Uitbreiding bevoegdheden ondernemingsraad, vakbonden buitenspel?
Inleiding
In de Wet op de ondernemingsraden (WOR) staan de bevoegdheden van de ondernemingsraad uitputtend opgesomd, waaronder het advies- en instemmingsrecht (artikelen 25 en 27 van de WOR). In relatie tot de bevoegdheden van de vakbonden geldt de vuistregel dat uitsluitend de vakbonden gaan over de primaire arbeidsvoorwaarden. Onder primaire arbeidsvoorwaarden worden onder andere verstaan het salaris, vakantiegeld, pensioen en het aantal vakantiedagen. De ondernemingsraad gaat over de organisatorische inbedding van deze primaire arbeidsvoorwaarden.
Het vorenstaande betekent bijvoorbeeld dat de vakbonden zeggenschap hebben over het aantal verlofdagen en de ondernemingsraad instemmingsrecht heeft over de regeling waarin is bepaald op welke wijze verlof kan worden opgenomen.
Uitbreiding bevoegdheden
Het is mogelijk om op grond van artikel 32 van de WOR de bevoegdheden van de ondernemingsraad uit te breiden. Het gaat hierbij niet alleen om de bevoegdheden zoals opgesomd in artikel 25 (adviesrecht) en artikel 27 (instemmingsrecht) van de WOR maar ook om uitbreiding van het recht op informatie, zoals bedoeld in de artikelen 31 en 31a t/m 31e van de WOR en uitbreiding van de voorzieningen zoals bedoeld in artikel 18 van de WOR.
Voormelde uitbreiding kan op grond van een cao of arbeidsvoorwaardenregeling of simpelweg op basis van een schriftelijke overeenkomst tussen ondernemer en ondernemingsraad gerealiseerd worden.
Uitbreiding van de bevoegdheden is ook mogelijk ten aanzien van de primaire arbeidsvoorwaarden, ondanks dat deze -zoals hiervoor aangegeven- tot het domein van de vakbonden behoren. Uitgezonderd is de situatie als bedoeld in artikel 27, derde lid van de WOR, te weten wanneer een onderwerp al is geregeld in een cao of publiekrechtelijke arbeidsvoorwaardenregeling. Dan komt de OR geen instemmingsrecht meer toe.
Daar waar steeds minder werknemers aangesloten zijn bij een vakbond is de gedachte, dat gesprekken over arbeidsvoorwaarden met de ondernemingsraad gevoerd zouden kunnen worden omdat hij beter in de organisatie het personeel zou vertegenwoordigen.
Wanneer tussen de ondernemer en de ondernemingsraad overeengekomen is dat bevoegdheden worden uitgebreid, ook wel ‘bovenwettelijke bevoegdheden’ genoemd, roept dat de vraag op of daarmee de vakbonden buitenspel gezet kunnen worden. In het TUI-arrest van 26 april 2024 (ECLI:NL:HR:2024:673) kwam dit aan de orde.
Hoge Raad
TUI onderhandelde met zijn ondernemingsraad over de primaire arbeidsvoorwaarden voor het cabinepersoneel. TUI en de ondernemingsraad waren overeengekomen dat de wettelijke bevoegdheden van de ondernemingsraad daartoe waren uitgebreid. Vakbond FNV verzocht TUI vervolgens om betrokken te worden bij het overleg over de primaire arbeidsvoorwaarden maar dit werd door TUI geweigerd. TUI voerde immers al overleg met de ondernemingsraad. Hierop stapte FNV naar de rechter en op 26 april 2024 deed de Hoge Raad uitspraak.
De Hoge Raad oordeelde dat het uitgangspunt is dat een werkgever niet verplicht is om met een vakbond te onderhandelen over collectieve arbeidsvoorwaarden. Een partij mag in beginsel zelf bepalen of, en zo ja met wie, zij over collectieve arbeidsvoorwaarden wil overleggen.
Toch kan de weigering van een werkgever om met een vakbond te onderhandelen over collectieve arbeidsvoorwaarden in een concreet geval onrechtmatig zijn. Wanneer daarvan sprake is moet door de rechter beantwoord worden aan de hand van een afweging van de belangen over en weer, waarbij alle omstandigheden van het geval in aanmerking genomen worden.
Tot die omstandigheden behoren volgens de Hoge Raad onder meer de representativiteit en deskundigheid van de vakbond, het belang dat onderhandelingen over primaire arbeidsvoorwaarden worden gevoerd door onderhandelaars die onafhankelijk zijn ten opzichte van de werkgever, het draagvlak bij de werknemers voor de bestaande wijze waarop wordt onderhandeld over primaire arbeidsvoorwaarden (en aan die wijze verbonden waarborgen voor werknemers) en het gewicht van de bezwaren die de werkgever ten grondslag legt aan zijn weigering om met de vakbond in onderhandeling te treden.
De Hoge Raad kwam in deze kwestie tot de conclusie dat de beslissing van het hof, dat TUI de vakbond FNV moet toelaten tot het overleg over primaire arbeidsvoorwaarden, in stand kon blijven. TUI moest dus -ongeacht de met de ondernemingsraad gemaakte afspraken- de vakbonden tot het overleg toelaten.
Conclusie
Wanneer de uitbreiding van bevoegdheden van de ondernemingsraad het terrein van de primaire arbeidsvoorwaarden raakt, waarover in de regel de werkgever met de vakbonden overleg moet voeren, kan de werkgever een vakbond die daarom verzoekt niet zonder meer aan de overlegtafel weigeren. Uit het arrest van de Hoge Raad volgt dat de werkgever hierbij alle omstandigheden van het geval moet betrekken om zo tot een goede afweging te komen.
Wanneer u hierover of over andere medezeggenschapskwesties vragen hebt, kunt u altijd bij Capra Advocaten terecht. Wij zijn u graag van dienst.
Contact over dit onderwerp
Suzanne van Loon
Gerelateerd
Daar zakt me de broek van af… een uitspraak over wangedrag in de zorg
Artikel
lees meerArbeidsongeschikte werknemer onbereikbaar. Wat nu?
Artikel
lees meerActieve openbaarmaking komt eraan! Hoe gaan we daarmee om?
Artikel
lees meerJurisprudentie selectie Overheid – oktober 2024
Artikel
lees meerDe arbeidsrechtelijke worsteling met diversiteit
Artikel
lees meerHet uur U nadert: vanaf 1 januari 2025 meer risico’s bij het inhuren van zzp’ers. Is uw organisatie er al klaar voor?
Artikel
lees meer