In dit overzicht van jurisprudentie voor de sector Overheid van november 2021 bespreken we weer diverse rechterlijke uitspraken.
1. Billijke vergoeding van € 370.000,- vanwege onzorgvuldig feitenonderzoek
Gerechtshof Amsterdam 19 oktober 2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:3089
Betreft een beschikking van het hof over de zaak van de Volkskrantrecensent over wie signalen van ongewenst gedrag werden ontvangen. Anders dan de kantonrechter oordeelt het Gerechtshof Amsterdam dat er geen sprake is van een ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding, zodat er geen grond is voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Aangezien een vruchtbare samenwerking (inmiddels) niet meer mogelijk is, kent het hof een billijke vergoeding ter hoogte van € 370.000 toe. Collega Esther van Gaal bespreekt in dit artikel de beschikking van het hof.
2. MeToo versus ook gij
In aansluiting op het artikel over de beschikking van het Gerechtshof Amsterdam van 19 oktober 2021 staat collega Vincent van Cruijningen in dit artikel stil bij het optreden van de werkgever in deze zaak. Hij bespreekt waar het mis ging en welke fundamentele fouten zijn gemaakt door de werkgever. Vervolgens geeft hij aan hoe een werkgever dient te handelen indien er aanwijzingen zijn voor mogelijk ongewenst gedrag van een medewerker.
3. Arbeidsrechtelijke klassiekers voor op de werkvloer: Davelaar/Allspan
Hoge Raad 17 september 2021, ECLI:NL:HR:2021:1267
Met enige regelmaat schrijft collega Jan Blanken over arbeidsrechtelijke klassiekers op de werkvloer. In dit artikel gaat hij in op het arrest Davelaar/Allspan, een klassieker uit 2012 over de aansprakelijkheid voor personen die buiten dienstbetrekking werkzaamheden verrichten. Het betreft een arrest waar onlangs expliciet naar verwees.
4. Vóór invoering Wnra ontslagen ambtenaar heeft recht op transitievergoeding
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 26 juli 2021, ECLI:NL:GHARL:2021:7123
In deze beschikking laat het hof zich uit over de vraag hoe het overgangsrecht zoals geregeld in de artikelen 14 tot en met 17 van de Wnra moeten worden uitgelegd in de situatie waarin het ontslagbesluit is genomen vóór 1 januari 2020 en het ontslag geëffectueerd wordt na die datum. Het hof merkt het ontslagbesluit aan als een opzegging in de zin van artikel 7:673 lid 1 onder a sub 1 BW en oordeelt dat de ambtenaar aanspraak maakt op een transitievergoeding van bijna € 55.000,-.
5. Ontslag op staande voet ambtenaar wegens betrokkenheid hennepplantage
Rechtbank Noord-Holland 21 september 2021, ECLI:NL:RBNHO:2021:8122
Een ambtenaar, medewerkster personeelszaken, is op staande voet ontslagen, onder andere vanwege het feit dat zij betrokken is geweest bij het opzetten en in stand houden van een hennepkwekerij in haar woning. Volgens de kantonrechter levert deze gedraging een dringende reden voor ontslag op staande voet op. Het plegen van een dergelijk ernstig strafbaar feit is een zodanige gedraging dat van de werkgever redelijkerwijze niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.
6. Geen ontslagname door werknemer
Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch 21 oktober 2021, ECLI:NL:GHSHE:2021:3189
In deze kwestie gaat het om de vraag of sprake is van ontslagname en zo ja, of de werknemer hieraan kan worden gehouden. Het hof stelt voorop dat in geval van ontslagname een duidelijke en ondubbelzinnige verklaring van de werknemer is vereist. In verband met de ernstige gevolgen zal een werkgever niet spoedig mogen aannemen dat een verklaring van de werknemer gericht is op vrijwillige beëindiging van de dienstbetrekking. Onder omstandigheden kan op de werkgever een onderzoek- en/of informatieplicht rusten. Volgens het hof mocht de werkgever er niet van uitgaan dat de werknemer uit dienst wilde.
7. Ontbinding wegens langdurige arbeidsongeschiktheid
Rechtbank Noord-Holland 21 oktober 2021, ECLI:NL:RBNHO:2021:9291
Betrof een werknemer die sinds 2012 is verkozen als lid van de OR en op 7 september 2017 is uitgevallen wegens ziekte. De werkgever heeft het UWV gevraagd om toestemming om de arbeidsovereenkomst op te zeggen wegens langdurige arbeidsongeschiktheid. Het UWV heeft die toestemming geweigerd, omdat werknemer lid is van de OR en er dus sprake is van een opzegverbod. De werkgever heeft zich vervolgens tot de kantonrechter gewend. De kantonrechter oordeelt dat het ontbindingsverzoek geen verband houdt met het OR-lidmaatschap. Hij passeert het opzegverbod en ontbindt de arbeidsovereenkomst wegens langdurige arbeidsongeschiktheid.
Blijf op de hoogte
Wilt u op de hoogte blijven van de laatste jurisprudentie voor de overheid? Meldt u zich dan aan voor onze maandelijkse nieuwsbrief met rechterlijke uitspraken.
Contact over dit onderwerp
Gerelateerd
Uitschrijving uit het doelgroepregister = einde arbeidsovereenkomst?
Artikel
lees meerOnderhandelingen voor de nieuwe Cao Gemeenten/SGO gaan weer van start!
Artikel
lees meerArbeidsongeschikte werknemer onbereikbaar. Wat nu?
Artikel
lees meerJurisprudentie selectie Overheid – oktober 2024
Artikel
lees meerHet uur U nadert: vanaf 1 januari 2025 meer risico’s bij het inhuren van zzp’ers. Is uw organisatie er al klaar voor?
Artikel
lees meerVast dienstverband of toch niet? Wat gaat er veranderen voor de zzp’er
Artikel
lees meer