In dit overzicht van jurisprudentie voor de zorgsector over de afgelopen periode bespreken we weer diverse rechterlijke uitspraken relevant voor de rechtspositie van zorgprofessionals en zorgwerkgevers.
1. Dringende reden voor ontslag op staande voet
Deze zaak betreft een begeleidster intensieve zorg, in dienst bij een bedrijf dat medewerkers detacheert bij zorginstellingen. De medewerkster is gedetacheerd bij een instelling voor gehandicaptenzorg, waar zij als persoonlijk begeleidster is gekoppeld aan een bewoner met een verstandelijke beperking en autisme. Er wordt een klacht ingediend tegen deze medewerkster. Zij zou de cliënt bij haar thuis hebben ontvangen en zich in zijn bijzijn hebben uitgekleed. De medewerkster erkent dit, en wordt op staande voet ontslagen. De rechter houdt dit ontslag in stand. Dat de cliënt heeft ingestemd met het uitkleden, doet hier volgens de rechter niet aan af. Dit geldt ook voor het argument van intimidatie en dwang door de cliënt, nu de medewerkster niet heeft aangetoond dat ze dit tijdig heeft gemeld.
Rechtbank Gelderland 7 december 2022 (ECLI:NL:RBGEL:2022:7558)
2. Oproepkracht recht op loondoorbetaling tijdens ziekte
Werkneemster werkte als coronatestmedewerkster op oproepbasis, op twee testlocaties. Op een gegeven moment wordt zij ziek, en wordt zij daarna een aantal dagen niet opgeroepen. Zij is dan wel beschikbaar om te werken. Werkneemster vordert loon. Volgens de rechter heeft werkneemster recht op betaling van loon tijdens ziekte, omdat zij aannemelijk heeft gemaakt dat zij structureel werd ingezet en werkzaam was op basis van een arbeidsovereenkomst. Omdat er geen vaste arbeidsomvang was afgesproken, geldt het rechtsvermoeden dat inhoudt dat de medewerkster recht heeft op de gemiddelde omvang van haar arbeid in de drie maanden vóór de maand dat zij ziek uitviel.
Rechtbank Midden-Nederland 3 mei 2023 (ECLI:NL:RBMNE:2023:2043)
3. Heeft werkneemster duidelijk en ondubbelzinnig de arbeidsovereenkomst opgezegd?
Een werkneemster bij een universitair medisch centrum stuurt een mail naar haar leidinggevende. Daarin geeft zij aan te hebben besloten om het dienstverband te beëindigen, omdat alles haar te veel werd. Daarover heeft zij een gesprek bij haar werkgever. Tijdens dit gesprek geeft werkneemster aan dat zij in de toekomst als zzp’er wil gaan werken. Maar werkneemster vordert om weer te worden toegelaten tot het werk, omdat de arbeidsovereenkomst volgens haar niet rechtsgeldig is geëindigd. De opzegging was volgens haar niet ondubbelzinnig, omdat de opzegging deels het karakter had van een ziekmelding. Maar volgens de rechter is toch sprake van een duidelijke en ondubbelzinnige opzegging. Het besluit is immers bewust genomen, na lang nadenken. De enkele toevoeging dat alles haar te veel werd en dat haar lichaam en mentale toestand daar moeite mee hadden, maakt de kennisgeving niet dubbelzinnig. De vordering van werkneemster wordt daarom afgewezen.
Gerechtshof Amsterdam 23 mei 2023 (ECLI:NL:GHAMS:2023:1149)
4. Geen ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens verwijtbaar handelen door werkneemster
Een verzorgende bij een zorginstelling meldt zich ziek. Maar volgens de bedrijfsarts kan de verzorgende haar werk weer oppakken. Er volgt een gesprek. De verzorgende houdt zich echter niet aan de re-integratieafspraken. Werkgever waarschuwt dat zij zich moet houden aan deze afspraken. Omdat de verzorgende dat niet doet, wordt haar loon stopgezet. Er volgt nog een waarschuwing. De gemachtigde van de verzorgende laat de werkgever weten dat het loon ten onrechte is stopgezet, en dat bij UWV een deskundigenoordeel is aangevraagd. UWV vindt dat de verzorgende moet meewerken aan de re-integratiemogelijkheden. De rechter ontbindt de arbeidsovereenkomst, omdat de verhoudingen zijn verstoord. De verzorgende heeft wel recht op een transitievergoeding. Werkgever heeft immers ten onrechte geen objectief oordeel van een deskundige van UWV overgelegd, waarin wordt geconcludeerd dat werkneemster structureel en langdurig niet heeft voldaan aan haar re-integratieverplichtingen.
Gerechtshof Amsterdam 30 mei 2023 (ECLI:NL:GHMS:2023:1223)
5. Vaststellingsovereenkomst geldt in dit geval ook zonder ondertekening
Werkneemster is als verzorgende in dienst getreden bij een ouderenzorgorganisatie. Er hebben zich verschillende conflicten voorgedaan, waarna werkneemster is geschorst met behoud van loon. Er wordt gesproken over een beëindigingsregeling. Volgens werkgever is overeenstemming bereikt over de beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden. Werkneemster weigert te ondertekenen. Maar volgens de rechter is het aanbod van werkgever door werkneemster aanvaard. Het ondertekenen van de vaststellingsovereenkomst was nog slechts een formaliteit, die niet aan de rechtsgeldigheid van de vaststellingsovereenkomst in de weg staat.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant 31 juli 2023 (ECLI:NL:RBZWB:2023:5566)
Blijf op de hoogte
Wilt u op de hoogte blijven van de laatste jurisprudentie voor de zorgsector? Meldt u zich dan aan voor onze maandelijkse nieuwsbrief met rechterlijke uitspraken.
Contact over dit onderwerp
Gerelateerd
Jurisprudentie selectie Zorg – november 2024
Artikel
lees meerJurisprudentie selectie Zorg – juli 2024
Artikel
lees meerJurisprudentie selectie Zorg – mei 2024
Artikel
lees meer