Actievoeren

het recht van de ambtenaar om al dan niet in gezamenlijkheid op te komen voor positie, rechten en aanspraken. Het recht actie te voeren wordt beperkt door het bepaalde in artikel 125a Ambtenarenwet, inhoudende dat de ambtenaar gehouden is zich te onthouden van het openbaren van gedachten of gevoelens of van de uitoefening van het recht tot vereniging, vergadering en betogen indien door de uitoefening van deze rechten de goede vervulling van de functie of de goede functionering van de openbare dienst voor zover deze in verband staat met de functievervulling, niet in redelijkheid zou zijn verzekerd. Gelet op de formulering van het bepaalde in artikel 125a, lid 1, voornoemd, zal niet te snel gekomen mogen worden tot het oordeel dat de ambtenaar het betreffende verbod heeft overtreden. Terughoudendheid is geboden. Zie CRvB 27 november 1986, TAR 1987/32. Zie echter ook CRvB 28 juli 2005, TAR 2005/157, waarin een ambtenaar terecht werd berispt vanwege het overtreden van het verbod van artikel 125a Ambtenarenwet, omdat hij de grenzen van het toelaatbare had overschreden door in een openbaar schrijven een aanval te openen op de persoon van een wethouder en hem in dat verband laatdunkend en denigrerend te benaderen. Niet alles is dus toegestaan.