In dit overzicht van jurisprudentie voor de zorgsector over de afgelopen periode bespreken we weer diverse rechterlijke uitspraken relevant voor de rechtspositie van zorgprofessionals en zorgwerkgevers.
1. Aanzegvergoeding na niet-naleven aanzegplicht tijdelijk contract
Werknemer trad op 1 november 2021 in dienst als ambulant begeleider, op basis van een tijdelijk contract dat op 1 november 2022 zou eindigen. De arbeidsovereenkomst is na 1 november 2022 niet voortgezet. Werknemer verzoekt om betaling van de aanzegvergoeding, de transitievergoeding en een eindspecificatie. Werkgever beweert dat werknemer zelf zijn arbeidsovereenkomst heeft opgezegd tijdens een gesprek. De kantonrechter oordeelt dat er geen sprake was van een opzegging door werknemer, aangezien de arbeidsovereenkomst al van rechtswege zou eindigen. Daarnaast heeft werkgever de plicht tot een (schriftelijke) aanzegging niet nageleefd. Daarom is werkgever de aanzegvergoeding en de transitievergoeding verschuldigd. Werkgever moet ook een eindspecificatie verstrekken en de proceskosten betalen.
Rechtbank Midden-Nederland 2 maart 2023 (ECLI:NL:RBMNE:2023:828)
2. Werkneemster heeft re-integratieverplichtingen niet geschonden
Werkneemster is een begeleidster bij een zorgorganisatie en is door een val met de fiets arbeidsongeschikt uitgevallen. Werkneemster gaf naast haar werk ook yogalessen en heeft deze tijdens haar arbeidsongeschiktheid voortgezet. Toen werkgever hiervan hoorde, wilde hij met werkneemster spreken over een beëindiging van haar arbeidsovereenkomst. Werkneemster is niet verschenen, waarna haar loon is opgeschort. Een mediationtraject heeft niet tot een oplossing geleid. Werkgever verzoekt een ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De rechter oordeelt dat, zoals eerder ook UWV oordeelde, onvoldoende is gebleken dat werkneemster haar re-integratieverplichtingen niet is nagekomen. Volgens de rechter kan van werkgever worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Het arbeidsconflict komt doordat werkgever heeft aangestuurd op beëindiging van de arbeidsovereenkomst, terwijl de bedrijfsarts stelde dat de yogalessen juist aan haar herstel bijdragen. Werkneemster heeft recht op een billijke vergoeding van €10.000,- bruto.
Rechtbank Midden-Nederland 5 april 2023 (ECLI:NL:RBMNE:2023:1486)
3. Kort geding over terugkeer op de werkvloer
Werkneemster is werkzaam als doktersassistente en is consulente bij een medisch behandelcentrum. Sinds 2018 heeft ze regelmatig weerstand opgeroepen bij directe collega’s. Er zijn voortdurend dezelfde kritiekpunten en verbeterpunten naar voren gekomen. Ze is twee keer overgeplaatst naar andere afdelingen binnen het centrum en heeft coaching en verbetertrajecten gekregen. Werkgeefster heeft een ontbindingsverzoek ingediend vanwege een verstoorde arbeidsverhouding, het ontbreken van mogelijkheden voor verdere overplaatsing en onrust op de werkvloer. De rechter oordeelt dat werkgeefster voldoende heeft aangetoond dat de afwezigheid van werkneemster rust heeft gebracht in de organisatie en dat er weerstand is tegen haar terugkeer. Wedertewerkstelling in afwachting van de uitkomst van de ontbindingsprocedure wordt daarom afgewezen.
Rechtbank Amsterdam 6 juni 2023 (ECLI:NL:RBAMS:2023:3602)
4. Re-integratie ontvankelijk en opvolgend werkgever
Werkneemster trad op 1 juli 2016 als doktersassistente in dienst bij een huisartsenpraktijk. Op 14 december 2018 meldde ze zich ziek. Op 10 september 2020 diende ze een WIA-aanvraag in, welke werd afgewezen. Op 24 december 2020 werd werkneemsters aanvraag om een WW-uitkering goedgekeurd, maar deze werd afgewezen omdat werkgever haar volledige loon doorbetaalde. In oktober 2021 meldde werkneemster zich ongeschikt voor werk. Op 1 september 2022 werd de praktijk overgedragen en ontving werkneemster geen loon meer. Werkneemster eist achterstallig loon van beide werkgevers, maar de kantonrechter oordeelt dat werkneemster niet volledig hersteld was en aangepast werk verrichtte in november 2020. Avian hoefde werkneemster daarom na oktober 2021 geen loon meer te betalen.
Rechtbank Zeeland-West Brabant 7 juni 2023 (ECLI:NL:RBZWB:2023:4092)
5. Ontslag op staande voet van medewerkster in nachtdienst bij verzorgingstehuis niet rechtsgeldig
Werkneemster is in dienst bij een zorggroep, en verricht werkzaamheden in de nachtdiensten. Zij wordt op non-actief gesteld, omdat werkgever onderzoek doet vanwege ernstige signalen over de kwaliteit van zorg en veiligheid van haar cliënten. Werkneemster wordt op staande voet ontslagen, omdat het onderzoek de signalen bevestigt. Werkneemster berust in het ontslag, maar verzoekt de rechter wel om een billijke vergoeding. Volgens de rechter is er geen sprake van een dringende reden. De verschillende verwijten, waaronder het onthouden van zorg, het niet opvolgen van doktersadviezen en het onvoldoende registreren, zijn onvoldoende vast komen te staan en/of rechtvaardigen niet een ontslag op staande voet. De kantonrechter acht aannemelijk dat de arbeidsovereenkomst vanwege de verstoorde arbeidsverhouding niet langer zou hebben geduurd dan tot 1 januari 2024. Daarom kent de rechter aan werkneemster een billijke vergoeding toe van €15.000,- bruto.
Rechtbank Den Haag 7 juni 2023 (ECLI:NL:RBDHA:2023:8180)
6. Verwijtbaar handelen bij verlofbegeleiding tbs-patiënten
Werknemer is als verlofbegeleider werkzaam bij een organisatie die forensische en intensieve psychiatrische zorg aanbiedt, onder meer in een kliniek waar personen worden opgenomen die tbs opgelegd hebben gekregen. Patiënten in die kliniek worden begeleid naar een terugkeer in de maatschappij middels verlof. Werknemer begeleidt deze patiënten. Tijdens een verlof nam werknemer een patiënt mee in zijn eigen privéauto, ondanks dat er een dienstauto beschikbaar was. Werknemer was voor privéaankopen winkels binnengegaan en liet de patiënt buiten wachten. Bij de debriefing loog werknemer daarover. De handelswijze van werknemer is volgens de rechter weliswaar kwalijk te noemen en werknemer had beter moeten weten, maar rechtvaardigt niet dat hem geen transitievergoeding toekomt. De arbeidsovereenkomst wordt daarom ontbonden onder toekenning van de transitievergoeding.
Rechtbank Rotterdam 30 juni 2023 (ECLI:NL:RBROT:2023:5499)
7. Ontslag op staande voet niet rechtsgeldig omdat niet gebleken is van een zorgvuldig onderzoek
Werkneemster is in dienst bij een zorgorganisatie, als begeleider intensieve zorg en HR-adviseur. Zij is als persoonlijk begeleider gekoppeld aan een bewoner met een verstandelijke beperking. Werkneemster vindt het steeds lastiger om met het gedrag van de cliënt om te gaan. De cliënt claimde werkneemster steeds meer en komt bij werkneemster thuis. Werkneemster is tijdens dat bezoek ontkleed geraakt. Werkneemster wordt daarom op staande voet ontslagen. Volgens werkgever heeft werkneemster de grenzen van professionele distantie geschonden. Werkneemster berust in het ontslag, maar verzoekt de rechter om een billijke vergoeding. Volgens de rechter is niet uit te sluiten dat het uitkleden onder dwang is gebeurd. Volgens de rechter weegt ook mee dat werkgever op de door werkneemster afgegeven signalen niet adequaat heeft gereageerd. Als dat wel was gebeurd, was het incident mogelijk niet gebeurd. Omdat niet is gebleken van een zorgvuldig onderzoek, met toepassing van hoor en wederhoor, naar de relevante (persoonlijke) omstandigheden, oordeelt de rechter dat het ontslag niet rechtsgeldig is. Aan werkneemster wordt een billijke vergoeding toegekend van €50.000,- bruto.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 7 juli 2023 (ECLI:NL:GHARL:2023:5720)
Blijf op de hoogte
Wilt u op de hoogte blijven van de laatste jurisprudentie voor de zorgsector? Meldt u zich dan aan voor onze maandelijkse nieuwsbrief met rechterlijke uitspraken.
Contact over dit onderwerp
Gerelateerd
Jurisprudentie selectie Zorg – november 2024
Artikel
lees meerJurisprudentie selectie Zorg – juli 2024
Artikel
lees meerJurisprudentie selectie Zorg – mei 2024
Artikel
lees meer