In dit overzicht van jurisprudentie voor de sector Overheid bespreken we weer diverse rechterlijke uitspraken.
1. Arbeidsovereenkomst in verband met gedrag niet omgezet naar vast dienstverband
De arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van een werknemer van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit wordt niet verlengd en dus niet omgezet naar een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd wegens het gedrag van de werknemer. Hoewel de Geschillencommissie Rijk van oordeel is dat er geen reden is om de werknemer een vast contract te onthouden, overweegt het Hof dat de werkgever voldoende gemotiveerd is afgeweken van dit oordeel en de werkgever in redelijkheid tot zijn besluit heeft kunnen komen om de arbeidsovereenkomst niet te verlengen, omdat de werknemer niet geschikt is gebleken voor zijn functie.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 13 november 2023 (ECLI:NL:GHARL:2023:9551)
2. De dringende reden bij een strafrechtelijk sepot
Collega Marien Korevaar schreef voor het tijdschrift JAR een annotatie bij de uitspraak van de Hoge Raad van 1 december 2023. Hij gaat in deze annotatie in op de vraag hoe rechters in het arbeidsrecht moeten omgaan met een strafrechtelijke vrijspraak of met een sepot wegens onvoldoende bewijs, als er een duidelijk verband is met de kwestie die ter beoordeling bij de arbeidsrechter voorligt. De annotatie is te lezen via deze link (voor abonnees).
Hoge Raad 1 december 2023 (ECLI:NL:HR:2023:1672) m.nt. mr. drs. M.P. Korevaar
3. Uitleg CAO Rijk en ARAR na inwerkingtreding Wnra
Tussen partijen is niet in geschil dat de oude bepalingen uit het ARAR, die thans in de CAO Rijk zijn overgenomen, ook na de inwerkingtreding van de Wnra hun gelding hebben behouden. Partijen zijn met de kantonrechter van oordeel dat dit voortvloeit uit het voorwoord van de CAO Rijk en de toelichting daarop. Werkgever en werknemer twisten over de uitleg van artikel 2.1 CAO Rijk waarin staat dat een vaste arbeidsovereenkomst wordt gesloten, tenzij binnen de wettelijke mogelijkheden een tijdelijke arbeidsovereenkomst wordt gesloten. Vervolgens wordt een opsomming gegeven van situaties waarin een tijdelijke arbeidsovereenkomst kan worden gesloten. Volgens de kantonrechter betreft het geen cumulatieve opsomming en kon op grond van het ARAR ook een aanstelling in tijdelijke dienst plaatsvinden. Aangezien duidelijk was dat het dienstverband van tijdelijke aard zou zijn en telkens sprake is geweest van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, kon deze rechtsgeldig van rechtswege eindigen.
Rechtbank Den Haag 5 januari 2024 (ECLI:NL:RBDHA:2024:72)
4. Vrijheid van meningsuiting
Collega Jan Blanken schreef voor het tijdschrift JIN een annotatie bij de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam over de vrijheid van meningsuiting. De annotatie is te lezen via deze link.
Gerechtshof Amsterdam 27 juni 2023 (JAR 2023/134) m.nt. mr. J.J. Blanken
5. Ongeschiktheid na vechtpartij is geen benadelingshandeling
Betrokkene is op 2 oktober 2018 betrokken geweest bij een vechtpartij op zijn werk. Vervolgens heeft hij zich op 8 oktober 2018 ziekgemeld. Uiteindelijk is met ingang van 1 juni 2019 de arbeidsovereenkomst – via de rechter – beëindigd. Betrokkene is ziek uit dienst getreden en heeft een ZW-uitkering aangevraagd. Het UWV heeft deze geheel en blijvend geweigerd, omdat betrokkene een benadelingshandeling zou hebben gepleegd. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de ongeschiktheid niet is veroorzaakt door de vechtpartij zelf, zodat er geen voorzienbaar verband is tussen de gedragingen op 2 oktober 2018 en het intreden van de arbeidsongeschiktheid en er dus geen benadelingshandeling is gepleegd.
Centrale Raad van Beroep 26 oktober 2023 (ECLI:NL:CRVB:2023:1983)
Contact over dit onderwerp
Meld u aan voor onze nieuwsbrief en ontvang onze Jurisprudentie-mailing direct per mail.
Gerelateerd
Jurisprudentie selectie Overheid – oktober 2024
Artikel
lees meerJurisprudentie selectie Overheid – april 2024
Artikel
lees meerJurisprudentie selectie Overheid – december 2023
Artikel
lees meer