Jurisprudentie selectie Zorg – oktober 2023

In dit overzicht van jurisprudentie voor de zorgsector over de afgelopen periode bespreken we weer diverse rechterlijke uitspraken relevant voor de rechtspositie van zorgprofessionals en zorgwerkgevers.

1. Schadevergoeding statutair-bestuurder begrensd door WNT

Betreft een statutair bestuurder bij een stichting, welke zich richt op het ondersteunen van cliënten bij de verbetering en het behoud van hun eigen leven. Na een crisis bij deze stichting, wordt de bestuurder ontslagen. Volgens de bestuurder is het ontslag niet terecht. Maar volgens de rechter had de werkgever een geldige reden voor het ontslag. Wel had de werkgever zich dienen te houden aan de opzegtermijn. Daarom heeft de werknemer recht op een zogenaamde gefixeerde schadevergoeding (salaris over de opzegtermijn). De Wet normering topinkomens (WNT) heeft geen invloed op deze schadevergoeding. De bestuurder heeft daarnaast recht op een contractuele schadevergoeding, tot het maximumbedrag van de WNT.

Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch 10 augustus 2023 (ECLI:NL:GHSHE:2023:2603)

2. Artsen-microbiologen hebben geen recht op deel inkomsten niet verzekerde COVID-zorg

Zeven artsen-microbiologen en het ziekenhuis waar zij werken hebben de rechter gezamenlijk verzocht om een oordeel te geven in een kwestie die hen verdeeld hield. Het geschil gaat om de interpretatie van de contractuele afspraken tussen de artsen en het ziekenhuis met betrekking tot inkomsten uit niet verzekerde diagnostiek. De rechter is van oordeel dat deze zorg onder de reikwijdte van de gemaakte afspraken valt. Verder oordeelt de rechter dat zij geen recht hebben op betaling van 1/3 deel van inkomsten ter zake niet verzekerde COVID-zorg. Volgens de rechter is het namelijk onaanvaardbaar om deze afspraken ongewijzigd in stand te houden, omdat dit zou resulteren in aanzienlijke inkomsten voor hen, terwijl andere vrijgevestigde medisch specialisten geen toename van inkomsten hebben gekregen.

Rechtbank Rotterdam 11 augustus 2023 (ECLI:NL:RBROT:2023:7229)

3. Ontbinding arbeidsovereenkomst van gynaecologe vanwege geschonden vertrouwen

Werkgeefster is een kleinschalige vrouwenkliniek. Een patiënte dient een klacht in tegen een gynaecologe, vanwege het missen van baarmoederhalskanker in de uitslag van een biopt. De werkgeefster heeft een gesprek met de gynaecologe en over het besluit om een nieuwe collega aan te trekken. De gynaecologe is het hier niet mee eens. Het vertrouwen raakt als gevolg van de medische fout, en hoe de gynaecologe hiermee omgaat, ernstig beschadigd. Er volgt een mediationtraject, maar zonder succes. Ook wordt geen overeenstemming bereikt over een beëindigingsovereenkomst. Conform verzoek ontbindt de rechter de arbeidsovereenkomst.

Rechtbank Oost-Brabant 31 augustus 2023 (ECLI:NL:RBOBR:2023:4297)

4. ABU-cao niet van toepassing omdat niet is voldaan aan het schriftelijkheidsvereiste

Werkneemster is voor bepaalde tijd in dienst als verzorgende IG. De werkgever regelt voor haar huisvesting en verrekent de woonlasten en de kosten van een vliegticket van Parimaribo naar Amsterdam met het salaris. De werkneemster voldoet echter niet aan de functie-eisen. Er is onvoldoende vertrouwen dat er verbetering zal optreden. De arbeidsovereenkomst wordt al na enkele maanden opgezegd, waar de werkneemster het niet mee eens is. De vraag is of er sprake is van een uitzendovereenkomst, dat ontslag vergemakkelijkt. Volgens de rechter niet. De verwijzing in de arbeidsovereenkomst naar de uitzend(ABU-)cao is hiervoor onvoldoende. Het ontslag is daarom niet rechtsgeldig.

Rechtbank Gelderland 7 september 2023 (ECLI:NL:RBGEL2023:5081)

5. Ontslag op staande voet wegens verlaten werkplek vóór einde dienst

Werkneemster is in dienst bij een stichting die cliënten met een formele zorgindicatie toezicht en begeleiding biedt. Als nevenactiviteit organiseert werkneemster bij een andere werkgever danslessen. Op een dag verlaat zij vóór einde dienst haar werkplek, om dansles te gaan geven. Zij wordt daarom op staande voet ontslagen. Volgens de werkneemster is dit ontslag niet terecht. De rechter volgt haar hierin. De rechter houdt hierbij rekening met de ongeschreven regels op de werklocatie, dat te veel gewerkte uren gecompenseerd werden zonder dit te registreren. Daarom is het ontslag niet rechtsgeldig. Aan de werkneemster wordt geen billijke vergoeding toegekend, omdat zij niet heeft onderbouwd dat ze schade heeft geleden door het ontslag.

Rechtbank Rotterdam 28 september 2023 (ECLI:NL:RBROT:2023:9029)

6. UMC onderbouwt onvoldoende dat analist wist van spookdetacheringen

Werknemer is vanaf 1985 in dienst bij een UMC, als senior research analist. Hij is daarnaast, als nevenwerkzaamheid, een jaar in dienst geweest van een biotechnisch onderzoeksbedrijf. Het European Research Executive Agency laat het UMC weten dat er onregelmatigheden zijn geconstateerd in een aantal onderzoeksprojecten. Het UMC heeft naar aanleiding hiervan een onderzoek ingesteld. Een voorlopige bevinding is dat sprake zou zijn geweest van ‘spookdetacheringen’. De werknemer wordt op staande voet ontslagen, omdat hij in dienst is geweest van het onderzoeksbedrijf, zonder hiervan melding te hebben gemaakt bij het UMC. Verder zou hij hebben geweten van de spookdetacheringen. Maar volgens de rechter is het ontslag niet rechtsgeldig. De nevenwerkzaamheden zijn immers al beëindigd, en het UMC heeft hier indertijd niets van gemerkt. Bovendien heeft het UMC niet goed onderbouwd dat de werknemer wist van de spookdetacheringen.

Rechtbank Den Haag 6 oktober 2023 (ECLI:NL:RBDHA:2023:14955)

Praktijkgroep Zorg

Blijf op de hoogte

Wilt u op de hoogte blijven van de laatste jurisprudentie voor de zorgsector? Meldt u zich dan aan voor onze maandelijkse nieuwsbrief met rechterlijke uitspraken.