indien een ambtenaar zich schuldig maakt aan plichtsverzuim kan hij daarvoor gestraft worden. De straf bestaat uit één van de disciplinaire maatregelen die limitatief in de ambtenarenreglementen zijn opgenomen. De maatregelen variëren van een schriftelijke berisping tot het verlenen van strafontslag. In beginsel kunnen meerdere strafmaatregelen naast elkaar worden opgelegd, mits het samenstel van strafmaatregelen nog als evenredig kan worden aangemerkt. Een straf kan worden opgelegd in combinatie met een niet-disciplinaire maatregel, zoals een overplaatsing in het belang van de dienst. Bij de vraag naar de evenredigheid wordt de laatstgenoemde maatregel in beginsel niet meegewogen (zie CRvB 19 juni 1997, TAR 1997 nr. 182). Bij het toetsen van de evenredigheid van een bestraffing wordt onder meer rekening gehouden met de aard en ernst van het verzuim, het al dan niet aan de orde zijn van doorgaand gedrag en de aard van de functie van de betrokken ambtenaar.