Op 1 april jl. publiceerde het UWV versie 1 van het addendum bij de Werkwijzer Poortwachter. Over dit addendum merkte ik al op dat een meer concrete versie in de loop van de komende weken wel het licht zou zien. Versie 2 van het addendum is inmiddels werkelijkheid. Hoe gaat het UWV om met de effecten van COVID-19 (corona) bij de toetsing van de re-integratie-inspanningen? In de woorden van het UWV gaat het om een coulanceregeling.
Coulance en maatwerk
Net zoals in versie 1 herformuleert het UWV ‘coulance’ door ‘maatwerk’. Nu hoeft maatwerk natuurlijk niet te resulteren in coulance. Wat het UWV echter duidelijk probeert te maken is het volgende. Daar waar het plausibel is dat COVID-19 de oorzaak is van het niet vervullen van de re-integratieverplichtingen, zal het UWV dat de werkgever niet tegenwerpen. Hier passen wel enkele kanttekeningen bij.
Kanttekeningen
- Van de werkgever wordt verwacht dat hij creatief is. Dat wil zeggen dat als COVID-19 in de weg staat aan een bepaalde vorm van passend werk, van de werkgever wordt verlangd dat er andere passende werkzaamheden worden gezocht. Hetzelfde geldt voor het voeren van overleg met de werknemer, het invullen van formulieren, het uitvoeren van onderzoek, respectievelijk passend werk op afstand, etc.. Digitaal zijn er volgens het UWV vele alternatieven;
- Van de werkgever wordt verwacht dat hij blijft voldoen aan de financiële verplichtingen zoals de loondoorbetaling bij ziekte en het bekostigen van eventueel een arbeidsdeskundig onderzoek;
- Op het terrein van administratieve handelingen wordt van de werkgever continuïteit verwacht. Een onbereikbare werkgever heeft wel wat uit te leggen.
Het is dus niet zo dat de werkgever achterover kan leunen. Hij moet zijn best blijven doen voor de re-integratie.
Andere kanttekeningen betreffen de vage criteria die het UWV bij de toetsing van re-integratie inspanningen van plan is toe te passen. Voorbeelden hiervan zijn: ‘enige coulance’, ‘als het maar enigszins plausibel is’, ‘als de tijdigheid RIV/WIA dit toelaat’.
Uit het addendum is af te leiden dat de werkgever moet onderbouwen waarom het niet gelukt is om een bevredigend re-integratie resultaat te bereiken. Dit mag uiteraard van een werkgever worden verlangd. Gelet op de vage criteria die door UWV worden gebruikt, is het op voorhand echter niet zeker dat een beroep op COVID-19 daadwerkelijk zal leiden tot een versoepelde toepassing van de re-integratie eisen.
Toekenning door het UWV
De toetsing vindt plaats door procesbegeleider en teamondersteuner wat betreft de tijdigheid en de volledigheid van het re-integratieverslag (RIV). Een gemotiveerd beroep op COVID-19 moet blijken uit de stukken, aldus het addendum. Of COVID-19 een deugdelijke grond oplevert voor een onvoldoende re-integratie resultaat staat ter beoordeling van de arbeidsdeskundige. De belastbaarheid van de werknemer wordt getoetst door de verzekeringsarts. Op dit punt is overigens een belangrijke nuancering zichtbaar. Het oordeel van de bedrijfsarts zal namelijk in beginsel als uitgangspunt dienen. Zelfs in het geval dat er een meningsverschil bestaat tussen de verzekeringsarts en de bedrijfsarts, blijft het oordeel van de bedrijfsarts leidend indien er geen mogelijkheden zijn om op andere wijze informatie te verkrijgen over de belastbaarheid van de medewerker.
Wel of geen loonsanctie
De coulanceregeling heeft, naast de beoordeling van de re-integratie inspanningen, ook betrekking op de vraag of tekortkomingen wel kunnen worden hersteld als gevolg van COVID-19. Indien dat niet het geval is, legt het UWV geen loonsanctie op. Hierover zij opgemerkt dat het achterwege laten van een loonsanctie voor een werknemer in de regel nadelig uitpakt. Mocht na bezwaar of zelfs (hoger) beroep blijken dat het UWV een onjuiste beslissing heeft genomen, dan leidt dat tot een aanzienlijke schadepost voor het UWV. Het is dan ook de vraag hoe de coulanceregeling door het UWV op dit punt wordt toegepast. Voor werkgevers is het daarentegen aangewezen om een opgelegde loonsanctie in tijden van COVID-19 extra kritisch te bezien.
Het UWV geeft zelf toe dat het addendum niet op alle situaties antwoord kan geven en verwacht van de betrokkenen bij de toetsing dat maatwerk wordt geleverd. De Landelijke Loonsanctie Commissie (LLC) van het UWV tenslotte zal, in de woorden van het UWV zelf, “waken over de grenzen van redelijkheid in relatie tot COVID-19”.
Vragen?
Ook naar aanleiding van versie 2 van het addendum kunt u natuurlijk bellen met uw adviseur van Capra. Hoe kan het UWV het beste worden geïnformeerd over de invloed van COVID-19 op het re-integratie traject? Op welke wijze kunt u nu invulling geven aan uw re-integratieverplichtingen? Maar ook voor andere kwesties rond verzuimbegeleiding is Capra gewoon bereikbaar.
Bij vragen over de situaties waarin uw organisatie een beroep kan doen op de coulanceregeling, over hoe het UWV het beste kan worden geïnformeerd, of over de begeleiding van zieke medewerkers in deze periode van Covid-19 kunt u natuurlijk bellen met uw adviseur van Capra.
Vragen en antwoorden over corona
Het coronavirus heeft grote gevolgen voor organisaties. De zorgen en uitdagingen voor werkgevers nemen toe en daarmee ook de vragen die aan ons kantoor worden gesteld. We zetten de vragen en antwoorden voor u op een rij op onze speciale corona-pagina’s.
Contact over dit onderwerp
Gerelateerd
Uitschrijving uit het doelgroepregister = einde arbeidsovereenkomst?
Artikel
lees meerOnderhandelingen voor de nieuwe CAO Gemeenten/SGO gaan weer van start!
Artikel
lees meer15-20 klachten van AOIS over hoofdopleider, maar ontbinding tóch afgewezen
Artikel
lees meerJurisprudentie selectie Zorg – november 2024
Artikel
lees meerDaar zakt me de broek van af… een uitspraak over wangedrag in de zorg
Artikel
lees meerActieve openbaarmaking komt eraan! Hoe gaan we daarmee om?
Artikel
lees meer