Privésfeer

uit de rechtspraak volgt dat gedragingen van ambtenaren in de privésfeer een weerslag kunnen hebben op hun werk en dienstverband. De mate waarin hangt onder meer samen met de aard van de functie en de organisatie en van de zicht-baarheid van de medewerker voor het publiek. Hoe hoger de functie, of hoe meer contact met het publiek, des te eerder hebben gedragingen in de privésfeer een weerslag op het werk. Voor medewerkers van politie, justitie en defensie geldt dit in hoge mate. Zie bijvoorbeeld CRvB 7 juli 2005, TAR 2005 nr. 154, waarbij XTC-gebruik in vrije tijd een agent zwaar werd aangerekend en CRvB 28 september 2006, TAR 2007 nr. 7, waarbij een buitendienstmedewerker ontslag kreeg voor een hennepkwekerij bij hem thuis, onder meer omdat hij een voor het publiek zichtbare functie bekleedde.