Komt er één cao voor het funderend onderwijs?

Komt er één cao voor het funderend onderwijs?

Komt er één cao voor het funderend onderwijs? 150 150 Capra Advocaten

Het terrein van de onderwijscao’s is flink in beweging. Al vele jaren zijn we gewend aan aparte cao’s voor het PO en voor het VO en de overlegpartijen daarbij zijn de bekende organisaties. Er zijn inmiddels allerlei ontwikkelingen, die de vraag oproepen of dat zo blijft. Gaat er één cao komen voor het funderend onderwijs en zo ja, wat gaat dat dan betekenen? Ik zet eerst een aantal relevante ontwikkelingen op een rij.

Actuele ontwikkelingen

  • Voor de bestuurders in het PO en het VO is er in 2022 al één cao tot stand gekomen voor het funderend onderwijs. Vooruitlopend daarop zijn de Bestuurdersvereniging PO (BvP0) en de Onderwijsbestuurdersvereniging (OBV) opgegaan in een nieuwe Vereniging voor Onderwijsbestuurders (Vv0B).
  • In het coalitieakkoord 2021-2025 van het huidige kabinet is o.a. opgenomen dat de loonkloof gedicht zou worden en dat gestreefd wordt naar één cao voor leraren en bestuurders in het funderend onderwijs.
  • In het Onderwijsakkoord van 22 april 2022 werd door de betrokken partijen afgesproken een verkenning te doen naar één cao en die verkenning is inmiddels gedaan.
  • In een 22 pagina’s tellend rapport d.d. 21 december 2022 is verslag gedaan van de verkenning door allerlei ‘onderwijspartijen’ over de mogelijkheden om tot één cao te komen.
  • In de tweede kamer is recent, op 11 april 2023, met 90 stemmen voor een motie aangenomen van het scheidende D’66 kamerlid P van Meenen, waarin de regering wordt verzocht : “met voorstellen te komen voor één cao voor het funderend onderwijs, die voortaan in rechtstreekse onderhandelingen tussen de Minister en de vakbonden tot stand komt”.

In welke richting wijzen de ontwikkelingen?

Wie deze punten overziet, kan al snel tot de conclusie komen dat die ene cao voor het funderend onderwijs er wel gaat komen. Het kabinet wil het, een ruime meerderheid van de kamer wil het en het onderwijsveld zelf is er ook mee bezig. Dat is echter een te snelle conclusie.

Wie het rapport van de onderwijspartijen van 21 december 2022 goed bestudeert, ontdekt dat er allerlei belangen in het spel zijn en dat de sociale partners in het onderwijs het beslist nog niet eens zijn over de precieze koers. Waar alle partijen het inmiddels wel over eens zijn is dat ongelijke loonontwikkeling moet worden voorkomen en dat de ‘loonkloof’ blijvend moet worden gedicht. Een cao gaat echter over veel maar dan alleen loon. Het gaat ook over andere arbeidsvoorwaarden en het gaat ook over de vraag wie daarover iets te zeggen hebben. Wie gaat die ene cao dan sluiten namens de werkgevers in het onderwijs en wie gaat daarover het overleg voeren? Daarover is het laatste woord nog niet gezegd en daarover bestaan ook forse verschillen van mening.

Dat het nog niet eenvoudig zal zijn om te komen tot één cao voor het funderend onderwijs blijkt wel uit het feit dat in het rapport van 21 december 2022 allerlei ‘modaliteiten’ en submodaliteiten worden beschreven, zonder dat daarbij duidelijke keuzes gemaakt worden. Als modaliteit wordt bijvoorbeeld genoemd om alleen één ‘loon-cao’ te maken, met aparte cao’s voor po en vo voor overige arbeidsvoorwaarden. Ook het volledig voorzetten van het huidige model wordt als een optie genoemd. Uit de aanbevelingen blijkt dat sociale partners alleen durven te noemen dat zij ‘voor de (middel)lange termijn’ mogelijkheden zien om afspraken te maken over een modaliteit waarbij afspraken worden gemaakt in de vorm van een convenant maar waarbij er wel aparte cao’s blijven. Sociale partners constateren dat één cao funderend onderwijs kan bijdragen aan, maar niet noodzakelijk is voor het dichthouden van de loonkloof. Die conclusie is veelzeggend.

Wie het overlegveld van de partijen in het onderwijs overziet, komt al snel tot de dat die ene cao voor het funderend onderwijs er voorlopig niet lijkt te gaan komen.

Reacties op 11 april 2023 aangenomen motie

De vraag is of de op 11 april 2023, met ruime meerderheid, aangenomen motie in de Tweede Kamer de komst van één cao in een stroomversnelling zal brengen.

De vakbonden
Ik denk dat de vakbonden de aangenomen motie wel toe zullen juichen. De inhoud van de motie zit namelijk dicht in de buurt van de verklaring die de gezamenlijke vakbonden in september 2022 al afgaven over hun inzet, waarbij zij de volgende hoofdlijnen noemden:
– Er wordt rechtstreeks met de minister onderhandeld over de primaire arbeidsvoorwaarden in het funderend onderwijs
– Salarissen uit de lumpsum
– De bestuurders in het funderend onderwijs vallen onder de onderwijs-cao

De werkgeversorganisatie
De werkgeversorganisaties zijn echter duidelijk niet blij met de aangenomen motie.
De VO-raad schrijft op de site: “Eén CAO voor funderend onderwijs is slecht idee”
De PO Raad schrijft: “Minister laten onderhandelen over cao ondoordacht plan”

Het kabinet
Wat het kabinet precies gaat doen, gelet op de doelstellingen in het cao akkoord, is nog wat afwachten. Duidelijk is wel dat het kabinet alle onderwijspartijen nodig heeft om tot afspraken te komen over één cao of een variant daarop. Het kabinet en de Minister kan dit natuurlijk niet zelfstandig afdwingen. Dat raakt aan een principieel punt in de discussie. Wie kan die ene cao afsluiten en met wie moet daarover onderhandeld worden?

De wet
Artikel 1, lid 1 van de wet op de collectieve arbeidsovereenkomst is duidelijk. Een cao is een overeenkomst, aangegaan door werkgevers of verenigingen van werkgevers met verenigingen van werknemers. Duidelijk is dat de Minister (de Staat) op dit moment niet de werkgever is van de werknemers in het PO en het VO. Het is daarom niet erg waarschijnlijk dat de Minister in de nabije toekomst rechtstreeks met vakbonden over één cao zal kunnen onderhandelen. Dat is in het huidige stelsel in strijd met de wet. Een stelselherziening die dat mogelijk zou maken zal dit kabinet niet kunnen realiseren.

Nog niet lang geleden is in het kader van de invoering van de Wnra uitgemaakt dat werknemers in het openbaar onderwijs geen ambtenaar meer zijn. De keus is dus gemaakt om voor het gehele onderwijs het private arbeidsrecht toe te passen. Bij het private arbeidsrecht hoort ook het private cao-recht. Met dat stelsel is moeilijk verenigbaar dat werkgevers niet zelf, via de verenging waarbij zij zich aansluiten, een cao kunnen afsluiten.

Conclusie

De kans dat er korte termijn één integrale cao komt voor het funderend onderwijs lijkt, ondanks de politieke wens daarvoor, niet heel groot. Daarvoor zal nodig zijn dat de gezamenlijke sociale partners dat overeenkomen. De kansen daarop nemen toe als een samenbundeling van werkgeversorganisaties in het PO en het VO zich hiervoor gaat sterk maken. Dat is wat het voorbeeld van de cao voor de bestuurders in het funderend onderwijs heeft geleerd. Voorlopig staan nog lang niet alle signalen op groen.

Contact over dit onderwerp

Marien Korevaar

Marien Korevaar

Advocaat
Vestiging:
Zwolle
Sector:
Overheid, Onderwijs
Expertteam:
Arbeidsrecht, Ambtenarenrecht, Klokkenluidersregelingen
Telefoon:
038 - 423 54 14
Mobiel:
06 48 17 89 37

Gerelateerd

Actieve openbaarmaking komt eraan! Hoe gaan we daarmee om? 150 150 Capra Advocaten

Actieve openbaarmaking komt eraan! Hoe gaan we daarmee om?

Artikel

lees meer
De arbeidsrechtelijke worsteling met diversiteit 150 150 Capra Advocaten

De arbeidsrechtelijke worsteling met diversiteit

Artikel

lees meer
Sanctioneren bij niet-integer gedrag: weet u wat u moet doen? 150 150 Capra Advocaten

Sanctioneren bij niet-integer gedrag: weet u wat u moet doen?

Artikel

lees meer
Zich gedragen als een goed ambtenaar 150 150 Capra Advocaten

Zich gedragen als een goed ambtenaar

Artikel

lees meer
Integriteit politiek ambtsdragers: heikel onderwerp 150 150 Capra Advocaten

Integriteit politiek ambtsdragers: heikel onderwerp

Artikel

lees meer

Blijf op de hoogte

Blijf op de hoogte over ontwikkelingen, interessante jurisprudentie en wetswijzigingen op het gebied van arbeidsverhoudingen binnen de sectoren overheid, onderwijs en zorg. Selecteer welke nieuwsbrieven u wilt ontvangen en wij houden u op de hoogte.

Vestiging Den Haag
Laan Copes van Cattenburch 56
2585 GC Den Haag
Telefoon 070-364 81 02
Fax 070-361 78 47
denhaag@capra.nl

Vestiging ‘s-Hertogenbosch
Willem van Oranjelaan 2
5211 CT ‘s-Hertogenbosch
Telefoon 073-613 13 45
Fax 073-614 82 16
s-hertogenbosch@capra.nl

Vestiging Zwolle
Terborchstraat 12
8011 GG Zwolle
Telefoon 038-423 54 14
Fax 038-423 47 84
zwolle@capra.nl

Vestiging Maastricht
Spoorweglaan 7
6221 BS Maastricht
Telefoon 043-7 600 600
Fax 043-7 600 609
maastricht@capra.nl