Voorlopige voorziening

een ambtenaar kan tijdens een bezwaarschrift- of (hoger) beroepsprocedure de voorzieningenrechter vragen om een voorlopige voorziening te treffen. Vereist is wel dat er een ‘bodemprocedure’ loopt en dat sprake is van een spoedeisend belang. Bij ontslagzaken wordt een spoedeisend belang aan de zijde van de ambtenaar al snel aangenomen. Indien een bestuursorgaan hoger beroep heeft aangetekend tegen een uitspraak van de Rechtbank, kan ook het bestuursorgaan bij de voorzieningenrechter van de CRvB een voorlopige voorziening vragen. Dat laatste bestaat meestal uit een schorsing van de werking van de uitspraak van de Rechtbank. Een financieel belang aan de zijde van het bestuursorgaan wordt echter niet snel beschouwd als een spoedeisend belang. De voorzieningenrechter kan onder omstandigheden direct uitspraak in de hoofdzaak doen indien de hoofdzaak zich al in de beroepsfase bevindt. Het komt wel eens voor dat de voorzieningenrechter van een Rechtbank van deze bevoegdheid gebruik maakt. De voorzieningenrechter van de CRvB maakt van die bevoegdheid nauwelijks gebruik.