In dit overzicht van jurisprudentie voor de zorgsector over de afgelopen maand bespreken we weer diverse rechterlijke uitspraken.
1. Onwerkbare situatie ontstaan door heimelijke opnames functioneringsgesprekken
Rechtbank Den Haag 8 december 2021 (ECLI:NL:RBDHA:2021:16053)
Betreft een teamleider bij een ouderenzorginstelling. Met deze teamleider vindt een functioneringsgesprek plaats, waarin is opgenomen dat de teamleider de opleiding voor verpleegkundige wordt aangeboden. De werkneemster wijst dat aanbod af. Er vindt een vervolggesprek plaats. Daarna meldt de werkneemster zich ziek. Daarna vinden er nog enkele gesprekken plaats. De werkneemster heeft deze gesprekken opgenomen, zonder dat de leidinggevende dit wist. Dit zorgde voor een verstoorde arbeidsverhouding. Op verzoek van de zorginstelling wordt de arbeidsovereenkomst door de kantonrechter daarom ontbonden. De heimelijke opnames doen de werkneemster de das om.
2. Zorginstelling aansprakelijk voor schade werknemer door sigarettenlucht
Rechtbank Rotterdam 17 maart 2022 (ECLI:NL:RBROT:2022:3114)
Een medewerker bij een instelling voor psychiatrische zorg heeft op 46-jarige leeftijd COPD en wijdt dit aan de blootstelling aan sigarettenlucht bij zijn werkgever. De werkgever wordt aansprakelijk gesteld voor de gezondheidsschade. In de procedure wordt een deskundige ingeschakeld. Volgens de deskundige was er bij de instelling geen veilig niveau van blootstelling aan sigarettenlucht. Er is enkele jaren structureel sprake geweest van sigarettenlucht in de rookruimte, de centrale hal rond de kamers van cliënten en de sanitaire ruimte. Dat de werknemer vroeger zelf heeft gerookt, is onvoldoende om het ontstaan van COPD op 46-jarige leeftijd bij werknemer te verklaren. De werkgever heeft niet voldaan aan haar zorgplicht, zodat zij aansprakelijk is voor de gezondheidsschade van de werknemer.
3. Zorginstelling betaalt abusievelijk drie maanden salaris door
Rechtbank Noord-Holland 6 april 2022 (ECLI:NL:RBNHO:2022:3229)
Na einde dienstverband heeft de werkgever (een ouderenzorginstelling) abusievelijk nog drie maanden salaris aan een ex-werknemer doorbetaald. De instelling vordert terugbetaling van het teveel betaalde salaris, nadat de ex-werkneemster ondanks aanmaning niets heeft terugbetaald. De vordering wordt door de rechter toegewezen. De omstandigheid dat het aan de fout van de werkgever te wijten is dat na de uitdiensttreding nog salaris is uitbetaald, maakt dit niet anders. De werkgever was overigens niet verplicht een betalingsregeling aan te bieden.
4. IC-verpleegkundige heeft door aanvaarden dienstverband tweede spoor een eervol ontslagverzoek gedaan
Rechtbank Rotterdam 28 april 2022 (ECLI:NL:RBROT:2022:3232)
Betreft een senior IC-verpleegkundige bij een universitair medisch centrum (UMC). Deze verpleegkundige heeft in de uitoefening van zijn werkzaamheden zijn rug overbelast. In het kader van het zogenaamde tweede spoor is de verpleegkundige elders gedetacheerd geweest in de functie van verpleegkundige. Aansluitend is hij in die functie daar in dienst getreden. Het UMC heeft daarbij ontslag op eigen verzoek verleend. De verpleegkundige stelt dit ontslag in een procedure ter discussie, maar krijgt daarin geen gelijk. De rechtbank oordeelt dat de verpleegkundige door het aanvaarden van een dienstverband tweede spoor feitelijk een eervol ontslagverzoek heeft gedaan. Er is geen sprake van dwang. Het ontslag blijft daarom in stand. Deze zaak is trouwens beoordeeld door de bestuursrechter, want viel nog onder het ‘oude’ ambtenarenrecht (vóór de Wnra).
5. Ontslag vanwege uitlatingen in strijd met Corona-beleid
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 16 mei 2022 (ECLI:NL:GHARL:2022:3869)
Gaat om een werkneemster in dienst bij een ouderenzorginstelling. Met een mail maakt deze werkneemster het Coronateam en enkele leden van de raad van bestuur kenbaar, dat zij zich zorgen maakte dat het vaccineren tegen Covid 19 door de instelling gestimuleerd werd. Bovendien heeft werkneemster verschillende berichten op LinkedIn geplaatst omtrent het Covid 19-beleid. De werkneemster wordt dringend verzocht te stoppen met haar uitlatingen via LinkedIn, maar de werkneemster doet dat niet. Er vinden diverse gesprekken plaats. Vervolgens meldt de werkneemster zich ziek. De instelling verzoekt de rechter om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. De kantonrechter gaat over tot ontbinding. Het handelen van de werkneemster is in strijd met de gedragscode van de instelling. De visie van werkneemster staat bovendien lijnrecht tegenover het beleid van de overheid, dat door de instelling wordt gevolgd. Volgens de rechter weegt in dat verband zwaar mee dat het om een zorginstelling gaat.
Blijf op de hoogte
Wilt u op de hoogte blijven van de laatste jurisprudentie voor de zorgsector? Meldt u zich dan aan voor onze maandelijkse nieuwsbrief met rechterlijke uitspraken.
Contact over dit onderwerp
Gerelateerd
Jurisprudentie selectie Zorg – november 2024
Artikel
lees meerJurisprudentie selectie Zorg – juli 2024
Artikel
lees meerJurisprudentie selectie Zorg – mei 2024
Artikel
lees meerJurisprudentie selectie Zorg – april 2024
Artikel
lees meerJurisprudentie selectie Zorg – maart 2024
Artikel
lees meerJurisprudentie selectie Zorg – december 2023
Artikel
lees meer