De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), Werkgeversvereniging Samenwerkende Gemeentelijke Organisaties (WSGO) en de vakbonden hebben op vrijdag 16 september jongstleden de inzetbrieven voor de cao Gemeenten 2023 uitgewisseld. In deze brieven wordt aangegeven wat over en weer het doel en de inzet is bij de onderhandelingen voor de nieuwe cao. Hieronder wordt aan de hand van de brieven de inzet van partijen van de onderhandelingen op hoofdpunten geschetst.
De inzetbrief van de VNG en de WSGO
De VNG en de WSGO zetten in op minimale inhoudelijke aanpassingen en een passende loonontwikkeling. Eén van de doelen is om een cao te creëren waardoor de gemeentelijke werkgevers aantrekkelijk worden in deze tijd van arbeidsmarktkrapte. Ze willen dit doel onder andere bereiken door de huidige thuiswerkvergoeding structureel en passend binnen het fiscale regime te maken. Daarnaast stellen de werkgeversverenigingen een aanpassing van de bovenwettelijke sociale zekerheid voor. Eén van de grootste voorgestelde veranderingen is de afschaffing van de verlenging van het ontslagverbod en van de loondoorbetaling in het derde ziektejaar. Daarnaast willen zij de na-wettelijke werkloosheidsuitkering schrappen voor medewerkers die na de inwerkingtreding van de nieuwe cao werkloos worden.
Om meer uniformiteit te creëren wordt er verder voorgesteld om de toelage onregelmatige dienst en buitendagvenstertoelage aan te passen. Daarnaast zijn de werkgeversverenigingen van mening dat er afspraken gemaakt dienen te worden over passende loonontwikkeling waarbij rekening gehouden wordt met de stijging van de pensioenpremies en de sociale premies en algemene prijsstijgingen. Tevens wordt er veel waarde gehecht aan duurzame inzetbaarheid. Tot slot hebben de werkgeversverenigingen nog een aantal kleinere voorstellen. Zo stellen ze voor om het artikel over ouderschapsverlof te vereenvoudigen en om de reguliere pensioenpremieverdeling te hanteren bij Wazo-verlof.
De inzetbrief van de vakbonden
De kern van de inzetbrieven van de Federatie Nederlandse Vakbewegingen (FNV), het christelijk Nationaal Vakverbond (CNV) en de vereniging voor werknemers werkzaam bij decentrale overheden (FDO-MHA) is het behoud en aantrekken van personeel. Om dit te realiseren wordt er voorgesteld om een automatische prijscompensatie op te nemen in de cao en een nominale salarisverhoging in te voeren van € 100,- per maand. Tevens dient volgens de bonden het minimumsalaris van € 14,- per uur geïndexeerd te worden. Verder wordt er voorgesteld om in de cao een vergoeding woon- werkverkeer af te spreken. FDO-MHA stelt daarnaast voor om een eenmalig bedrag van € 500,- uit te keren voor de koopkrachtdaling. Tevens wordt er een werf- en retentiebonus voorgesteld en een doorwerkbonus voor wie na de AOW datum blijft werken. Daarnaast worden er voorstellen gedaan voor het overnemen van studieschulden, het instellen van een rouwprotocol en het helpen bij de verduurzaming van de huizen van werknemers om op die manier het werken bij de gemeentelijke werkgevers aantrekkelijker te maken.
Door de vakbonden wordt tevens de nadruk gelegd op het belang van een goede privé-werk balans en vitaliteit. Om dit te bereiken wordt voorgesteld om het aantal bovenwettelijke verlofuren gelijk te trekken met die van het Rijk naar 64 uren per jaar, om 5 mei op te nemen in de lijst van feestdagen en om een diversiteitsdag op te nemen als extra feestdag. Ook een generieke RVU-regeling maakt onderdeel uit van de inzet van de bonden. Verder wordt er voorgesteld om een Roemernorm van 10% in te stellen om de flexibele schil af te bouwen. De vakbonden vinden het tevens van belang dat hybride werken goed wordt gefaciliteerd door de invoering van een thuiswerkvergoeding van € 3,- per dag en een vergoeding voor de inrichting van een thuiswerkomgeving.
Wat valt er op?
Zowel de bonden als de werkgeversverenigingen leggen de nadruk op de arbeidsomstandigheden en op een passende loonontwikkeling als oplossing voor de arbeidsmarktkrapte. Wat onder een passende loonontwikkeling wordt verstaan, wordt door de werkgeversverenigingen niet gespecifieerd terwijl de vakbonden hier wel duidelijke voorstellen voor hebben.
Opmerkelijk is het voorstel van de werkgeversverenigingen om de loondoorbetaling bij arbeidsongeschiktheid vanaf het derde ziektejaar en de verlenging van het ontslagverbod af te schaffen, met het doel om het systeem zo te laten aansluiten bij het civiele recht. Vanuit de werknemerszijde komt het voorstel om het aantal bovenwettelijke verlofuren te verhogen naar 64 uren per jaar onverwacht, aangezien er vorig jaar een akkoord is gekomen om deze uren te harmoniseren en vast te stellen op 43,2 uren per jaar.
We zullen de onderhandelingen moeten afwachten om te zien hoe de nieuwe cao Gemeenten eruit zal komen te zien. Het is in ieder geval duidelijk dat koopkrachtcompensatie en de arbeidsmarktkrapte een grote rol zullen spelen.
Contact over dit onderwerp
Gerelateerd
Daar zakt me de broek van af… een uitspraak over wangedrag in de zorg
Artikel
lees meerArbeidsongeschikte werknemer onbereikbaar. Wat nu?
Artikel
lees meerJurisprudentie selectie Overheid – oktober 2024
Artikel
lees meerDe arbeidsrechtelijke worsteling met diversiteit
Artikel
lees meerHet uur U nadert: vanaf 1 januari 2025 meer risico’s bij het inhuren van zzp’ers. Is uw organisatie er al klaar voor?
Artikel
lees meerIs bevoegd ook bekwaam? Over dilemma’s in de zorg.
Artikel
lees meer