Waarschuwing of toch een berisping?

Waarschuwing of toch een berisping?

Waarschuwing of toch een berisping? 150 150 Capra Advocaten

De Commissie van beroep funderend onderwijs heeft zich in haar uitspraak op 1 november 2017 bevoegd verklaard een oordeel te vellen over een schriftelijke waarschuwing. Dat is opmerkelijk. Wat was daar aan de hand?

Docente krijgt schriftelijke berisping vanwege weigering afsluitend gesprek met leerling na conflict

Een docente Engels op een school voor voortgezet speciaal onderwijs had van haar werkgever een schriftelijke berisping opgelegd gekregen, omdat zij weigerde een gesprek aan te gaan met een leerling en diens ouders. De docente had al een lang sluimerend probleem met één leerling dat op enig moment escaleerde doordat de betreffende leerling haar uitschold en probeerde aan te vliegen. Doordat een collega-docente tussen beide kwam, liep het incident goed af. De docente werd een drietal maanden laten door haar algemeen directeur verzocht om een afsluitend gesprek te voeren met de betreffende leerling en diens ouders. Wat er in de tussenliggende periode van drie maanden is gebeurd, vertelt de uitspraak niet. De betreffende docente, die inmiddels ongeveer een maand ziek thuis zat, gaf te kennen dat zij het niet kon opbrengen een dergelijk gesprek te voeren, omdat zij verwachtte daarbij in een voor haar zeer onveilige situatie terecht te komen. Hierop werd haar nogmaals verzocht het gesprek met de leerling en diens ouders aan te gaan. De docente bleef weigerachtig en uiteindelijk heeft haar werkgever haar – nadat haar eerst een voornemen daartoe was kenbaar gemaakt – een schriftelijke berisping opgelegd wegens door haar gepleegd plichtsverzuim.

Werkgever zet na beroep bij Commissie van beroep berisping om in waarschuwing

De docente ging tegen deze schriftelijke berisping in beroep bij de Commissie van beroep funderend onderwijs (de Commissie).  Nadat zij dit had gedaan en er een zitting bij de Commissie had plaatsgevonden, heeft haar werkgever de schriftelijke berisping ingetrokken en haar een schriftelijke waarschuwing gegeven. In deze brief werd haar alsnog ‘met klem’ verzocht de betreffende leerling en diens ouders een brief te sturen met uitleg over de reden waarom zij een gesprek met hen heeft geweigerd. Inmiddels waren er tussen het incident en deze schriftelijke waarschuwing bijna negen maanden verstreken en had de betreffende leerling examen gedaan en de school verlaten.

De docente verzocht de Commissie om een vervolgzitting waarbij zij aangaf dat haar beroep zich richtte tegen het gewijzigde besluit en voor zover vereist, tegen de schriftelijke waarschuwing. De Commissie, die er, denk ik, op had gerekend dat partijen zich na de eerste zitting alsnog met elkaar zouden hebben verstaan, had zich dus alsnog uit te spreken over de voorliggende situatie.

Commissie is bevoegd kennis te nemen omdat docente waarschuwing als disciplinaire straf ziet

De Commissie boog zich in de eerste plaats over de vraag of zij bevoegd was kennis te nemen van het geschil. Daarover neemt de Commissie een in mijn ogen wat bijzonder standpunt in. De Commissie stelt namelijk vast dat voor de bevoegdheid bepalend is, ‘hetgeen appellant’ stelt. Appellante was uiteraard de betreffende docente Engels. Zij stelde zich op het standpunt dat de opgelegde waarschuwing moest worden beschouwd als een disciplinaire maatregel als genoemd in artikel 3.19, eerste lid, aanhef en onder a. van de CAO PO. ‘Derhalve’, zo oordeelde de Commissie, is de Commissie bevoegd kennis te nemen van het beroep. Ik vind dit bijzonder, omdat ik zou denken dat de bevoegdheid van de Commissie niet wordt ontleend aan dat wat een appellant (hierover) stelt. Ik ontleen ook aan het Reglement van de Commissie geen aanknopingspunten om te veronderstellen dat het standpunt van een appellant ten aanzien van de bevoegdheid van de Commissie doorslaggevend is. De vraag of de Commissie bevoegd is kennis te nemen van een geschil vraagt naar mijn opvatting een eigenstandig oordeel van de Commissie en hangt mijns inziens niet af van hoe een appellant tegen deze bevoegdheid aankijkt. Het is jammer dat dit standpunt van de Commissie niet nader is onderbouwd.

Beroep is ontvankelijk als waarschuwing aangemerkt kan worden als berisping

Wat vond de Commissie vervolgens van de ontvankelijkheid van het beroep? De Commissie refereerde op dit onderdeel aan artikel 12 van de CAO PO waarin limitatief is opgenomen welke besluiten vatbaar zijn voor beroep bij de Commissie. Een schriftelijke waarschuwing is niet een zodanig besluit, een schriftelijke berisping wel.  Echter, zo overwoog de Commissie, het kan zo zijn dat een waarschuwing die op zichzelf genomen niet aanvechtbaar is, zich naar vorm en inhoud niet zodanig van een disciplinaire maatregel van een berisping onderscheidt dat deze waarschuwing daarom als zodanig (dus als een berisping) dient te worden aangemerkt. Zou dit niet zo zijn, dan zou een werkgever de beroepsgang illusoir kunnen maken door de enkele mededeling dat een beslissing een waarschuwing is, zo stelt de Commissie.

De Commissie diende – indachtig deze redenering – vervolgens te onderzoeken of de brief waarmee de berisping was ingetrokken en een waarschuwing werd gegeven, een disciplinair karakter had. Het zal u wellicht niet verbazen dat de Commissie deze mening was toegedaan. De brief vertoonde volgens de Commissie een sterke gelijkenis met de eerder opgelegde disciplinaire maatregel en bevatte feitelijk dezelfde bewoordingen. Alleen werd de handelwijze van de docente niet langer aangemerkt als plichtsverzuim. Ook de toonzetting van de waarschuwing was naar het oordeel van de Commissie dermate zwaar dat de Commissie – alles overziende – concludeerde dat de aan de docente gegeven waarschuwing feitelijk gelijk is te stellen aan een disciplinaire maatregel. De Commissie achtte de docente dus vervolgens ontvankelijk in haar beroep.

Noot bij de uitspraak van de Commissie van beroep

En dan kom ik nog heel even terug op het oordeel van de Commissie inzake haar bevoegdheid. Had de Commissie niet veeleer deze redenering over de kwalificatie van de gegeven schriftelijke waarschuwing (ook) ten grondslag moeten leggen aan haar bevoegdheidsoordeel in plaats van zich louter te baseren op het standpunt van appellant?

Het uiteindelijke oordeel verrast in deze specifieke casus op zichzelf genomen wellicht niet echt en valt gegeven de omstandigheden van het geval naar mijn opvatting te billijken. De vraag is natuurlijk wel of de Commissie ook tot dit oordeel was gekomen als de school niet eerst een disciplinaire maatregel had getroffen en er later de schriftelijke waarschuwing voor in de plaats had gesteld, maar direct een schriftelijke waarschuwing had gegeven. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat dit gegeven zeker een rol heeft gespeeld. Deze schriftelijke berisping was immers de aanvankelijke ingang van de docente bij de Commissie. Zou de werkgever direct hebben volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing dan was de zaak wellicht helemaal niet bij de Commissie terechtgekomen. Dat zullen we helaas nooit weten. Net zoals we helaas niet weten hoe de Commissie nu inhoudelijk tegen de als berisping gekwalificeerde waarschuwing aankeek. De Commissie overwoog inhoudelijk namelijk dat, omdat de Commissie de waarschuwing naar vorm en inhoud als berisping kwalificeerde, de werkgever volgens de CAO PO een voornemen kenbaar had moeten maken. Nu deze werkgever dat niet had gedaan, was de docente in haar belangen geschaad. De Commissie achtte dit procedurele gebrek van dien aard, dat zij het beroep gegrond verklaarde. En daarmee hebben we het als lezers te doen.

Wees dus als werkgever gewaarschuwd bij het opstellen van een schriftelijke waarschuwing: deze kan onder omstandigheden worden aangemerkt als een voor beroep vatbaar besluit. Laat een waarschuwing een waarschuwing zijn en doe gepleegd plichtsverzuim dus vooral af met een disciplinaire maatregel. Capra Advocaten is u uiteraard graag behulpzaam bij dergelijke trajecten. Wees ook als werknemer in het bijzonder onderwijs gewaarschuwd: ontvangt u een schriftelijke waarschuwing bekijk dan kritisch of hiertegen niet toch de mogelijkheid van beroep bij een Commissie openstaat. Capra Advocaten adviseert u uiteraard graag in deze afweging.

De auteur is niet meer werkzaam bij Capra Advocaten. Voor vragen kunt u contact opnemen met één van onze advocaten.

Contact over dit onderwerp

Teaser Medezeggenschap

Onze mensen

Heeft u vragen en/of opmerkingen neem dan contact op met een van onze specialisten!

Gerelateerd

De Wet open overheid in de zorgsector 150 150 Capra Advocaten

De Wet open overheid in de zorgsector

Artikel

lees meer
Schending van privacy – reden voor ontslag? 150 150 Capra Advocaten

Schending van privacy – reden voor ontslag?

Artikel

lees meer
Jurisprudentie selectie Onderwijs – augustus 2023 150 150 Capra Advocaten

Jurisprudentie selectie Onderwijs – augustus 2023

Artikel

lees meer
Jurisprudentie selectie Onderwijs – mei 2023 150 150 Capra Advocaten

Jurisprudentie selectie Onderwijs – mei 2023

Artikel

lees meer
Hoezo een arbeidsconflict? Ik ben ziek. 150 150 Capra Advocaten

Hoezo een arbeidsconflict? Ik ben ziek.

Artikel

lees meer
Jurisprudentie selectie Onderwijs – maart 2023 150 150 Capra Advocaten

Jurisprudentie selectie Onderwijs – maart 2023

Artikel

lees meer

Blijf op de hoogte

Blijf op de hoogte over ontwikkelingen, interessante jurisprudentie en wetswijzigingen op het gebied van arbeidsverhoudingen binnen de sectoren overheid, onderwijs en zorg. Selecteer welke nieuwsbrieven u wilt ontvangen en wij houden u op de hoogte.

Vestiging Den Haag
Laan Copes van Cattenburch 56
2585 GC Den Haag
Telefoon 070-364 81 02
Fax 070-361 78 47
denhaag@capra.nl

Vestiging ‘s-Hertogenbosch
Bastion Vught 1
5211 CZ ‘s-Hertogenbosch
Telefoon 073-613 13 45
Fax 073-614 82 16
s-hertogenbosch@capra.nl

Vestiging Zwolle
Terborchstraat 12
8011 GG Zwolle
Telefoon 038-423 54 14
Fax 038-423 47 84
zwolle@capra.nl

Vestiging Maastricht
Spoorweglaan 7
6221 BS Maastricht
Telefoon 043-7 600 600
Fax 043-7 600 609
maastricht@capra.nl