Ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid
De onderwijscao’s bevatten aanvullende bepalingen over het ontslag bij langdurige arbeidsongeschiktheid. De basis, artikel 7:669, lid 3 onder b BW is uiteraard voor alle sectoren gelijk. Dit brengt mee dat de onderwijswerkgever aan het UWV toestemming moet vragen om de arbeidsovereenkomst met een langdurig zieke werknemer op te kunnen zeggen. Daarbij moet niet alleen voldaan worden aan de criteria die uit de wet volgen, maar ook aan aanvullende eisen die in de toepasselijke cao zijn opgenomen.
Dat dit tot lastige situaties kan leiden, leert de uitspraak van de Rechtbank Limburg van 27 november 2023 [ECLI:NL:RBLIM:2023:6916].
Deze uitspraak vormt de kern van dit artikel.
Waar gaat het om?
Betrokken werknemer was leerkracht in het Primair Onderwijs (PO) en werd ziek. Na het doorlopen van de wachttijd (104 weken ziekte) vroeg hij een WIA-uitkering aan bij het UWV. Omdat het percentage arbeidsongeschiktheid werd vastgesteld op 30,03%, werd die aanvraag afgewezen. De werkgever vroeg vervolgens toestemming aan het UWV om de werknemer te ontslaan. Die toestemming werd door het UWV geweigerd onder verwijzing naar artikel 3.7, lid 2 van de toen geldende cao PO.
Dit artikel bepaalde, samengevat, dat een werknemer die minder dan 35% arbeidsongeschikt is niet kan worden ontslagen, tenzij sprake is van een zwaarwegend dienstbelang. “Van een zwaarwegend dienstbelang is in elk geval sprake indien het in dienst houden van de werknemer leidt tot ernstige financiële problemen voor de werkgever”, aldus het vervolg van het artikel.
Nu de werknemer de eigen functie niet kon uitvoeren, geen aangepast werk en ook ander werk niet beschikbaar was, leidde het doorbetalen van het salaris tot een zware financiële belasting van de werkgever. De financiering door het Rijk was immers bedoeld voor het geven van onderwijs en niet voor deze situaties. Voor het UWV was dit alles echter niet overtuigend, reden waarom de werkgever de kantonrechter inschakelde.
De kantonrechter
Een andere kantonrechter heeft zich onlangs eveneens over deze materie gebogen. Uit de uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland [ECLI:NL:RBNHO:2023:10670] volgde dat die kantonrechter eenvoudigweg een zwaarwegend dienstbelang aanwezig achtte: geen arbeidsprestatie door de werknemer, geen bekostiging door het Rijk, maar de werknemer drukt wel op de financiële middelen. De arbeidsovereenkomst werd dan ook ontbonden.
De kantonrechter in Limburg kiest echter een andere invalshoek: hij legt de cao uit.
Allereerst stelt de kantonrechter vast dat in deze zaak voldaan wordt aan de voorwaarden voor ontslag zoals vermeld in artikel 7:669, lid 1 en 3 onder b BW. Voor toetsing aan de cao gaat hij na hoe de cao begrepen moet worden. Hiervoor gebruikt hij de zogenoemde cao-norm.
De kantonrechter overweegt in dit verband dat er in het relevante artikel in de cao en in de Regeling Ziekte- en Arbeidsongeschiktheid PO (ZAPO) vanuit wordt gegaan dat de werknemer die minder dan 35% arbeidsongeschikt is, nog wel in staat is om werkzaamheden voor de onderwijsinstelling te verrichten. In de cao wordt immers gesproken over de afspraken die betrekking hebben op de inhoud van de functie en de beloning (artikel 3.7, lid 2 cao), en over de voortzetting van het dienstverband (lid 3). De kantonrechter concludeert dan ook dat artikel 3.7, lid 2 cao PO niet geschreven is voor de situatie dat de werknemer die minder dan 35% arbeidsongeschikt is, in het geheel géén werkzaamheden meer voor de onderwijsinstelling kan verrichten. Een zwaarwegend dienstbelang is dan ook niet nodig om in deze situatie de arbeidsovereenkomst met een langdurige zieke werknemer te (doen) beëindigen. De vraag of bij de werkgever een zwaarwegend dienstbelang aanwezig is, hoeft dus niet te worden beantwoord, aldus de kantonrechter.
De tekst van de cao PO zelf is inmiddels aangepast. De ZAPO, die onderdeel vormt van de cao, bevat in artikel 20, lid 6 echter nog steeds het ‘voorwaardelijke opzegverbod’ voor werknemers die minder dan 35% arbeidsongeschikt zijn.
Betekenis uitspraak
Het zou in spreekwoordelijke zin echt te kort door de bocht zijn om aan te nemen dat met de uitspraak van de Rechtbank Limburg het ontslagvraagstuk bij langdurig arbeidsongeschikten met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 35 of lager, is opgelost. Daarvoor zijn de verschillen in de cao-teksten en de aanvullende regelingen binnen de verschillende onderwijssectoren te groot.
Contact over dit onderwerp
Gerelateerd
Rechtsbescherming studenten in het MBO – eerste rechtspraak ABRvS
Artikel
lees meerArbeidsongeschikte werknemer onbereikbaar. Wat nu?
Artikel
lees meerHet uur U nadert: vanaf 1 januari 2025 meer risico’s bij het inhuren van zzp’ers. Is uw organisatie er al klaar voor?
Artikel
lees meerMediation is vrijwillig…, of toch niet?
Artikel
lees meerWat te doen met zzp’ers nu de Belastingdienst volledig gaat handhaven?
Kennisbijeenkomst 29 augustus 2024
lees meerCAO akkoord Nederlandse Universiteiten
Artikel
lees meer