Onderwijsorganisaties hebben hun zorgen geuit over het wetsvoorstel ‘verbetering zekerheid flexibele arbeidskrachten’ waarin de ketenregeling op de schop gaat. In het wetsvoorstel wijzigt de tussenpoos van de ketenregeling van 6 maanden naar 5 jaar. Daarnaast vervalt de mogelijkheid om bij cao van de wettelijke ketenregeling (in zowel de duur als het aantal contracten) af te kunnen wijken. In reactie op de internetconsultatie van het wetsvoorstel hebben de PO-Raad en VO-Raad aangegeven dat voor vervanging in het primair en voortgezet onderwijs de inzet van korte tijdelijke dienstverbanden onvermijdelijk is.
Wet verbetering zekerheid flexibele arbeidskrachten
De ‘Wet verbetering zekerheid flexibele arbeidskrachten’ ziet onder meer op het inperken van tijdelijke contracten. Demissionair minister Karien Van Gennip (SZW) wil met het wetsvoorstel draaideurconstructies voorkomen. Na 3 jaar of na 3 tijdelijke contracten bij dezelfde werkgever dient een werknemer een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd te krijgen. Na de inwerkingtreding van de wet is het dus niet meer mogelijk om na een tussenpoos van 6 maanden iemand weer opnieuw op tijdelijke basis in dienst te nemen als in de afgelopen 5 jaar de volledige keten al is benut.
Bezwaren vanuit de sector
De onderwijsorganisaties keren zich ook tegen de voorgenomen schrapping van de uitzondering om bij cao voor langere tijd meerdere arbeidsovereenkomsten aan te kunnen gaan. In het onderwijs wordt gewerkt met zogenoemde vervangingspools. Bij schrapping van de uitzonderingspositie wordt voorzien dat de pool met beschikbare leraren aan wie een tijdelijke arbeidsovereenkomst aangeboden kan worden te gering wordt, waardoor leerlingen geen les kunnen krijgen van een bevoegde leraar. De onderwijsorganisaties vrezen voor de continuïteit van het onderwijs als tijdelijke vervanging van leerkrachten vaker niet meer te realiseren zal zijn, bijvoorbeeld in de situatie dat een leerkracht zwangerschapsverlof of aanvullend geboorteverlof opneemt.
De PO-Raad en VO-Raad geven aan het eens te zijn met de minister dat werknemers zoveel mogelijk zekerheid moeten hebben over hun functie en inkomen. Zij wijzen in dit kader op de huidige situatie in het primair en voortgezet onderwijs waarin sprake is van 80 tot 85% vaste dienstverbanden. In de cao’s van beide sectoren is een vast contract het uitgangspunt. In sommige gevallen zijn volgens de onderwijsorganisaties korte, tijdelijke dienstverbanden echter onvermijdelijk.
Niet controversieel
De wet ‘Verbetering zekerheid flexibele arbeidskrachten’ is de eerste wet in een reeks van hervormingen van de arbeidsmarkt die minister Van Gennip begin april heeft aangekondigd. Begin juli heeft demissionair minister Karien Van Gennip (SZW) het wetsvoorstel in internetconsultatie laten gaan. De internetconsultatie is inmiddels gesloten. Op basis van de gegeven reacties vinden mogelijk nog aanpassingen plaats, waarna het conceptwetsvoorstel naar de Tweede Kamer gaat.
Ondanks de val van het kabinet lijkt de wet geen vertraging op te lopen. Het onderwerp is namelijk niet controversieel verklaard. De nieuwe wet treedt echter niet eerder dan op 1 januari 2026 in werking.
Contact over dit onderwerp
William van Wijngaarden
Gerelateerd
Uitschrijving uit het doelgroepregister = einde arbeidsovereenkomst?
Artikel
lees meer15-20 klachten van AOIS over hoofdopleider, maar ontbinding tóch afgewezen
Artikel
lees meerJurisprudentie selectie Zorg – november 2024
Artikel
lees meerDaar zakt me de broek van af… een uitspraak over wangedrag in de zorg
Artikel
lees meerDe arbeidsrechtelijke worsteling met diversiteit
Artikel
lees meerHet uur U nadert: vanaf 1 januari 2025 meer risico’s bij het inhuren van zzp’ers. Is uw organisatie er al klaar voor?
Artikel
lees meer