Ambtseed

de eed of belofte die een ambtenaar bij indiensttreding aflegt, waar hij in feite verklaart integer met zijn functie om te gaan. Voorbeeldteksten: “Ik zweer/verklaar dat ik voor het verkrijgen van deze dienstbetrekking aan niemand iets heb gegeven of beloofd, noch zal geven of beloven.” “Ik zweer/beloof dat ik van niemand enige belofte, gunst of enig geschenk zal aannemen om in mijn dienstbetrekking iets te doen of na te laten.” “Ik zweer/beloof dat ik mijn plicht nauwgezet en ijverig zal vervullen en de mij verstrekte opdracht naar beste vermogen zal volbrengen.” “Ik zweer/beloof dat ik zaken waarvan ik door mijn ambt kennis draag en die mij als geheim zijn toevertrouwd of waarvan ik het vertrouwelijk recht moet begrijpen, niet zal openbaren aan anderen, dan aan hen aan wie ik volgens wet of ambtshalve tot medewerking verplicht ben. Zo waarlijk helpe mij God almachtig (of: Dit verklaar en beloof ik).” Let op de relatie met ambtelijke integriteit! Overtreding van de ambtseed kan leiden tot de conclusie dat de ambtenaar zich schuldig heeft gemaakt aan plichtsverzuim.