Jurisprudentie selectie Overheid – oktober 2024

In dit overzicht van jurisprudentie voor de sector Overheid bespreken we weer diverse rechterlijke uitspraken.

1. Geen ontbinding arbeidsovereenkomst van ambtenaar die ligt over verblijfplaats tijdens ziekte

Nadat de werkgever signalen ontvangt dat een zieke medewerkster niet in Nederland zou zijn, laat de werkgever bloemen bij de medewerkster thuis bezorgen. Tijdens de bezorging van de bloemen blijkt dat het huis van de medewerkster verbouwd wordt en vertellen de bouwvakkers dat de medewerkster in Spanje is. Als de werkgever de medewerkster met dit verhaal confronteert, ontkent zij dat ze in Spanje is. Nadat de werkgever voorstelt om bij haar thuis langs te komen, geeft de medewerkster toe in Spanje te zijn. De werkgever verzoekt om ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens (ernstig) verwijtbaar handelen. Volgens de kantonrechter is er sprake van verwijtbaar handelen, maar is dit niet voldoende om een ontbinding te rechtvaardigen. Hierbij weegt onder andere mee dat medewerkster al 13 jaar bij de werkgever in dienst is en een vlekkeloos dienstverband heeft. Het ontbindingsverzoek wordt afgewezen.

Rechtbank Midden-Nederland (ECLI:NL:RBMNE:2024:3898)

2. Onrechtmatig gebruik parkeerkaarten niet voldoende voor ontbinding arbeidsovereenkomst, wel in cumulatie met disfunctioneren

Werkgever heeft tijdens verschillende functioneringsgesprekken aangegeven niet tevreden te zijn over het functioneren van een medewerker van een Ministerie. Daarnaast blijkt uit een feitenonderzoek dat de medewerker meermaals onrechtmatig gebruik heeft gemaakt van parkeeruitrijkaarten. De werkgever verzoekt om ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Volgens de kantonrechter heeft de medewerker verwijtbaar gehandeld door onrechtmatig gebruik te maken van de parkeeruitrijkaarten, maar is dit niet voldoende om ontbinding van de arbeidsovereenkomst te rechtvaardigen. Ook is er sprake van disfunctioneren, maar is de medewerker volgens de kantonrechter onvoldoende verbeterkansen aangeboden. De kantonrechter concludeert dat de cumulatie van de op zichzelf onvoldragen ontslaggronden – verwijtbaar handelen en disfunctioneren – samen een voldragen ontslaggrond vormen (de ‘i-grond’).

Rechtbank Den Haag 28 juni 2024 (ECLI:NL:RBDHA:2024:10069)

3. Ontslag op staande voet wegens vier jaar lang en 32 uur per week nevenwerkzaamheden verrichten

Een medewerkster is sinds 1 november 2020 in dienst bij een Ministerie voor 28 uur per week. Wegens ziekte heeft de medewerkster van 6 december 2023 tot en met 7 februari 2024 geen werkzaamheden verricht. Op 8 februari 2024 heeft het Ministerie vernomen dat de medewerkster ook werkt bij het ‘Netherlands House for Education and Research’. Toen het Ministerie contact opnam met het Netherlands House ER, nam de medewerkster de telefoon op. Later blijkt dat de medewerkster al sinds december 2019 in vaste dienst is bij the Netherlands House ER voor 32 uur per week. Ook tijdens haar ziekte heeft medewerkster bij the Netherlands House ER gewerkt. De medewerkster wordt vervolgens op staande voet ontslagen. De kantonrechter is van oordeel dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is gegeven. Volgens de kantonrechter heeft de medewerkster ernstig verwijtbaar gehandeld tegenover het Ministerie, waardoor medewerkster geen recht heeft op een transitievergoeding.

Rechtbank Den Haag 13 juni 2024 (ECLI:NL:RBDHA:2024:8809)

4. Welk arbeidsverleden is van belang voor berekening transitievergoeding

Een medewerkster en een gemeente zijn in een vaststellingsovereenkomst overeengekomen dat de medewerkster, op kosten van de gemeente, voor 15 maanden in dienst zal treden bij ABGL. Uit de vaststellingsovereenkomst volgt dat de medewerkster aan het eind van het dienstverband bij ABGL, recht heeft op een transitievergoeding. Na het dienstverband heeft de medewerkster een transitievergoeding ontvangen op basis van haar arbeidsverleden bij ABGL. De medewerkster heeft bij de kantonrechter verzocht om een transitievergoeding op basis van haar arbeidsverleden bij de gemeente. Volgens de kantonrechter telt het arbeidsverleden bij de gemeente niet mee. Het Hof is het niet eens met de kantonrechter. Volgens het Hof mocht de medewerkster er gerechtvaardigd op vertrouwen dat haar arbeidsverleden bij de gemeente ook bij de berekening van de transitievergoeding betrokken moest worden. De gemeente wordt veroordeeld om de medewerkster alsnog een transitievergoeding te betalen op grond van haar arbeidsverleden bij de gemeente.

Hof van Arnhem-Leeuwarden 16 juli 2024(ECLI:NL:GHARL:2024:4700)

5. Medewerkster lijdt reputatieschade door mail van de werkgever

Een medewerkster werkt als programmamanager bij een gemeente. Aangezien de programmadirecteur ontevreden is over haar functioneren, doet de medewerkster een ontwikkelassessment. Ondanks de verzoeken van de gemeente, weigert de medewerkster om de resultaten van het assessment te overleggen. Vervolgens heeft de gemeente de medewerkster verplicht om een week thuis te werken. De gemeente heeft dit via een e-mail aan de collega’s van de medewerkster medegedeeld. Omdat de medewerkster alsnog weigerde om de resultaten van het assessment te overleggen, is zij op non-actief gesteld. De medewerkster heeft de kantonrechter verzocht om wedertewerkstelling en een rectificatie met betrekking tot de e-mail aan haar collega’s. Volgens de kantonrechter is er geen sprake van een onwerkbare situatie, waardoor de gemeente de medewerkster weer moet toelaten tot haar werkzaamheden. Daarnaast heeft de medewerkster volgens de kantonrechter reputatieschade geleden door de e-mail die naar haar collega’s is gestuurd. De gemeente moet daarom de collega’s op de hoogte stellen van de wedertewerkstelling van de medewerkster.

Rechtbank Noord-Nederland 22 juli 2024 (ECLI:NL:RBNNE:2024:2787)

Praktijkgroep Overheid

Meld u aan voor onze nieuwsbrief en ontvang onze Jurisprudentie-mailing direct per mail.