Ontslag op staande voet: onverwijld is ook écht onverwijld

Ontslag op staande voet: onverwijld is ook écht onverwijld

Ontslag op staande voet: onverwijld is ook écht onverwijld 150 150 Capra Advocaten

De eerste hof uitspraak (of een van de eerste) over een genormaliseerde ambtenaar is een feit. Des te interessanter is dat de uitspraak een ‘genormaliseerd’ onderwerp betreft: ontslag op staande voet (artikel 7:677 BW). De uitspraak is zonder meer aardig omdat het belang van écht onverwijld optreden nog eens duidelijk wordt.

Hennepplantages

De feiten:

Op 12 juni 2017 is door de (Belgische) politie een inval gedaan in de woning van een medewerker van Rijkswaterstaat in verband met een onderzoek naar zijn betrokkenheid bij verschillende hennepplantages.

Aansluitend heeft de medewerker tot 13 oktober 2017 (vier maanden) in voorlopige hechtenis gezeten, waarna hij onder voorwaarden is vrijgelaten in afwachting van het strafrechtelijk onderzoek.

Op 23 oktober 2017 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen medewerker en werkgever. Doel van het gesprek was om de medewerker in de gelegenheid te stellen tekst en uitleg te geven over zijn voorlopige hechtenis en de redenen daarvoor.

Tijdens het gesprek is aan de medewerker medegedeeld dat een integriteitsonderzoek conform het Protocol Integriteitsonderzoek Rijkswaterstaat zal worden gestart. Het onderzoek is aangevangen op 14 november 2017. Het eindrapport is van 15 februari 2018. Geconcludeerd werd dat er op dat moment geen directe aanwijzingen waren gevonden voor integriteitsschendingen binnen de arbeidsrelatie. Medewerker ontkende betrokkenheid bij het plegen van strafbare feiten.

Op 1 augustus 2018 heeft de medewerker schriftelijk jegens zijn werkgever verklaard waarvan hij verdacht werd, dat hij iedere betrokkenheid bij het plegen van strafbare feiten ontkent en dat hij begreep dat werkgever in afwachting van de uitspraak van de Belgische rechter al dan niet nog een disciplinaire maatregel kon opleggen. Voor werkgever was deze verklaring voorwaarde om de medewerker weer tot het werk toe te laten.

Op 15 januari 2020 heeft de Belgische Rechtbank vonnis gewezen. Daarbij is de medewerker veroordeeld tot onder meer een langdurige gevangenisstraf. Volgens de Rechtbank stond niet ter discussie dat de medewerker een leidinggevende rol had in een netwerk van hennepplantages.

Vervolgens is de medewerker op 20 januari 2020 geschorst en op 27 januari 2020 op staande voet ontslagen.

Tussen het bekend worden met de uitspraak van de Belgische rechter en het ontslag zitten 11 dagen.

Uitspraak kantonrechter

De kantonrechter Maastricht houdt het ontslag op staande voet in stand. De kantonrechter overweegt dat zonder meer sprake een dringende reden aanwezig, acht het op 27 januari 2020 gegeven ontslag onverwijld en is van oordeel dat van de reden daarvoor onverwijld mededeling is gedaan.

Uitspraak Hof

Het Hof ’s-Hertogenbosch is een ander oordeel toegedaan. Het hof oordeelt dat het ontslag niet onverwijld is gegeven.

Naar het oordeel van het hof vormt de rol die medewerker had in een netwerk van hennepplantages, tezamen met het afleggen van onjuiste verklaringen daarover, weliswaar een dringende reden voor een ontslag op staande voet.

Echter, volgens het hof is niet voldaan aan het wettelijke vereiste van een onverwijlde mededeling. Aldus het Hof was het dossier op grond waarvan het ontslag op staande voet is gegeven beperkt van omvang en op 15 januari 2020 reeds volledig, in die zin dat geen aanvullend feitenonderzoek diende plaats te vinden; enkel een weging van reeds bekende feiten moest plaatsvinden. Onder deze omstandigheden acht het hof het nemen van een termijn van 11 dagen om tot een opzegging met onmiddellijke ingang over te gaan, in strijd met de wettelijke eis van een onverwijlde mededeling.

Uitkomst

Op grond van artikel 7:683 lid 3 BW kan de rechter in hoger beroep, indien hij tot het oordeel komt dat het verzoek van de werknemer om de opzegging te vernietigen ten onrechte is afgewezen, de werkgever veroordelen de arbeidsovereenkomst te herstellen of aan de werknemer een billijke vergoeding toekennen.

Gegeven het oordeel over de dringende reden ziet het hof geen reden om tot herstel van de arbeidsovereenkomst te komen. Nu het hof niet overgaat tot (een veroordeling tot) herstel van de arbeidsovereenkomst, zal ambtshalve worden beoordeeld of medewerker aanspraak kan maken op een billijke vergoeding, die in de plaats treedt van het herstel.

Veel schiet de medewerker niet op: Het hof is van oordeel dat ontbinding per 1 april 2020 reëel zou zijn en komt op een billijke vergoeding ter hoogte van 2 maandsalarissen. Recht op de transitievergoeding heeft de medewerker volgens het hof niet.

Relevantie

Werkgever heeft nog betoogd dat de tot ontslag bevoegde ambtenaar op woensdag 15 januari 2020 in de avond geïnformeerd is over de inhoud van het vonnis, dat hij op 16 en 17 januari hierover verder is geïnformeerd, dat er vervolgens intern en extern advies is ingewonnen waarna op vrijdag 24 januari advies is uitgebracht en de opzegging op maandag 27 januari 2020 aan medewerker is verzonden, en dat er in de periode van 11 dagen 2 weekenden zitten en dat medewerker op 20 januari 2020 is geschorst. Tevergeefs.

De uitspraak van het Hof leert dat de eis van onverwijld opzeggen de partij die overweegt te opzeggen wegens dringende enige, maar niet veel, tijd krijgt voordat daadwerkelijk tot ontslag wordt overgegaan. Het gaat erom dat de werkgever na het ontdekken van de als dringende reden kwalificerende handeling onverwijld handelt en zo spoedig mogelijk ontslag verleent, ook als die reden voor het ontslag op staande voet lang voor de ontdekking heeft plaatsgevonden.

De uitspraak leert evenzo dat – mits met de nodige voortvarendheid wordt gehandeld – de onverwijldheidseis niet in de weg hoeft te staan aan het instellen van een integriteitsonderzoek en (bij een medewerker die betrokkenheid bij het plegen van strafbare feiten ontkent) het vonnis van de strafrechter mag worden afgewacht.

Ontslag op staande voet lijkt (procedureel) gemakkelijk, maar is het beslist niet. Raadpleeg dan ook vroegtijdig Capra advocaten wanneer ontslag op staande voet serieus overwogen wordt. Onze advocaten zijn in staat snel te schakelen.

Contact over dit onderwerp

Sjoerd Richters

Sjoerd Richters

Advocaat
Vestiging:
's-Hertogenbosch
Sector:
Overheid, Onderwijs
Expertteam:
Arbeidsrecht, Ambtenarenrecht
Telefoon:
073 - 613 13 45
Mobiel:
06 48 97 21 37

Gerelateerd

Jurisprudentie selectie Zorg – november 2024 150 150 Capra Advocaten

Jurisprudentie selectie Zorg – november 2024

Artikel

lees meer

Blijf op de hoogte

Blijf op de hoogte over ontwikkelingen, interessante jurisprudentie en wetswijzigingen op het gebied van arbeidsverhoudingen binnen de sectoren overheid, onderwijs en zorg. Selecteer welke nieuwsbrieven u wilt ontvangen en wij houden u op de hoogte.

Vestiging Den Haag
Laan Copes van Cattenburch 56
2585 GC Den Haag
Telefoon 070-364 81 02
Fax 070-361 78 47
denhaag@capra.nl

Vestiging ‘s-Hertogenbosch
Willem van Oranjelaan 2
5211 CT ‘s-Hertogenbosch
Telefoon 073-613 13 45
Fax 073-614 82 16
s-hertogenbosch@capra.nl

Vestiging Zwolle
Terborchstraat 12
8011 GG Zwolle
Telefoon 038-423 54 14
Fax 038-423 47 84
zwolle@capra.nl

Vestiging Maastricht
Spoorweglaan 7
6221 BS Maastricht
Telefoon 043-7 600 600
Fax 043-7 600 609
maastricht@capra.nl