Het coronabeleid van de regering heeft het onderwijs al voor veel ‘uitdagingen’ gesteld. Met de wijzigingen die vanaf 25 september 2021 zijn gaan gelden lijkt er een terugkeer te zijn naar het ‘oude normaal’ in het onderwijs. Duidelijk is echter dat niet alle problemen en vragen voorbij zijn. Nog dagelijks doemen nieuwe vragen op.
Zomaar een voorbeeld uit de praktijk. De pabo-stagiair belt met de directeur dat bij een klasgenoot op de pabo corona is vastgesteld. Ze had geen direct contact met die klasgenoot maar heeft wel in hetzelfde lokaal gezeten. Haar stage is belangrijk voor haar en ze zou net een hele dag les gaan geven. Dat kwam de groepsleerkracht ook erg goed uit. Wat zegt de directeur tegen de stagiair? Mijn advies zou zijn de stagiair een week over te laten slaan, maar het zijn afwegingen die steeds per geval bekeken moeten worden.
Het coronabeleid van 25 september 2021 lijkt nu voor de horeca en evenementenorganisaties lastiger dan voor het onderwijs vanwege alle perikelen rond het verplichte coronatoegangsbewijs. Het onderwijs lijkt daar op het eerste gezicht niet mee te maken te hebben. Dat kan echter zomaar veranderen. In het mbo en het hoger onderwijs speelt nog steeds een discussie over de vraag of het coronatoegangsbewijs daar ingevoerd zou kunnen worden. In het voorjaar werd daar al over gesproken en gaf bijvoorbeeld de bestuursvoorzitter van de Rijksuniversiteit Groningen aan dat hij niet uitsloot dat de pas daar zou worden ingevoerd. Nog recentelijk, op 23 september 2021, werd een gesprek uitgesteld dat door verschillende partijen gevoerd zou worden met minister Van Engelshoven over toegangsbewijzen in het mbo en hoger onderwijs. Het is nog moeilijk te voorspellen of er een vorm van een toegangscontrole zal komen.
Op een heel andere wijze kunnen ook onderwijswerkgevers nu al opeens met vragen te maken krijgen over de consequenties van een verplichte toegangscontrole in de horeca. De horeca is binnen het onderwijs niet helemaal ‘vreemd terrein’. Het afscheid van een collega, een verplichte cursus voor docenten, een dag voor ‘teambuilding’ en nog meer van dat soort bijeenkomsten worden nogal eens gehouden in een horeca-inrichting. Dat kan en mag inmiddels weer; alleen moet iedereen wel een toegangsbewijs tonen. Dat is geen probleem volgens het kabinet. Wie niet volledig gevaccineerd is kan zich laten testen. Dus de verplichte cursus, kan nu weer in een zaaltje van het plaatselijke restaurant gehouden worden. De feestvreugde over de beloofde bitterballen wordt echter een stuk minder als opeens blijkt dat één docent zegt niet te kunnen komen omdat die niet gevaccineerd is en zich principieel ook niet te willen laten testen.
Mag een werkgever een werknemer onder die omstandigheid verplichten om zich te laten testen?
Als dat niet kan, betekent dat dan dat de werknemer kan weigeren onder deze omstandigheden aan de verplichte cursus deel te nemen? Als dat wordt toegestaan, wat betekent dat dan voor de verhoudingen binnen het team? Het zijn geen gemakkelijke vragen en ook het antwoord daarop is niet met een simpel ‘ja’ of ‘nee’ te beantwoorden.
De vragen hebben te maken met goed werkgeverschap en goed werknemerschap, in de zin van artikel 7:611 BW. Gedraagt de werkgever zich als een goed werkgever door een cursus in de horeca te houden, als dat tot bezwaren bij werknemers kan leiden? Wat kan in redelijkheid van een goed werknemer verwacht worden; moet die zijn principiële bezwaren maar opzij zetten en zich laten testen, in het belang van het onderwijs? Het zal van de omstandigheden van het geval afhangen in wiens ‘voordeel’ die weging uitvalt. Hoe belangrijk is het volgen van de cursus voor de werknemer? Kan deze ook op een andere wijze (bijvoorbeeld online) de cursus volgen? Wist de werkgever tevoren dat een horecabezoek bij deze docent problemen zou opleveren? Heeft die dat ook meteen na het bekend worden van de locatie kenbaar gemaakt? Het antwoord op dit soort vragen zal naar mijn oordeel bepalen welk belang zwaarder moet wegen: het belang van de werknemer om zich niet verplicht te hoeven laten testen of het belang van de werkgever dat de docent, net als zijn collega’s, de verplichte cursus bijwoont. Als een conflict dreigt is het inwinnen van juridisch advies geen overbodige luxe. Het onderwijs is helaas nog niet af van coronavragen.
Contact over dit onderwerp
Marien Korevaar
Gerelateerd
Grensoverschrijdend gedrag en de billijke vergoeding
Artikel
lees meerUitschrijving uit het doelgroepregister = einde arbeidsovereenkomst?
Artikel
lees meer15-20 klachten van AOIS over hoofdopleider, maar ontbinding tóch afgewezen
Artikel
lees meerRechtsbescherming studenten in het MBO – eerste rechtspraak ABRvS
Artikel
lees meerJurisprudentie selectie Zorg – november 2024
Artikel
lees meerDaar zakt me de broek van af… een uitspraak over wangedrag in de zorg
Artikel
lees meer