Uitspraak Rechtbank: volledige uitsluiting opvolgend werkgeverschap in ketenregeling Cao-NU is nietig wegens strijd met de wet
De Rechtbank Gelderland heeft op 18 oktober jl., ECLI:NL:RBGEL:2021:5633, geoordeeld over de uitsluiting van opvolgend werkgeverschap in de ketenregeling in de Cao-NU.
Feiten
Een werkneemster was op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd per 1 februari 2020 tot 1 april 2021 in dienst getreden van de Wageningen Universiteit. Na afloop van deze arbeidsovereenkomst heeft werkneemster haar werkzaamheden feitelijk voortgezet. De universiteit heeft toen een aanbod gedaan de arbeidsovereenkomst te verlengen. Dit aanbod heeft werkneemster niet aanvaard. Zij stelde dat inmiddels sprake was van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd wegens opvolgend werkgeverschap. Volgens haar moest rekening gehouden worden met het feit dat zij sinds 2012, in dienst van verschillende (uitzend)werkgevers, steeds feitelijk werkzaam is geweest voor de universiteit, onder leiding van dezelfde hoogleraar en in overwegend dezelfde werkzaamheden.
De universiteit heeft betwist dat van conversie van de arbeidsovereenkomst sprake is, omdat in artikel 2.3 lid 11 Cao-NU gebruik is gemaakt van de afwijkingsmogelijkheid van artikel 7:668a lid 6 BW, waarmee de toepasselijkheid van de regeling van opvolgend werkgeverschap van artikel 7:668a lid 2 BW is uitgesloten.
Oordeel Rechtbank
Volgens de Rechtbank is de afwijkingsmogelijkheid van artikel 7:668a lid 6 BW – anders dan de wettekst doet vermoeden – niet onbeperkt. Uit de parlementaire geschiedenis blijkt namelijk dat de wetgever er van uitgaat dat met de afwijkingsmogelijkheid door cao partijen verantwoord wordt omgegaan. Als een van de voorbeelden van ‘een niet verantwoorde wijze van omgang met de mogelijkheid tot afwijking’ is genoemd ‘het bijvoorbeeld geheel buiten toepassing verklaren van de regeling van opvolgend werkgeverschap en afspraken op grond waarvan na een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd bij een reguliere werkgever en een daarop volgende uitzendovereenkomst, de uitzendwerkgever voor de toepassing van de regeling niet als opvolgend werkgever wordt aangemerkt’.
Gelet op deze toelichting acht de Rechtbank artikel 2.3 lid 11 Cao-NU, waarbij de regeling van opvolgend werkgeverschap volledig is uitgesloten, in strijd met de wet en derhalve nietig.
Het gevolg van deze nietigheid van artikel 2.3 lid 11 Cao-NU is dat hetgeen partijen in strijd met de wet zijn overeengekomen niet geldt in de individuele arbeidsovereenkomsten. Dit leidt er toe dat de regeling van opvolgend werkgeverschap als bedoeld in artikel 7:668a lid 2 BW onverkort van toepassing is voor de volgers van de Cao-NU en daarmee in beginsel ook de ketenregeling van artikel 7:668a lid 1 BW. De werkneemster had aldus de Rechtbank inderdaad van rechtswege een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd gekregen.
Gevolgen van de uitspraak
Deze uitspraak van de Rechtbank heeft aanzienlijke gevolgen. Op elkaar opvolgende arbeidsovereenkomsten tussen werknemers en verschillende werkgevers, die, ongeacht of inzicht bestaat in de hoedanigheid en geschiktheid van de werknemer, ten aanzien van de verrichte arbeid redelijkerwijze geacht moeten worden elkaars opvolger te zijn, en tellen dus mee voor de toepassing van de ketenbepaling.
De uitspraak zal ongetwijfeld ook rumoer geven bij de sociale partners – of in elk geval bij de werkgevers(vereniging) – die betrokken zijn bij de Cao-NU. Artikel 2.2 lid 5 Cao-NU zal bijvoorbeeld aangepast kunnen worden door bepaalde functies in de cao te benoemen die onder de afwijkingsmogelijkheid van artikel 7:668a lid 6 BW vallen.
Of hoger beroep is ingesteld is mij niet bekend. Of hoger beroep, en eventueel cassatie, tot een andere uitkomst leidt, waag ik te overigens betwijfelen.
Sjoerd Richters
Contact over dit onderwerp
Sjoerd Richters
Gerelateerd
Past de medezeggenschapsstructuur nog bij de (gewijzigde) organisatie?
Artikel
lees meerUitschrijving uit het doelgroepregister = einde arbeidsovereenkomst?
Artikel
lees meerOnderhandelingen voor de nieuwe CAO Gemeenten/SGO gaan weer van start!
Artikel
lees meer15-20 klachten van AOIS over hoofdopleider, maar ontbinding tóch afgewezen
Artikel
lees meerJurisprudentie selectie Zorg – november 2024
Artikel
lees meerDaar zakt me de broek van af… een uitspraak over wangedrag in de zorg
Artikel
lees meer