In dit overzicht van jurisprudentie voor de zorgsector over het vierde kwartaal van 2019 bespreken we aantal rechterlijke uitspraken over ontslag op staande voet. Daarnaast gaan we in op een van de meest besproken arbeidsrechtelijke kwesties van 2019: slapende dienstverbanden en transitievergoeding.
Medewerker krijgt vergoeding ondanks liegen op het CV
Vaak hebben mensen de neiging om op hun CV de kwaliteiten en/of werkervaring wat aan te dikken. Maar wat als je op je CV liegt over het hebben van een diploma? De kantonrechter in Rotterdam deed hierover een uitspraak. Een werkgever ontsloeg een medewerker op staande voet omdat de medewerker niet over het vereiste diploma beschikte. De medewerker had eerder al aangegeven dat ze wel een aantal certificaten had behaald. De werkgever maakte onvoldoende duidelijk of de medewerker al dan niet bevoegd is het werk te doen. De arbeidsovereenkomst wordt wel beëindigd op verzoek van de medewerkster, maar de werkgever is wel financiële compensatie verschuldigd. Lees hier de hele uitspraak.
Medewerker wordt op staande voet ontslagen vanwege diefstal
Op 19 november 2019 heeft de rechtbank Den Haag zich uitgesproken over het ontslag op staande voet van een woonzorgmedewerkster. Vanaf januari 2018 waren er meerdere meldingen binnengekomen bij de werkgever van verdwenen sieraden en parfum. Uit onderzoek bleek dat de vermissingen samenvielen met de diensten van één medewerkster. Later heeft de politie in het huis van de medewerkster veel sieraden aangetroffen. De medewerkster had geen (goede) verklaring voor de sieraden en is uiteindelijk door de werkgever op staande voet ontslagen. Ook bij de kantonrechter laat de medewerkster na om de ‘uitgebreid onderbouwde beschrijving’ voldoende te weerspreken. De kantonrechter is van oordeel dat vast is komen te staan dat de werkneemster sieraden heeft gestolen van ‘veelal kwetsbare bewoners in een thuissituatie’ en laat het ontslag in stand.
Hoge Raad: maak slapende dienstverbanden wakker!
Een zieke medewerker heeft in beginsel recht op 104 weken doorbetaling van het loon tijdens ziekte. Met de introductie van de transitievergoeding kozen sommige werkgevers ervoor het dienstverband van hun langdurige zieke medewerker niet te beëindigen, maar dat ‘slapend’ te laten voortduren. Er hoefde toch geen loon meer betaald te worden en zo hoefde de transitievergoeding ook nog(?) uitgekeerd te worden.
In november 2019 heeft de Hoge Raad een streep gezet door deze praktijk. Op de werkgever rust de verplichting om op verzoek van de medewerker het slapende dienstverband te beëindigen, met betaling van de transitievergoeding. Wat voor gevolgen heeft dit voor de praktijk? In dit artikel van Tom Koomen leest u daar meer over.
Verloskundige terecht op staande voet ontslagen na – onder meer – beëindiging registratie
Deze zaak gaat over een verloskundige, werkzaam voor een maatschap. Per 31 oktober 2018 was de registratie van deze verloskundige in het Kwaliteitsregister Verloskundigen beëindigd. Hierop is zij door de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen gewezen. Verder was deze verloskundige per brief van 2 januari 2019 uitgeschreven uit het BIG-register. Betrokkene was opgeroepen voor herregistratie. Herregistratie had echter niet plaatsgevonden. De maatschap gaf de verloskundige vervolgens onbetaald verlof. Verder werd verwacht dat de verloskundige alles in het werk zou stellen om zo spoedig mogelijk de herregistratie op orde te hebben. Uiteindelijk loopt het met de verloskundige niet goed af, want de maatschap verleent haar ontslag op staande voet, waarbij onder meer voorgaande feiten een rol spelen.
Uit de uitspraak blijkt dat de kantonrechter de registratie (c.q. het niet herregistreren), van groot belang acht. De kantonrechter wijst erop dat een (ervaren) verloskundige ervan op de hoogte moet zijn dat het feit dat zij niet meer stond ingeschreven, financiële risico’s en aansprakelijkheid voor de maatschap met zich zou (kunnen) brengen. Verder wijst de kantonrechter erop dat de leden van de maatschap mogelijk tuchtrechtelijk gesanctioneerd konden worden voor het feit dat zij een verloskundige hebben laten werken zonder dat zij over de vereiste registraties beschikte, en dat het risico bestond dat de zorgverzekeraar geen dekking zou verlenen. Het ontslag op staande voet houdt mede daarom stand. Duidelijk is dat het feit dat de benodigde registratie er niet was, ernstig verwijtbaar was.
Contact over dit onderwerp
Tom Koomen
Mark van de Laar
Gerelateerd
15-20 klachten van AOIS over hoofdopleider, maar ontbinding tóch afgewezen
Artikel
lees meerJurisprudentie selectie Zorg – november 2024
Artikel
lees meerDaar zakt me de broek van af… een uitspraak over wangedrag in de zorg
Artikel
lees meerArbeidsongeschikte werknemer onbereikbaar. Wat nu?
Artikel
lees meerHet uur U nadert: vanaf 1 januari 2025 meer risico’s bij het inhuren van zzp’ers. Is uw organisatie er al klaar voor?
Artikel
lees meerIs bevoegd ook bekwaam? Over dilemma’s in de zorg.
Artikel
lees meerMediation is vrijwillig…, of toch niet?
Artikel
lees meerWat te doen met zzp’ers nu de Belastingdienst volledig gaat handhaven?
Kennisbijeenkomst 29 augustus 2024
lees meerVerslaafd: een verklaring maar geen excuus?
Artikel
lees meer