Volgens een docent sociale wetenschappen is er op de Universiteit van Amsterdam (UvA) sprake van een cultuur ‘waarin collega’s en studenten met van de UvA-normen afwijkende academische of politieke standpunten worden aangevallen, weggezet en/of ontslagen’. De docent meldde zich in november 2022 als klokkenluider bij het college van bestuur van de UvA met een melding van een ‘vermoede institutionele misstand’. De UvA heeft naar aanleiding van deze klokkenluidersmelding een externe commissie opdracht gegeven voor een onderzoek.
De Wet bescherming klokkenluiders
Klokkenluiders kunnen een belangrijke rol spelen in het blootleggen van misstanden binnen organisaties. Zij nemen soms grote persoonlijke risico’s in een poging om verandering te bewerkstellingen. Een adequate bescherming is geboden om klokkenluiders niet te ontmoedigen zaken van maatschappelijk belang aan de kaak te stellen. Elke werkgever met minimaal 50 werknemers dient een procedure te hebben voor het melden van een (vermoeden van een) misstand. Voorheen werd de rechtsbescherming geborgd in de Wet Huis voor klokkenluiders (Hvk). Deze wet is op 18 februari 2023 overgegaan in de Wet bescherming klokkenluiders (Wbk). Doordat de wet een uitwerking is van de Klokkenluidersrichtlijn, moesten overheidswerkgevers door de verticale rechtstreekse werking al sinds 17 december 2021 aan de nieuwe regels voldoen. Vanaf 17 december 2023 geldt de nieuwe wet voor elke werkgever met minimaal 50 werknemers. De nieuwe wet beoogt de rechtspositie van klokkenluiders beter te kunnen waarborgen.
Benadelingsverbod
Allereerst wordt het benadelingsverbod uitgebreid. Dit verbod houdt in dat een werkgever een werknemer niet mag benadelen nadat de betreffende werknemer een melding heeft gemaakt van een vermoedelijke misstand. Dit verbod gold voorheen alleen voor werknemers, maar is met de invoering van de Wbk uitgebreid naar alle melders die in werkgerelateerde context activiteiten verrichten voor een organisatie. Dit betekent dat het toepassingsbereik van het benadelingsverbod aanzienlijk groter is geworden. Zo vallen bijvoorbeeld zzp’ers, uitzendkrachten, stagiaires en vrijwilligers nu ook onder deze bepaling. Verder is het begrip ‘benadeling’ uitgebreid. Voorheen was er alleen sprake van benadeling bij schorsing, ontslag, degradatie, onthouden van bevordering, loonsverlaging en verandering van werklocatie. Met de nieuwe wet omvat het verbod élke vorm van benadeling.
Omkering bewijslast
De invoering van de Wbk brengt ook een omkering van de bewijslast met zich mee. Voorheen moest de melder aantonen dat hij 1) een melding had gedaan, 2) benadeeld was en 3) dat de benadeling kwam door de melding. Door de nieuwe wet hoeft de melder alleen nog maar aan te tonen dat hij op basis van redelijke gronden heeft gemeld en dat hij benadeeld is. Het is vervolgens aan de werkgever om aan te tonen dat de benadeling niet het gevolg was van de melding.
Mogelijkheid van extern melden
Ook de procedure die gevolgd moet worden bij het maken van een melding is met de Wbk gewijzigd. Onder de oude wet was de melder verplicht om eerst intern te melden. Met de invoering van de Wbk is de mogelijkheid ontstaan om direct naar buiten te treden met de melding, bijvoorbeeld door het doen van een melding bij het Huis voor Klokkenluiders. Door deze wijziging wordt beoogd het melden laagdrempeliger te maken, zodat melders wellicht minder bevreesd zijn voor eventuele represailles.
Verbeterde bescherming identiteit klokkenluider
Tot slot is de bescherming van de identiteit van klokkenluiders verbeterd. Onder de oude wet mocht Het Huis voor Klokkenluiders al de identiteit van de melder niet bekend maken zonder toestemming van de melder. De Wbk heeft deze bescherming uitgebreid, zodat ook andere instanties de identiteit van de klokkenluider beter moeten beschermen.
Melding UvA
In de kwestie bij de UvA kwam de commissie tot de conclusie dat er geen sprake was van een institutionele misstand die leidt tot een acute of fundamentele bedreiging van de academische vrijheid en de kwaliteit van het onderwijs en het onderzoek. Ook kwam de commissie tot de conclusie dat de betreffende docent ook persoonlijk niet op een ontoelaatbare wijze structureel in zijn academische vrijheid is beperkt of te lijden heeft gehad van een cultuur van uitsluiting.
De regelgeving omtrent de bescherming van een klokkenluider betekent niet dat de melder altijd ongeschonden zijn werk kan blijven doen, integendeel. De docent is na zijn melding door de UvA op non-actief gesteld wegens ‘grensoverschrijdende communicatie’. Toen de docent tegen zijn non-actiefstelling opkwam, oordeelde de rechtbank dat hij niet wegens de klokkenluidersmelding was geschorst, maar omdat hij zowel in de publiciteit als rechtstreeks richting betrokkenen ‘basale gedragsregels ruimschoots had overschreden’. Partijen zijn frontaal tegenover elkaar komen te staan, waardoor het voortbestaan van de arbeidsovereenkomst van de docent met de universiteit zeer onzeker is geworden.
De Wbk heeft als doel de rechtspositie van klokkenluiders te beschermen, maar de wet kan niet verhinderen dat partijen, door bijkomende omstandigheden, alsnog ernstig met elkaar in conflict kunnen raken. De verplichte klokkenluidersregeling kan met tal van waarborgen de kans daarop wel verkleinen.
Contact over dit onderwerp
William van Wijngaarden
Gerelateerd
Uitschrijving uit het doelgroepregister = einde arbeidsovereenkomst?
Artikel
lees meer15-20 klachten van AOIS over hoofdopleider, maar ontbinding tóch afgewezen
Artikel
lees meerJurisprudentie selectie Zorg – november 2024
Artikel
lees meerDaar zakt me de broek van af… een uitspraak over wangedrag in de zorg
Artikel
lees meerActieve openbaarmaking komt eraan! Hoe gaan we daarmee om?
Artikel
lees meerDe arbeidsrechtelijke worsteling met diversiteit
Artikel
lees meer