Sinds 1 januari jl is de nieuwe Landelijke Regeling aanspraken na Dienstongevallen gaan gelden binnen de Veiligheidsregio’s. In dit artikel wordt daar nader op ingegaan. Graag brengen wij ook onze cursus ‘Rechtspositie voor Veiligheidsregio’s’ onder de aandacht die op 11 april 2024 in Utrecht wordt gegeven.
Samenvatting:
- Met ingang van 1 januari 2024 geldt er één Regeling aanspraken dienstongevallen veiligheidsregio’s.
- Deze regeling maakt onderdeel uit van de rechtspositie en biedt een compensatie voor de financiële gevolgen van tijdelijke arbeidsongeschiktheid, en voor blijvende lichamelijk invaliditeit/ arbeidsongeschiktheid of overlijden ten gevolge van een dienstongeval.
- De regeling geldt voor beroepskrachten, vrijwilligers en anderen die in opdracht van een veiligheidsregio werken.
- De regeling geldt niet voor andere ‘dienstverbandaandoeningen’, zoals PTSS (tenzij het gevolg van een de medewerker overkomen dienstongeval). Voor dergelijke aandoeningen bestaan rechtspositionele voorzieningen voor beroepsmedewerkers, maar niet voor vrijwilligers.
- Oprichting Expertisebureau Risicobeheer Veiligheidsregio’s (ERVRS) Speciaal voor het ondersteunen van veiligheidsregio’s bij het afhandelen en voorkomen van schades is het ERVRS opgericht.
Dienstongevallen: hoe was het geregeld?
Sinds jaar en dag gelden voor ambtenaren in beroepsdienst van veiligheidsregio’s speciale regelingen voor dienstverbandaandoeningen, of deze nu voortvloeien uit een dienstongeval of uit andere specifieke omstandigheden die verband houden met het werk. Denk bijvoorbeeld aan hogere loondoorbetaling bij ziekte, aanvullend arbeidsongeschiktheidspensioen, en vergoedingen voor niet verzekerde medische kosten.
Voor vrijwilligers van de brandweer was het anders geregeld. Voor hen was een systeem in het leven geroepen waarbij de rechtspositionele aanspraken in hoge mate afhingen van de dekking van een gesloten verzekering, met hier en daar nadere mogelijkheden of verplichtingen van het bevoegd gezag om aanvullende vergoedingen te verstrekken, bijvoorbeeld op het vlak van medische kosten.
Vrijwilligers hebben doorgaans elders een hoofdbetrekking, dus een dienstongeval kan ook gevolgen hebben voor het werk elders. Per 1 januari 2010 kregen ook de hoofdwerkgevers een positie: deze kregen in geval van ziekte door een dienstongeval recht op een vergoeding, althans op de veiligheidsregio rustte de verplichting om de hoofdwerkgever te informeren dat die hoofdwerker recht had op een vergoeding. Uit het systeem van hoofdstuk 19 CAR/UWO kon worden afgeleid dat ook deze vergoeding voortvloeide uit een te sluiten verzekering.
Als gevolg van de keuze om bij iedere gemeente of veiligheidsregio de verplichting neer te leggen een verzekering af sluiten, althans voor de vrijwilligers, ontstonden verschillen. Iedere veiligheidsregio moest aan de slag met een verzekeraar en een concrete werkwijze uitdenken (al dan niet ‘ad hoc’) voor het geval er daadwerkelijk sprake was van een dienstongeval.
Een nieuwe regeling: de Landelijke Regeling aanspraken na Dienstongevallen
In de achterliggende jaren is de wijze waarop voorzien wordt in aanspraken na dienstongevallen onderwerp geweest van studie. Dat leidde tot aanpassingen in de CAR/UWO Veiligheidsregio’s in combinatie met de totstandkoming van de Landelijke Regeling aanspraken na Dienstongevallen.
In een uitgebreide brief van 21 november 2023 zijn deze aanpassingen en de nieuwe Regeling gepresenteerd aan de besturen van de veiligheidsregio’s. Deze moeten de wijzigingen en de nieuwe Regeling vaststellen, waarna deze gaan gelden.
Kern van de veranderingen
Het gaat het bestek van dit artikel te buiten om de regeling en de wijzigingen ten opzichte van het verleden integraal te behandelen. Daarvoor wordt graag verwezen naar genoemde brief, met bijlagen. Hier volgen een paar kernpunten en bijzonderheden.
Eén landelijke regeling
Het belangrijkste is dat zodra de CAR/UWO bepalingen lokaal van toepassing zijn verklaard, inclusief de Landelijke Regeling aanspraken na Dienstongevallen, er sprake is van een landelijk uniforme regeling voor uitkeringen na dienstongevallen waarbij sprake is van letsel met tijdelijke of blijvende arbeidsongeschiktheid/invaliditeit dan wel overlijden tot gevolg.
Oprichting Expertisebureau Risicobeheer Veiligheidsregio’s (ERVRS)
Het ERVRS voorziet in de ondersteuning bij de afhandeling van dienstongevallen en in gezamenlijke inkoop van een ongevallenverzekering. Het ERVRS verzameld landelijke informatie over risico’s en dienstongevallen en analyseert deze. Voor uitgebreide informatie over de achtergronden en inhoud van de nieuwe Landelijke regeling en veel praktische informatie, onder andere over feitelijke schadeafhandeling, is een bezoek aan de site van deze nieuwe organisatie een aanrader.
Eén regeling voor beroepskrachten en vrijwilligers, maar ook voor anderen die werkzaamheden voor een veiligheidsregio verrichten.
De regeling kent de definitie van ‘betrokkene’. Een betrokkene is iemand die is aangesteld bij een veiligheidsregio maar kan ook een ander persoon zijn die met een veiligheidsregio overeengekomen werkzaamheden verricht. Als voorbeelden worden genoemd: een instructeur, docent, figurant, externe piketfunctionaris, ondersteuner of ingehuurde medewerker, iemand die meeloopt in de 24-uursdienst, stagiaire of gedetacheerde die onder gezag staat van een Veiligheidsregio dan wel een oud-medewerker die werkzaamheden verricht voor de Veiligheidsregio. Met deze formulering lijkt een poging ondernomen om personen die onder allerlei constructies werkzaamheden bij veiligheidsregio’s verrichten allemaal onder de paraplu van de regeling te laten vallen.
De regeling valt niet meer samen met de verzekering
Een ander belangrijk punt is dat voor wat betreft de aanspraken van vrijwilligers niet langer verwezen wordt naar een af te sluiten verzekering, maar dat de aanspraken van de individuele ambtenaar voortvloeien uit de regeling zelf. Voor de financiële risico’s die gepaard gaan met uitvoering van de regeling is vervolgens een centrale verzekering afgesloten en voor zover de risico’s niet te verzekeren zijn is een waarborgfonds opgericht. Hiermee wordt afstand genomen van de wellicht wat vreemde situatie dat de hoogte van aanspraken afhankelijk was van de bereidheid en mogelijkheid om risico’s te verzekeren. De individuele medewerker hoeft nu niet meer te zoeken in polisvoorwaarden, maar kan in de regeling met bijlagen kijken. Inhoudelijk ziet met name de regeling voor de uitkering bij tijdelijke arbeidsongeschiktheid er behoorlijk robuust uit.
Meer duidelijkheid over het begrip dienstongeval
Op zich verandert de definitie van dienstongeval niet. Een dienstongeval is nog altijd een ongeval dat in overwegende mate verband houdt met de aard van de aan de ambtenaar opgedragen werkzaamheden of de bijzondere omstandigheden waarin deze moesten worden verricht, tenzij het ongeval aan de schuld of nalatigheid van de ambtenaar is te wijten.
Allerlei situaties waarvan, naar de letter, betwist kon worden of het een ongeval betreft, worden volgens bijlage 2 bij de regeling ‘ingesloten’. Ook wordt nader uitgelegd wat nu verstaan wordt onder ‘repressieve activiteiten’. Daaronder worden ook verstaan keuring, opleiding, oefening en natuurlijk opkomst/uitruk.
Inkomensvoorziening voor beroepskrachten die tevens zelfstandig ondernemer zijn
Nieuw is dat een beroepskracht die tevens zelfstandige is – een geregeld voorkomende combinatie – bij tijdelijke arbeidsongeschiktheid als gevolg van een dienstongeval aanspraak kan maken op financiële compensatie voor gederfde inkomsten als zelfstandig ondernemer.
Geen definitie van dienstongeval in hoofdstuk 19 CAR/UWO
Een opvallend punt is dat nog altijd geen definitie van dienstongeval is opgenomen in hoofdstuk 19 CAR/UWO. Voor de definitie van wat onder een dienstongeval moet worden verstaan moet de vrijwilliger te rade gaan in de nieuwe regeling, terwijl voor de reguliere ambtenaar er nog altijd een definitie staat in artikel 7:1 CAR/UWO.
De nieuwe regeling: alleen voor ongevallen
De nieuwe regeling, de titel zegt het al, geldt voor ongevallen, en dus niet voor situaties waarin er anderszins sprake is van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of gebreken die in overwegende mate verband houdt met de aard van de aan de ambtenaar opgedragen werkzaamheden of de bijzondere omstandigheden waarin deze moesten worden verricht. Denk hierbij aan de gevolgen van zwaar tilwerk of PTSS, voor zover niet gerelateerd aan een ongeval dat de ambtenaar is overkomen.
Voor de beroepskracht gelden in die situatie speciale rechtspositionele voorzieningen, bijvoorbeeld verhoogde loondoorbetaling bij ziekte en een aanvullend arbeidsongeschiktheidspensioen.
Voor vrijwilligers en personen die op een andere grondslag werkzaamheden voor een veiligheidsregio verrichten bestaan in een dergelijke situatie geen speciale rechtspositionele voorzieningen.
Wat opvalt is de tekstaanpassing van artikel 7:7 CAR/UWO, dus in de rechtspositie van de beroepskracht. Tot 1 januari 2024 kon de werkgever bij arbeidsongeschiktheid ‘in en door de dienst’ noodzakelijk gemaakte medische kosten, waarvoor door de verzekeraar geen vergoeding toegekend werd, vergoeden. Ingaande 1 januari 2024 staat in artikel 7:7 lid 1 CAR/UWO expliciet dat het moet gaan om arbeidsongeschiktheid of blijvende arbeidsongeschiktheid ‘ten gevolge van een dienstongeval’. In zoverre lijkt dus sprake te zijn van een verslechtering.
De nieuwe regeling: een belangrijke stap. Volgt PTSS?
Op 11 februari 2024 besteedde het programma Zembla uitgebreid aandacht aan PTSS bij de brandweer met als leidmotief dat nazorg aan brandweermensen met PTSS tekort zou schieten. Of daarmee recht gedaan wordt aan de inspanningen die bij vele veiligheidsregio’s worden gedaan om voor en na ingrijpende gebeurtenissen goede zorg te verlenen is de vraag, maar een gegeven is wel dat het onderwerp nu extra op de kaart staat. Een voorzienbare ontwikkeling is dat de gevolgen van PTSS als beroepsziekte ook opgevangen gaan worden met een rechtspositionele regeling, zoals dat bijvoorbeeld bij de politie al jaren het geval is en inmiddels ook bij Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland.
Cursus: Rechtspositie voor veiligheidsregio’s (11 april 2024)
Ambtenaren in dienst bij veiligheidsregio’s, zowel reguliere ambtenaren als vrijwilligers, vallen nog altijd niet onder de werking van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren. Inmiddels duurt die situatie al vier jaren en begint de rechtspositie van de veiligheidsregio’s inhoudelijk steeds meer te verschillen van die van de sector gemeenten en gemeenschappelijke regelingen.
Capra heeft een speciale cursus van een dag ontwikkeld voor HR-specialisten en anderen die te maken hebben met de ‘blijfambtenaren’ van de veiligheidsregio’s.
Deze cursus bestrijkt het brede spectrum van de ambtelijke rechtspositie, van aanstelling tot ontslag, met speciale aandacht voor onderwerpen die eigen zijn aan de wereld van de brandweer. De cursus wordt gegeven op 11 april aanstaande door Marien Korevaar en Martijn Steuten. Zij kunnen diverse veiligheidsregio’s tot hun cliënten rekenen zodat zij goed op de hoogte zijn van bijzonderheden en ontwikkelingen.
Contact over dit onderwerp
Martijn Steuten
Gerelateerd
Actieve openbaarmaking komt eraan! Hoe gaan we daarmee om?
Artikel
lees meerEuropees Hof verbiedt ongelijkheid in overwerktarieven tussen voltijd- en deeltijdwerkers
Artikel
lees meerCAO akkoord Nederlandse Universiteiten
Artikel
lees meerSanctioneren bij niet-integer gedrag: weet u wat u moet doen?
Artikel
lees meerSociale veiligheid op de provinciale werkvloer
Artikel
lees meerHet ‘kennen of kunnen’-criterium: over onderwijsrecht en Awb
Artikel
lees meer