Invaliditeitspensioen

een deel van het inkomen bij arbeidsongeschiktheid. Dat inkomen bij arbeidsongeschiktheid bestaat uit een wettelijk basisinkomen van de overheid, zijnde de WAO- of WIA-uitke-ring. Daarnaast bestaat dat inkomen uit het invaliditeits-pensioen. Dat is een aanvulling op de WAO-uitkering en vult die uitkering aan tot een bepaald percentage van het inkomen in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin het recht op invaliditeitspensioen is ontstaan (peilinkomen). Het percentage tot welk de WAO-uitkering wordt aangevuld, is afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid. Bij volledige arbeidsongeschiktheid wordt de WAO-uitkering aangevuld met een invaliditeitspensioen tot 70% van het peilinkomen. Bij arbeidsongeschiktheid voor minder dan 15% bestaat geen recht op invaliditeitspensioen. Dat houdt verband met het feit dat om in aanmerking te komen voor invali-diteitspensioen recht moet bestaan op een WAO-uitkering. Om voor een WAO-uitkering in aanmerking te komen, moet men ten minste 15% arbeidsongeschikt zijn. Het recht op een invaliditeitspensioen duurt zolang dat recht bestaat op een WAO-uitkering, maar uiterlijk tot de eerste dag van de maand waarin de 65-jarige leeftijd wordt bereikt.