Zorgvuldigheidsbeginsel

één van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Van het bestuursorgaan wordt verlangd dat het zorgvuldig handelt en dat het besluiten zorgvuldig voorbereidt. In artikel 3:2 van de Awb wordt het bestuursorgaan opgedragen om bij de voorbereiding van het besluit de nodige kennis omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen te vergaren. In dat licht moet ook de hoorplicht gezien worden. Ook speelt het zorgvuldigheidsbeginsel een rol bij een besluit dat gebaseerd is op een advies of een onderzoek. Het bestuursorgaan dient zich ervan te vergewissen dat het advies op een zorgvuldige wijze tot stand is gekomen of dat het onderzoek op een zorgvuldige wijze heeft plaatsgevonden. In de ambtenarenrechtelijke praktijk is het van belang om daarvoor aandacht te hebben bij bijvoorbeeld een disciplinair onderzoek (door derden) en een advies van een bezwarenadviescommissie.