Dat in deze bijzondere tijden medewerkers in de zorg bijzondere aandacht krijgen, ontgaat niemand. Er is alom waardering en respect voor deze groep medewerkers en de buitengewone omstandigheden waaronder zij op dit moment hun werkzaamheden verrichten.
Maar dat aan medewerkers in de zorg ook in het pre-corona-tijdperk bijzondere eisen werden gesteld, bleek onlangs nog maar eens in een uitspraak van de rechtbank Den Haag (ECLI:NL:RBDHA:2020:763). In deze zaak ging het om een medewerkster van een zorginstelling die tot tweemaal toe spullen had meegenomen.
De rechtbank kende extra gewicht toe aan de aard van de functie. De rechtbank overwoog immers het volgende: “Gelet op de kwetsbaarheid van de bewoners van de instelling en de maatschappelijke positie van werkgever is het van belang dat werkneemster zich bewust is van die positie en is het gerechtvaardigd dat door werkgever hoge eisen worden gesteld aan integriteit en betrouwbaarheid.”
Wat was er aan de hand?
De casus: diefstal door een zorgmedewerker
De medewerkster in kwestie was al geruime tijd als zorg-assistent /servicemedewerker voedingsdienst werkzaam bij een zorginstelling. Op 25 oktober 2019 zag een collega dat de medewerkster een trui van een van de bewoners meenam. Daarop aangesproken door deze collega verklaarde de medewerkster dat zij de trui slechts wilde lenen. Diezelfde avond nam de medewerkster servetten en theedoeken van de zorginstelling mee.
Met deze twee voorvallen werd de medewerkster op 28 oktober 2019 geconfronteerd. De medewerkster erkende de verweten gedragingen. Zij werd geschorst en enkele dagen later – op 4 november 2019 – volgde een ontslag op staande voet. Terecht zullen velen van u denken: stelen mag niet.
Het ontslag op staande voet: handel voortvarend!
De medewerkster was het niet eens met dit ontslag en wendde zich tot de rechter. Gevraagd werd om het ontslag op staande voet te vernietigen. Zekerheidshalve verzocht de werkgever om de arbeidsovereenkomst voorwaardelijk te ontbinden. Dit voor het geval het ontslag op staande voet onverhoopt geen stand zou houden.
De rechter wees het verzoek van de werkneemster toe en vernietigde het ontslag op staande voet. Niet omdat de gedragingen het ontslag niet rechtvaardigden, maar omdat het ontslag niet onverwijld was gegeven. Na het horen van de medewerkster op 28 oktober 2019 was het onderzoek immers al afgerond. Het ontslag werd echter pas zeven dagen later gegeven en dat was naar het oordeel van de rechter niet onverwijld.
Hoge eisen aan integriteit en betrouwbaarheid voor zorgpersoneel
Betekende dit nu dat het dienstverband in stand bleef? Nee. De rechter oordeelde dat de feiten en omstandigheden een redelijke grond voor ontbinding opleverden zoals bedoeld in artikel 7:669 lid 3 onder e Burgerlijk Wetboek. Oftewel: er was sprake van verwijtbaar handelen van de werkneemster.
Bij de motivering besteedde de kantonrechter aandacht aan het werk en de omstandigheden waaronder de werkzaamheden werden uitgeoefend. De rechter overwoog expliciet dat de werkneemster haar werkzaamheden verrichtte in een zorginstelling waarvan de bewoners kwetsbare mensen zijn die zich in een afhankelijke positie ten opzichte van de medewerkster bevonden, aangezien zij met de zorg voor deze mensen was belast en in dat kader ook werd toegelaten in hun kamers.
Gelet op de kwetsbaarheid van de bewoners van de instelling en de maatschappelijke positie van de werkgever is het, zo oordeelde de rechter, van belang dat de medewerkster zich bewust is van die positie en is het gerechtvaardigd dat door de werkgever hoge eisen worden gesteld aan integriteit en betrouwbaarheid, welke eisen ook waren vastgelegd in een gedragscode.
Enkel al het (willen) meenemen van goederen zonder toestemming van de werkgever levert ernstig verwijtbaar handelen op. Hoewel het ontslag op staande voet werd vernietigd, werd de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang ontbonden. Deze bevoegdheid komt de kantonrechter op grond van artikel 7:671b lid 8 BW toe bij ernstig verwijtbaar handelen. Volgens de rechter was de medewerkster zeer berekenend geweest in haar handelen en was zij zich er zeer goed bewust van wat zij deed en ook dat dit niet mocht. Een transitievergoeding werd daarom evenmin toegekend.
Aandacht voor integriteit
Dat het ontslag standhield, leidt niet tot verbazing. Stelen mag niet. Mocht u als werkgever onverhoopt toch worden geconfronteerd met dergelijke vermoedens, handel voortvarend maar blijf zorgvuldig. In deze zaak waren de feiten duidelijk en bekende de medewerkster de diefstal. Dat zal niet altijd zo zijn. Duidelijkheid over de vraag wat u van uw medewerkers verwacht, dus wat kan en wat niet kan, is belangrijk.
Dat de maatschappelijke positie van de werkgever hierbij een rol speelt, wordt in deze uitspraak nog maar eens benadrukt. Werken met kwetsbare personen leidt tot hoge eisen aan integriteit en betrouwbaarheid. Het is goed dit periodiek bij uw medewerkers onder de aandacht te brengen. Integriteit.nl kan u hierbij helpen. Mocht het dan toch nog fout gaan, dan kunt u altijd contact opnemen met een van de advocaten van Capra Advocaten.
Contact over dit onderwerp
Maartje Rutten
Gerelateerd
15-20 klachten van AOIS over hoofdopleider, maar ontbinding tóch afgewezen
Artikel
lees meerJurisprudentie selectie Zorg – november 2024
Artikel
lees meerArbeidsongeschikte werknemer onbereikbaar. Wat nu?
Artikel
lees meerActieve openbaarmaking komt eraan! Hoe gaan we daarmee om?
Artikel
lees meerHet uur U nadert: vanaf 1 januari 2025 meer risico’s bij het inhuren van zzp’ers. Is uw organisatie er al klaar voor?
Artikel
lees meerIs bevoegd ook bekwaam? Over dilemma’s in de zorg.
Artikel
lees meer