Jurisprudentie selectie Zorg – januari 2023

Jurisprudentie selectie Zorg – januari 2023

Jurisprudentie selectie Zorg – januari 2023 150 150 Capra Advocaten

In dit overzicht van jurisprudentie voor de zorgsector over de afgelopen maand bespreken we weer diverse rechterlijke uitspraken relevant voor de rechtspositie van zorgprofessionals en zorgwerkgevers.

1. Werkgeefster is aansprakelijk voor schade ten gevolge van Covid-besmetting

Betreft een verpleegkundige bij een zorginstelling. Buiten het appartement van de positief geteste bewoners droegen de verpleegkundigen aanvankelijk geen persoonlijke beschermingsmiddelen. Op een gegeven moment is besloten dat medewerkers ook in de woonkamer met een mondkapje en met handschoenen zouden werken. De betreffende medewerkster heeft juist op dat moment aangegeven corona gerelateerde klachten te ondervinden en haar test bleek positief. Omdat zij klachten bleef ondervinden, heeft zij haar werkgeefster aansprakelijk gesteld voor de schade. De rechter oordeelt dat de kans dat de werkneemster de besmetting buiten werktijd heeft opgelopen, verwaarloosbaar klein is. Het is volgens de rechter de taak en verantwoordelijkheid van de werkgeefster om duidelijke en specifieke instructies te geven. Als het de bedoeling was dat werkneemster de ruimte had en mocht nemen om persoonlijke beschermingsmiddelen te gebruiken op het moment dat zij daar zelf aanleiding toe zag, had daar een duidelijkere instructie aan ten grondslag moeten liggen. Dat was niet het geval. De werkgeefster is tekortgeschoten in de zorgplicht en daarom aansprakelijk voor de schade.

Rechtbank Amsterdam 16 december 2022 (ECLI:NL:RBAMS:2022:7569)

2. Werkneemster mengt zich in conflict van haar partner

Werkneemster werkt bij een ziekenhuis als P&O-adviseur. Tijdens haar arbeidsongeschiktheid is een arbeidsconflict ontstaan. Mediation heeft niet tot een oplossing geleid. Het ziekenhuis vraagt de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. De rechter is van oordeel dat de arbeidsovereenkomst kan worden ontbonden. Werkneemster had zich gemengd in een arbeidsconflict tussen haar leidinggevende en haar partner, die ook bij het ziekenhuis werkt. Door in het conflict van haar partner te verklaren dat haar leidinggevende volgens haar onjuist had gehandeld, creëerde werkneemster spanning in de situatie tussen haarzelf en haar leidinggevende. Werkneemster heeft bovendien haar collega’s betrokken bij haar arbeidsconflict, en ook dit valt haar te verwijten. Volgens de rechter is er sprake van een zodanig duurzaam verstoorde arbeidsverhouding dat er geen basis meer is voor voortzetting van de arbeidsovereenkomst. Er is echter geen sprake van ernstige verwijtbaarheid. De werkneemster heeft dus wel recht op een transitievergoeding.

Rechtbank Rotterdam 16 december 2022 (ECLI:NL:RBROT:2022:11027)

3. Ontslag van medewerker die landelijk Covid-beleid bekritiseert

Betreft een universitair docent bij een universitair medisch centrum. De Cao UMC is van toepassing. Werknemer is op staande voet ontslagen, omdat hij wetenschappelijke publicaties die ten grondslag hebben gelegen aan het landelijk Covid-beleid bekritiseert. Dit is volgens de werkgever in strijd met een tussen werknemer en zijn leidinggevenden gemaakte afspraak, namelijk dat hij zich niet meer zou toeleggen op onderwerpen die de afdeling virologie aangaan. Volgens de rechter is het ontslag rechtmatig. Van belang is dat uit de stukken blijkt dat werknemer een niet bij alle deelnemers van de (interne) Journal Club ‘goed gevallen’ lezing heeft gehouden. Daarna was werknemer niet meer welkom als docent op een bepaalde afdeling. Werknemer heeft toegezegd een de-escalerende e-mail te zullen sturen om het bij de lezing geschetste beeld te nuanceren. Werknemer heeft deze toezegging echter, ondanks herhaaldelijke verzoeken, geen gestand gedaan. Het ontslag blijft daarom in stand.

Rechtbank Rotterdam 21 december 2022 (ECLI:NL:RBROT:2022:11606)

4. Ontslag van werkneemster die tijdens ziekte nevenwerkzaamheden verricht

Werkneemster is in dienst bij een zorginstelling. In de arbeidsovereenkomst staat dat zij geen nevenwerkzaamheden mag verrichten zonder voorafgaande toestemming van de werkgever. Werkgever heeft ingestemd met het feit dat werkneemster nevenwerkzaamheden verricht als docent aan een hogeschool. Op een gegeven moment heeft een medewerker van de zorginstelling een klokkenluidersmelding gedaan tegen de werkneemster, waarna een extern onderzoek is gelast. Werkneemster blijkt als zelfstandige te hebben gewerkt bij een andere zorginstelling. Werkneemster wordt op staande voet ontslagen. Volgens de rechter is er sprake van een dringende reden. Dit geldt temeer omdat de nevenwerkzaamheden plaatsvonden tijdens de arbeidsongeschiktheid van werkneemster. Toch houdt het ontslag op staande voet geen stand. Werkgever heeft namelijk een maand gewacht om hierover met werkneemster in gesprek te gaan. Dit is volgens de rechter te lang om nog van onverwijldheid te kunnen spreken. Wel wordt de arbeidsovereenkomst ontbonden vanwege verwijtbaar handelen.

Rechtbank Amsterdam 11 januari 2022 (ECLI:NL:2022:48)

Blijf op de hoogte

Wilt u op de hoogte blijven van de laatste jurisprudentie voor de zorgsector? Meldt u zich dan aan voor onze maandelijkse nieuwsbrief met rechterlijke uitspraken.

Contact over dit onderwerp

Teaser Medezeggenschap

Onze mensen

Heeft u vragen en/of opmerkingen neem dan contact op met een van onze specialisten!

Gerelateerd

Jurisprudentie selectie Zorg – november 2024 150 150 Capra Advocaten

Jurisprudentie selectie Zorg – november 2024

Artikel

lees meer
Jurisprudentie selectie Zorg – juli 2024 150 150 Capra Advocaten

Jurisprudentie selectie Zorg – juli 2024

Artikel

lees meer
Jurisprudentie selectie Zorg – mei 2024 150 150 Capra Advocaten

Jurisprudentie selectie Zorg – mei 2024

Artikel

lees meer

Blijf op de hoogte

Blijf op de hoogte over ontwikkelingen, interessante jurisprudentie en wetswijzigingen op het gebied van arbeidsverhoudingen binnen de sectoren overheid, onderwijs en zorg. Selecteer welke nieuwsbrieven u wilt ontvangen en wij houden u op de hoogte.

Vestiging Den Haag
Laan Copes van Cattenburch 56
2585 GC Den Haag
Telefoon 070-364 81 02
Fax 070-361 78 47
denhaag@capra.nl

Vestiging ‘s-Hertogenbosch
Willem van Oranjelaan 2
5211 CT ‘s-Hertogenbosch
Telefoon 073-613 13 45
Fax 073-614 82 16
s-hertogenbosch@capra.nl

Vestiging Zwolle
Terborchstraat 12
8011 GG Zwolle
Telefoon 038-423 54 14
Fax 038-423 47 84
zwolle@capra.nl

Vestiging Maastricht
Spoorweglaan 7
6221 BS Maastricht
Telefoon 043-7 600 600
Fax 043-7 600 609
maastricht@capra.nl