In 2002 speelde Leonardo di Caprio in ‘Catch Me If You Can’ een oplichter die zich achtereenvolgens uitgaf als co-piloot, dokter en advocaat, daarbij op de hielen gezeten door Tom Hanks als FBI-agent. Uiteindelijk liep hij na jaren tegen de lamp. Na zijn celstraf uitgezeten te hebben, werd hij fraudespecialist bij de FBI. Dit (waargebeurde) verhaal doet denken aan de kwestie waarover de Hoge Raad oordeelde in zijn uitspraak van 7 februari 2020. Een persoon solliciteerde naar de functie van Psychotherapeut GGZ, met op zijn CV een klinkende lijst aan werkervaring, opleidingen en lidmaatschappen.
Klinkend CV…
Zo kon betrokkene volgens zijn CV bogen op werkervaring als Manager Zorg, als klinisch psycholoog en als psychotherapeut GGZ. Hij had de basisopleiding EMDR gevolgd en de supervisorenopleiding EMDR. Verder was hij lid van de Nederlandse Vereniging voor Psychotherapie (NVP) Psychotherapeut BIG, de Vereniging voor Gedragstherapie en Cognitieve Therapie (VGCt) en de Vereniging EMDR Nederland.
Misschien was zijn beoogd werkgever wel dusdanig onder de indruk van deze opsomming dat betrokkene ook gevraagd werd te solliciteren naar de functie van Directeur Zorg. Aldus geschiedde: betrokkene werd directeur en werkte daarnaast als psychotherapeut.
Is toch niet zo klinkend
Niet veel later bleek dat het CV van betrokkene van verzinsels aan elkaar hing. Hij was geen lid van de Vereniging EMDR Nederland en had de twee EMDR-opleidingen ook niet gevolgd. Betrokkene was niet bekend bij de Vereniging voor Gedragstherapie en Cognitieve Therapie (VGCt), bleek nooit bij de door hem genoemde GGZ-instelling gewerkt te hebben, en was geen lid, ook nooit geweest, van de NVP. Op enig moment bleek bovendien dat betrokkene nooit ingeschreven was geweest in het BIG-register.
Vernietiging wegens bedrog
Di Caprio genoot in de film van zijn bedrog en het kat en muis spel met Hanks. Hoe de psychotherapeut zich heeft gevoeld zegt het verhaal niet. De zorginstelling zag na ontdekking begrijpelijk geen toekomst in verdere samenwerking en bewandelde een wat minder gebruikelijke weg om dat voor elkaar te krijgen.
De zorginstelling koos niet voor bijvoorbeeld ontslag op staande voet wegens een dringende reden, zie artikel 7:677 en 7:678 BW. Dat was zeker denkbaar geweest. Sterker, de werkgever leek aanvankelijk op dat spoor te zitten aangezien hij in een eerste e-mailbericht aan betrokkene onder meer had bericht: “Het verstrekken van onjuiste informatie op uw CV is voor ons een dringende reden voor uw ontslag.”
De zorginstelling koos er echter voor om de arbeidsovereenkomst met een beroep op artikel 3:44 BW te vernietigen. In dat artikel staat dat een rechtshandeling vernietigbaar is, wanneer zij door bedreiging, door bedrog of door misbruik van omstandigheden is tot stand gekomen. Dat deed de werkgever door een buitengerechtelijke verklaring, dat wil zeggen door een gewone verklaring, gericht aan de ander, zie artikel 3:49 en 3:50 lid 1 BW.
Wat is dat, vernietiging?
De betekenis van ‘vernietiging’ is dat de arbeidsovereenkomst geacht wordt niet te hebben bestaan. In artikel 3:53 lid 1 BW staat dat de vernietiging terugwerkt tot het tijdstip waarop de rechts-handeling is verricht.
Vernietiging betekent dus ook, dat de salarisbetalingen op basis van de arbeidsovereenkomst met terugwerkende kracht niet hadden hoeven te geschieden. In de buitengerechtelijke verklaring waarmee de arbeidsovereenkomst werd vernietigd, werd dan ook het salaris teruggevorderd.
Kantonrechter en Hof: vernietiging kán, in theorie, maar hier niet
De psychotherapeut stapte vervolgens naar de rechter en vorderde (onder meer) dat de rechtbank voor recht zou verklaren dat er geen sprake was van buitengerechtelijke vernietiging van de arbeidsovereenkomst, in de eerste plaats omdat hij al ontslag op staande voet had gekregen en subsidiair omdat er geen sprake was van dwaling of bedrog. Ook stelde bij dat de arbeidsovereenkomst niet nutteloos was geweest. De werkgever vorderde in een tegenverzoek tot terugbetaling van salaris.
Betrokkene slaagde in zijn procedures bij Kantonrechter en Gerechtshof. De Kantonrechter oordeelde onder meer dat een buitengerechtelijke vernietiging van een arbeidsovereenkomst op grond van een wilsgebrek (bij degene die bedrogen wordt) alleen mogelijk is als de arbeidsovereenkomst na ontdekking van het bedrog geheel nutteloos blijkt te zijn geworden omdat de bedongen arbeid niet kan worden uitgevoerd. Daarvan was volgens de kantonrechter geen sprake.
Het Gerechtshof stelde net als de Kantonrechter voorop dat het in beginsel gesloten stelsel van het ontslagrecht niet in de weg staat aan buitengerechtelijke vernietiging van een arbeidsovereenkomst wegens bedrog, maar dat de bescherming van de werknemer als zwakkere partij in het arbeidsrecht wel doorwerkt in het privaatrechtelijke leerstuk van de vernietiging. Ook het hof stelde als extra vereiste voor vernietiging dat de arbeidsovereenkomst (vrijwel) geheel nutteloos is gebleken. Ook volgens het Gerechtshof stond dat niet vast.
Hoge Raad: ontslagrecht beschermt niet tegen bedrog
De Hoge Raad oordeelde anders en stelde dat in geval van bedrog artikel 3:44 lid 3 in verbinding met lid 1 BW de werkgever beschermt tegen de gevolgen van de onredelijke invloed die de werknemer heeft uitgeoefend op de wil van de werkgever. Het wettelijk stelsel van het ontslagrecht strekt niet tot bescherming van een werknemer die bedrog pleegt bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst. Bovendien volgt uit de wet niet de eis dat de arbeidsovereenkomst (vrijwel) geheel nutteloos is gebleken.
Van ‘ontslag’ kun je in deze kwestie niet spreken, want de arbeidsovereenkomst wordt met terugwerkende kracht vernietigd. Voor betrokkene is vernietiging zeer ingrijpend: strikt genomen heeft hij ook met terugwerkende kracht geen recht op salaris.
Ook wat dat betreft geeft de Hoge Raad handvatten. Indien de arbeidsovereenkomst voordeel heeft opgeleverd voor de werkgever, kan daarmee op verzoek van de partijen rekening worden gehouden, zie artikel 3:53 lid 2 BW. Ook verwijst de Hoge Raad naar de afdeling omtrent onverschuldigde betaling in Boek 6 BW.
Hoe voorkomt u deze situatie?
Zo bont als deze psychotherapeut het maakte kom je het zelden tegen, maar wat is de betekenis op een CV van “opleiding gevolgd”? Is er sprake van bedrog als later blijkt dat het diploma nooit is gehaald? Misschien wel als het een harde functie-eis is en de sollicitant dat wist. Hoe dan ook verificatie of inwinnen van referenties kan veel latere ellende voorkomen. Of deze werknemer inmiddels open sollicitaties heeft gestuurd naar bureaus voor fraudebestrijding is onbekend.
Contact over dit onderwerp
Martijn Steuten
Gerelateerd
- Alle
- Arbeidsrecht
- Overheid Arbeidsverhoudingen Dossieropbouw en ontslag
- Zorg Arbeidsverhoudingen Dossieropbouw en ontslag
- Zorg Integriteit
Uitschrijving uit het doelgroepregister = einde arbeidsovereenkomst?
Artikel
lees meer15-20 klachten van AOIS over hoofdopleider, maar ontbinding tóch afgewezen
Artikel
lees meerJurisprudentie selectie Zorg – november 2024
Artikel
lees meerDaar zakt me de broek van af… een uitspraak over wangedrag in de zorg
Artikel
lees meerDe arbeidsrechtelijke worsteling met diversiteit
Artikel
lees meerHet uur U nadert: vanaf 1 januari 2025 meer risico’s bij het inhuren van zzp’ers. Is uw organisatie er al klaar voor?
Artikel
lees meer