Uitspraak Rb Gelderland 11 november 2021: ECLI:NL:RBGEL:2021:6009
De inhoudsindicatie die bij deze uitspraak is gepubliceerd luidt: “Ontslag op staande voet van leraar die aan leerling heeft gezeten”. Op zich klinkt dat logisch en past het ook bij ons algemene normbesef, te weten dat een leraar niet aan een leerling behoort te zitten, of in juridische termen gegoten: een docent behoort seksueel getinte aandacht en aanrakingen ten opzichte van een leerling te vermijden. Maar niet in alle gevallen zal een ontslag op staande voet van een leraar die zich bezondigt aan seksueel getint gedrag jegens een leerling tot, in de rechtszaal standhouden. Gezien de zeer kritische toets waar de rechter een ontslag op staande voet aan onderwerpt vanwege de vergaande gevolgen ervan voor de werknemer, is er een reëel risico dat de opzegging wegens een dringende reden door de rechter wordt vernietigd. De te bespreken kwestie kon echter op de goedkeuring van de rechter rekenen.
In deze casus betrof het een docent geschiedenis, met een dienstverleden van 26 jaar bij de school, die bij herhaling tijdens de les achter een leerlinge was gaan staan en zijn handen op haar schouders legde, om vervolgens een beweging naar beneden te maken en de (bovenkant van) de borsten aan te raken. De leerlinge voelde zich daar ongemakkelijk bij en heeft op enig moment aan een andere docente gemeld dat docent X “erg gek” op haar was. Deze docente is er bij de leerlinge op teruggekomen, heeft doorgevraagd en daarna is de bal gaan rollen.
Van belang is hier de wijze waarop de school deze kwestie heeft aangepakt: heel zorgvuldig, met oog voor de belangen van de leerling, maar ook voor die van de docent. De school heeft de leerling gehoord in aanwezigheid van haar ouders, heeft ook een ondersteunende verklaring van een medeleerling verkregen (die overigens ook een ongewenste actie had ondergaan toen deze docent haar telefoon uit de achterzak van haar jeans had getrokken) en heeft, nadat de betrokken docent gehoord was over het incident, ook contact gezocht met de zedenpolitie en met de Inspectie van het Onderwijs. Een en ander levert de school in r.o. 5.4 een compliment van de rechter op: “Daar komt bij dat [de school] de relevante informatie met de nodige behoedzaamheid en zorgvuldigheid heeft verkregen, waardoor er ook geen reden is om te vrezen voor een valse beschuldiging.” De rechter heeft daarbij ook de vinger op een zere plek gelegd, te weten dat er, met name in een-op-een-situaties een risico kan bestaan van een valse beschuldiging, die soms moeilijk te weerleggen is.
Een relevant aandachtspunt in arbeidsrechtelijke zin wordt overigens ook in deze uitspraak aan de orde gesteld, en in het voordeel van de school beslist: een zorgvuldig onderzoek kost tijd, maar dat hoeft er niet aan in de weg te staan dat het ontslag op staande voet toch onverwijld is gegeven. In deze kwestie zitten tussen het moment van eerste melding van het incident en de confrontatie ermee met de docent zes dagen (van 25 juni tot en met 1 juli); vervolgens heeft de school nader onderzoek gedaan en is de docent na vijf dagen geschorst (op maandag 5 juli) waarna het ontslag op staande voet aan het einde van die week op 9 juli is gegeven. Onder de gegeven omstandigheden, en gelet op de zorgvuldigheid van het onderzoek, acht de rechter dit ‘onverwijld’.
Over de aard en de ernst van de dringende reden is de rechter in r.o. 5.5 kort: alleen al het aan de schouders en vervolgens aan de borsten van een leerling zitten, levert een schending op van een algemene norm (het is ongepast om als leraar een leerling seksueel getint aan te raken) als van de normen die in de Omgangs- en Integriteitscode van de school zijn vastgelegd. De rechter hoeft daarbij niet eens in ogenschouw te nemen of de gedragingen zich meer dan eens hebben voorgedaan, of dat de docent zich ook aan een ander vergrijp heeft schuldig gemaakt.
Onder deze omstandigheden speelt ook het dienstverband van meer dan 25 jaar een ondergeschikte rol: de normschending is zodanig ernstig dat dit te weinig gewicht in de schaal legt.
Kennisneming van deze uitspraak raad ik eenieder aan: het is vooral een duidelijk voorbeeld van hoe zorgvuldig onderzoek en een adequate belangenafweging leidt tot handhaving van een veilig klimaat op de school.
Als u over een soortgelijke gevoelige kwestie nader advies of ondersteuning wenst, kan Capra advocaten u hierbij van dienst zijn.
Contact over dit onderwerp
Ad Kerkhof
Gerelateerd
Arbeidsongeschikte werknemer onbereikbaar. Wat nu?
Artikel
lees meerActieve openbaarmaking komt eraan! Hoe gaan we daarmee om?
Artikel
lees meerHet uur U nadert: vanaf 1 januari 2025 meer risico’s bij het inhuren van zzp’ers. Is uw organisatie er al klaar voor?
Artikel
lees meerMediation is vrijwillig…, of toch niet?
Artikel
lees meerWat te doen met zzp’ers nu de Belastingdienst volledig gaat handhaven?
Kennisbijeenkomst 29 augustus 2024
lees meerCAO akkoord Nederlandse Universiteiten
Artikel
lees meer