneemster is verzorgende bij een thuiszorgorganisatie. Zij wordt op staande voet ontslagen, onder meer vanwege het opstellen van valse facturen en het indienen daarvan bij de zorgverzekeraar. De werkneemster is het daar niet mee eens. Zij ontkent de betrokkenheid bij de fraude. De werkgever heeft zich onder meer gebaseerd op informatie van de ex-partner van de werkneemster. Maar volgens de rechter komen aan deze verklaringen, gegeven de vechtscheiding waarin hij en de werkneemster verkeerden, onvoldoende gewicht toe. Daarmee is de reden voor het ontslag niet komen vast te staan. De werkgever verweet de werkneemster ook nog dat zij geld had geleend van een zorgbehoevende. Volgens de rechter is dit wel verwijtbaar, maar niet ernstig verwijtbaar. Aan de werkneemster wordt een billijke vergoeding van € 2.000, – bruto toegekend.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 31 maart 2025 (ECLI:NL:GHARL:2025:1857)

Praktijkgroep Zorg

Blijf op de hoogte

Wilt u op de hoogte blijven van de laatste jurisprudentie voor de zorgsector? Meldt u zich dan aan voor onze maandelijkse nieuwsbrief met rechterlijke uitspraken.