Jurisprudentie selectie Zorg – juli 2024

In dit overzicht van jurisprudentie voor de zorgsector over de afgelopen periode bespreken we weer diverse rechterlijke uitspraken relevant voor de rechtspositie van zorgprofessionals en zorgwerkgevers.

1. Fysiotherapeut had dringende reden om ontslag op staande voet te nemen

Een fysiotherapeut vindt dat zijn werkgever te weinig salaris betaalt. De fysiotherapeut heeft daarom de arbeidsovereenkomst per direct opgezegd. Volgens de rechter was dit terecht. De fysiotherapeut had een dringende reden om ontslag op staande voet te nemen, ook vanwege het uitblijven van een oplossing voor het loonconflict, beschuldigingen van disfunctioneren en het feit dat de fysiotherapeut niet meer in aanmerking werd gebracht voor specialistische werkzaamheden. De rechter matigt de wettelijke verhoging, vanwege het te laat betaalde salaris, tot 10%. De werkgever verkeerde immers in de onjuiste veronderstelling dat hij een all-in salaris mocht hanteren. De rechter acht aannemelijk dat van kwade opzet geen sprake is geweest.

Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch 2 mei 2024 (ECLI:NL:GHSHE:2024:1544)

2. Zorggroep weigert werknemer te laten re-integreren in eerste spoor

Betreft een klinisch chemicus bij een zorggroep. Er heeft een confrontatie plaatsgevonden tussen deze werkneemster en de medisch coördinator, waarbij de laatste irritaties heeft geuit over zijn samenwerking met haar. Er zou daarom een verbetertraject worden ingezet. Werkneemster meldde zich daarop ziek. Volgens de bedrijfsarts kwamen de beperkingen deels voort uit een verstoorde arbeidsverhouding. Er heeft vervolgens, zonder succes, mediation plaatsgevonden. Maar de zorggroep zag een terugkeer van werkneemster, die inmiddels hersteld was, niet meer zitten. Men zette alleen in op re-integratie twee spoor (extern). Toen ook dat niet lukte, heeft de zorggroep de rechter verzocht om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. De rechter ontbindt de arbeidsovereenkomst vanwege een verstoorde arbeidsverhouding, onder toekenning van een billijke vergoeding aan de werkneemster van € 443.916,- bruto. De zorggroep had de werkneemster immers geen gelegenheid geboden om intern te re-integreren (eerste spoor). Bovendien heeft de werkgever ten onrechte nagelaten om het initiatief te nemen bij het oplossen van het arbeidsconflict.

Rechtbank Noord-Nederland 8 mei 2024 (ECLI:NL:RBNNE:2024:1856)

3. Bedrijfsarts schiet tekort in zijn verplichtingen

In deze procedure verwijt de werkgeefster de bedrijfsarts dat hij tekortgeschoten is door onjuist te adviseren. De bedrijfsarts heeft namelijk ten onrechte geadviseerd om een werkneemster hersteld te melden. Daardoor heeft de werkgeefster (loon)schade geleden. Volgens de rechter slaagt het verwijt van de werkgeefster. Een werkneemster die 21 maanden geleden is uitgevallen, sindsdien haar eigen taken niet meer heeft verricht en niet in de avonduren dan wel haar volle uren heeft kunnen werken kan niet zonder voorbehoud en zonder tussentijdse controle als volledig hersteld worden beoordeeld. Toch hoeft de bedrijfsarts geen volledige vergoeding van de schade te betalen, omdat in de overeenkomst tussen werkgeefster en bedrijfsarts afgesproken was dat vergoeding van schade beperkt wordt tot het bedrag dat werkgeefster voor de diensten betaalt.

Rechtbank Midden-Nederland 15 mei 2024 (ECLI:NL:RBMNE:2024:2934)

4. Rechtsgeldige opzegging door werknemer?

Betreft een thuiszorgmedewerkster. Zij heeft een gesprek met de werkgever over haar werkwijze. Tijdens dat gesprek heeft de werkneemster aangegeven niet meer te willen werken voor een thuiszorgorganisatie en heeft zij toegezegd dat met wederzijdse goedkeuring het contract wordt ontbonden. Maar volgens werkneemster is er van haar zijde geen sprake van een opzegging. De rechter is echter van oordeel dat er sprake is van een duidelijke en ondubbelzinnige verklaring van werkneemster. Gezien een WhatsAppbericht van de werkneemster, waarin zij haar opzegging bevestigt, mocht de werkgever erop vertrouwen dat zij welbewust de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd. De rechter merkt nog op dat als er voor de werkgever reden is te twijfelen of de verklaring van de werknemer overeenkomt met diens wil, de werkgever een onderzoeksplicht heeft. De werkgever moet de werkneemster ook informeren over de gevolgen van een opzegging.

Rechtbank Gelderland 5 juni 2024 (ECLI:NL:RBGEL:2024:3456)

5. Ongepaste wijze van communiceren

Betreft een activiteiten- en welzijnsbegeleider bij een ouderenzorginstelling. De zorginstelling wil de arbeidsovereenkomst van deze werknemer ontbinden, omdat de werknemer zich op een vijandige, oncollegiale en grievende wijze heeft opgesteld. Bovendien heeft hij werkzaamheden geweigerd en geen medewerking verleend aan een mediationtraject. De rechter ontbindt de arbeidsovereenkomst, zonder toekenning van een transitievergoeding. Volgens de rechter is er namelijk sprake van ernstig verwijtbaar handelen. Diverse gesprekken, het inzetten van een verbetertraject, de begeleiding van een coach en de overplaatsing naar een andere locatie hebben niet voor een wezenlijke verbetering in de houding en het gedrag van werknemer gezorgd.

Rechtbank Rotterdam 19 juni 2024 (ECLI:NL:RBROT:2024:5656)

Praktijkgroep Zorg

Blijf op de hoogte

Wilt u op de hoogte blijven van de laatste jurisprudentie voor de zorgsector? Meldt u zich dan aan voor onze maandelijkse nieuwsbrief met rechterlijke uitspraken.