de meeste ambtelijke rechtspositieregelingen kennen een gesloten systeem van ontslaggronden, wat inhoudt dat is bepaald dat slechts in bepaalde, specifiek benoemde gevallen ontslag mag worden verleend, waarbij de gevolgen voor de ambtenaar per ontslaggrond kunnen verschillen. Om de overheidswerkgever niet helemaal in een keurslijf te persen kennen die regelingen dan veelal een bepaling die de mogelijkheid geeft om een ambtenaar te ontslaan op een grond die niet specifiek benoemd is. Dit pleegt te worden aangeduid als ontslag op overige gronden, een andere grond, of andere redenen van gewichtige aard. Die ontslagmogelijkheid is dan meestal wel met extra waarborgen voor de ambtenaar omgeven. Zij wordt vaak toegepast bij verstoorde verhoudingen.