In dit overzicht van jurisprudentie voor de zorgsector over de maand april 2021 bespreken we weer diverse rechterlijke uitspraken.
1. Dat het ziekenhuis daalt in de landelijke ranking, is geen reden voor ontbinding arbeidsovereenkomst met chirurg
Scheidsgerecht Gezondheidszorg 8 februari 2021 (Kenmerk 20/14)
Ziekenhuis neemt chirurgen over van een ziekenhuis dat in financiële problemen is komen te verkeren. Deze chirurgen komen in dienst op grond van een arbeidsovereenkomst. In het ziekenhuis zijn de vrijgevestigde chirurgen verenigd in een coöperatie/MSB. Er worden afspraken gemaakt om de overgenomen chirurgen te integreren in het MSB. Maar de chirurgen worden niet toegelaten. Het ziekenhuis verzoekt om ontbinding van de arbeidsovereenkomst van één van de chirurgen vanwege bedrijfseconomische redenen. Het werkaanbod is te laag. Subsidiair meent het ziekenhuis dat de arbeidsovereenkomst inhoudsloos geworden is. Het Scheidsgerecht wijst het verzoek af. Dat het ziekenhuis aan het dalen is in een landelijke ranking, is onvoldoende grond voor ontbinding. Onvoldoende blijkt dat het vertrek van de chirurg een verslechtering van de financiële ratio’s zal keren. Het ziekenhuis heeft zich verder onvoldoende ingespannen om de chirurg te plaatsen in het MSB.
2. Een concurrentiebeding is bedoeld om het bedrijfsdebiet van een werkgever te beschermen
Gerechtshof Amsterdam 16 februari 2021 (ECLI:NL:GHAMS:2021:513)
Betreft een uitzend- en detacheringsbureau voor de ambulancezorg en voor ziekenhuizen. Een anesthesiemedewerker is bij dit bureau in dienst geweest. Hij was laatstelijk werkzaam (gedetacheerd) in een ziekenhuis. De arbeidsovereenkomst met het uitzendbureau bevat een relatie- en concurrentiebeding. Betrokkene zegt zijn dienstverband bij het bureau op, om vervolgens in dienst te treden bij een concurrent van het bureau. Het bureau protesteert tegen de in-dienst-treding. Het Gerechtshof houdt deze echter niet tegen. Het concurrentiebeding is volgens het Gerechtshof immers niet bedoeld om werknemers te binden, maar om het bedrijfsdebiet te beschermen. Van een aantasting daarvan kan sprake zijn als de werknemer essentiële informatie meeneemt over producten/diensten, maar daarvan is niet gebleken.
3. Werkgever aansprakelijk voor schade door intimidatie
Gerechtshof Amsterdam 16 maart 2021 (ECLI:NL:GHAMS:2021:755)
Uit verklaringen van de behandelend artsen/psychologen en de psychiater blijkt dat een (horeca) werkneemster schade heeft geleden in de uitoefening van haar werkzaamheden. Werkgever heeft niet voldaan aan de zorgplicht op grond van de Arbeidsomstandighedenwet. Ondanks klachten over seksuele intimidatie van ook enkele andere (jonge) werkneemsters, is er niet gehandeld volgens de klachtenregeling. Er is volgens het Gerechtshof geen c.q. onvoldoende onderzoek verricht. Werkgever is aansprakelijk voor de schade.
4. Ontbinding arbeidsovereenkomst met kinderneuroloog; arbeidsovereenkomst is inhoudsloos geworden.
Scheidsgerecht Gezondheidszorg 16 maart 2021 (Kenmerk: 20/19)
Kinderneuroloog (opgeleid als kinderarts) werkt sinds 2000 in ziekenhuis. Er zijn problemen in de samenwerking. In 2017 wordt een coach ingeschakeld. Daarna komt er een begeleidingstraject vanwege problemen in de communicatie. Er doen zich conflicten voor. Een commissie doet onderzoek. Deze commissie stelt vast dat er regelmatig onderlinge irritaties zijn, en dat de kinderneurologen moeite hebben om op één lijn te komen qua beleid of diagnosestelling. Er wordt wederom een coach aangesteld en er wordt – zonder succes – mediation beproefd. De vraag wordt gesteld of een kinderarts deel kan uitmaken van de vakgroep neurologie. De voorzitter van de vakgroep geeft aan dat samenwerking met de kinderarts onmogelijk is gebleken. Het Scheidsgerecht ontbindt de arbeidsovereenkomst, ondanks dat de kinderarts een zeer bekwaam en gepassioneerd kinderneuroloog is. Het ziekenhuis kan haar niet op een verantwoorde manier in samenwerking met haar collega’s haar werkzaamheden laten uitoefenen. De arbeidsovereenkomst is inhoudsloos geworden.
5. Ziekenhuis moet arbeidsovereenkomst met medewerker magazijn op de afdeling OK herstellen
Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 18 maart 2021 (ECLI:NL:GHSHE:2021:777)
Werkgever (ziekenhuis) en werknemer hebben een discussie over de herwaardering van de functie. De werknemer voelt zich niet gelijk behandeld. De werknemer dient hierover een klacht in. De werknemersklachtencommissie adviseert om externe expertise in te schakelen die de werknemer zou begeleiden naar een nieuwe functie. De werkgever volgt deze adviezen niet op. Dat geldt ook voor het advies van de bedrijfsarts om mediation in te schakelen. Volgens het Gerechtshof hebben beide partijen zich steeds verder in de eigen standpunten ingegraven. Externe expertise of mediation had tot een doorbreking van de impasse kunnen leiden. Daarentegen legde de werkgever een proeftijd op, met voorwaarden. De werknemer moest afstand nemen van de discussie over de herwaardering. De werknemer doet dat niet en het Gerechtshof vindt dat begrijpelijk. De werkgever had de adviezen moeten opvolgen. De door de kantonrechter uitgesproken ontbinding op de e-grond wordt door het Gerechtshof vernietigd. Ook de subsidiair verzochte ontbinding op de g-grond of de i-grond wordt afgewezen. De arbeidsovereenkomst moet worden hersteld.
6. Voldoende aannemelijk dat onderneming inclusief tandartsassistente van rechtswege is overgegaan
Rechtbank Noord-Nederland 18 maart 2021 (ECLI:NL:RBNNE:2021:1068)
Een tandarts gaat met pensioen en draagt daarom zijn praktijk over. De tandartsassistente stelt dat er sprake is van een overgang van onderneming en dat zij dus haar dienstverband behoudt. De rechter, toetsend aan de hand van de feiten, oordeelt dat er sprake is van een overgang van onderneming. De identiteit van de overgedragen onderneming is immers behouden. Dat de overnemende tandarts voor de overdracht niet heeft betaald, maakt dit volgens de rechter niet anders.
7. Werkgever is niet verplicht om een zorgbonus aan te vragen
Rechtbank Noord-Nederland 23 maart 2021 (ECLI:NL:RBNNE:2021:1066)
Werkgever (een apotheek) verzoekt de kantonrechter om ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een werkneemster wegens een verstoorde arbeidsverhouding. De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst. In deze procedure heeft de werkneemster verzocht om de werkgever te veroordelen tot betaling van de zorgbonus over 2020 en 2021 ten bedrage van € 2.000,– netto. Maar de kantonrechter is het met de werkgever eens dat er geen juridische verplichting bestaat voor het aanvragen van een zorgbonus.
Lees ook het artikel van Esther van Gaal.
8. Kwalificeert zorgovereenkomst tussen gehuwden als een arbeidsovereenkomst?
Rechtbank Oost-Brabant 25 maart 2021 (ECLI:NL:RBOBR:2021:1493)
Een zorgovereenkomst tussen gehuwden wordt niet aangemerkt als een arbeidsovereenkomst. De kantonrechter geeft aan dat in de jurisprudentie over het algemeen wel het bestaan van een gezagsrelatie wordt aangenomen in het geval van een zorgovereenkomst, omdat er altijd wel een zekere instructiebevoegdheid wordt aangenomen, maar de kantonrechter vindt dat dit in een huwelijksrelatie anders ligt, omdat de relatie tussen echtgenoten “op een wezenlijk andere leest is geschoeid”.
9. Anesthesiemedewerker verzoekt om ontbinding van arbeidsovereenkomst wegens onveilige werkomgeving
Rechtbank (kantonrechter) Oost-Brabant 29 maart 2021 (ECLI:NL:RBOBR:2021:1491)
Een anesthesiemedewerker, werkzaam bij een ziekenhuis, verzoekt de kantonrechter om het dienstverband te beëindigen. Aan het eind van een operatie en tijdens een daaropvolgend gesprek hebben zich namelijk incidenten voorgedaan waarbij deze medewerker zich door een anesthesioloog onheus bejegend heeft gevoeld. Daardoor is er sprake van uitval wegens ziekte. In het verweer stelt het ziekenhuis dat de medewerker – ten onrechte – een zogenaamde ‘voorbehouden handeling’ heeft verricht, waarop de anesthesioloog erg boos is geworden. De kantonrechter oordeelt dat de anesthesioloog zich ten opzichte van de werknemer heeft gedragen op een wijze die de werknemer niet hoeft te accepteren. De kantonrechter is verder van oordeel dat het ziekenhuis de werknemer had dienen te beschermen. De rechter begrijpt daarom dat de werknemer teleurgesteld is in het ziekenhuis. Slotconclusie van de kantonrechter is niettemin dat het ziekenhuis niet ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Het verzoek wordt daarom afgewezen.
10. Arbeidsovereenkomst tussen zorginstelling en kok wordt ontbonden op de i-grond (cumulatie)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 29 maart 2021 (ECLI:NL:GHARL:2021:2957)
De kantonrechter heeft op verzoek van de zorginstelling het dienstverband van een kok in een revalidatiecentrum ontbonden vanwege ongeschiktheid. De werknemer tekent hoger beroep aan. De werknemer verzoekt om herstel van de arbeidsovereenkomst. Het Hof is van oordeel dat er voldoende reden is om de arbeidsovereenkomst te ontbinden op de zogenaamde i-grond. Tijdens de zitting heeft de werknemer verklaard dat hij niet inziet wat hij, wanneer hij zou terugkeren op de werkvloer, anders zou moeten doen. Gelet op dat gegeven, bezien in samenhang met de overige omstandigheden, kan volgens het Hof van de werkgever niet gevergd worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Dat de werknemer onvoldoende gelegenheid heeft gehad om zijn functioneren te verbeteren, maakt dit volgens het Hof niet anders.
11. Aanwezigheidstijd van verplicht inwonende zorg-au pair is arbeidstijd
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 30 maart 2021 (ECLI:NL:GHARL:2021:3049)
Het draait in deze zaak om de vraag of een zorg-au pair recht heeft op meer loon dan hij tot nu toe van de uitzendorganisatie heeft ontvangen. De zorg-au pair is feitelijk 24 uur per dag bij de klant aanwezig. Volgens vaste rechtspraak van het Hof van Justitie van de EU, geldt volgens het Gerechtshof de tijd dat de zorg-au pair aanwezig moest zijn als arbeidstijd. Daarover dient de zorg-au pair alsnog een vergoeding te ontvangen. Het hoger beroep van de au pair slaagt daarom.
12. Rangorde tussen tegenstrijdige adviezen van bedrijfsarts en UWV?
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 30 maart 2021 (ECLI:NL:GHARL:2021:3017)
Werkgever is van mening dat een werknemer niet wegens ziekte arbeidsongeschikt is, en baseert zich daarbij op het advies van de arbo-arts. Uit een deskundigenoordeel van het UWV blijkt echter dat er volgens de verzekeringsarts wel sprake is van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte. Het Gerechtshof vindt dat het oordeel van UWV voor gaat, in de eerste plaats omdat dit meer onafhankelijk is en in de tweede plaats omdat is de arbo-arts geen bedrijfsarts en dus gespecialiseerde arts is. Bovendien heeft de arbo-arts, anders dan de verzekeringsarts van UWV, geen contact gehad met de huisarts.
13. Matiging boete wegens onbevoegd inzien medisch dossier
Rechtbank Den Haag 31 maart 2021 (ECLI:NL:RBDHA:2021:3090)
In 2019 heeft de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) aan het Haga Ziekenhuis in Den Haag een boete van € 460.000,- opgelegd, nadat meer dan 80 medewerkers van het ziekenhuis onbevoegd het medisch dossier hadden ingezien van een bekende Nederlander (‘Barbie’) die in het ziekenhuis werd behandeld. De Rechtbank Den Haag heeft deze boete gematigd tot € 350.000,-. Reden is dat het ziekenhuis inmiddels maatregelen heeft genomen, zoals de invoering van een extra waarschuwing die in beeld komt als een medewerker een dossier opent, de verplichtstelling van een e-learningcursus voor alle medewerkers die toegang hebben tot het elektronisch patiëntendossier, de aanscherping van de arbeidsovereenkomsten en het waar mogelijk aanscherpen van autorisaties. De nalatigheid die het ziekenhuis werd verweten verdiende daarom nuancering.
Lees ook het artikel van Jacobien Frederix-Gianotten.
14. Ontbindingsverzoek medewerker communicatie bij een ziekenhuis wordt gehonoreerd
Rechtbank Rotterdam (kantonrechter) 31 maart 2021 (ECLI:NL:RBROT:2021:3058)
Projectmedewerker (HR-adviseur) bij een ziekenhuis verzoekt de kantonrechter om het dienstverband te beëindigen. Volgens de adviseur is de situatie op het werk onhoudbaar geworden. Er is geen toelichting gegeven bij kritiek op het functioneren. Er is geen verbetertraject opgesteld. Het ziekenhuis heeft niet willen meewerken aan een redelijk voorstel tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Het ziekenhuis ontkent dat er sprake is van een arbeidsconflict, ondanks dat de bedrijfsarts het bestaan daarvan heeft opgenomen in de verslagen. De rechter gaat tot ontbinding over. Een verzoek van de werknemer dient volgens de rechter in beginsel gehonoreerd te worden. In dit geval ontbreekt bovendien elk perspectief op een zinvolle voortzetting van het dienstverband.
15. Arbeidsovereenkomst tussen zorgorganisatie en medewerkster keuken moet worden hersteld
Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 8 april 2021 (ECLI:NL:GHSHE:2021:1048)
Werknemer met een Wajong-uitkering is werkzaam bij een zorginstelling. De werknemer is werkzaam geweest in de keuken van het restaurant van een woonzorgcentrum, in de functie van medewerker facilitair. De kantonrechter heeft het dienstverband beëindigd vanwege een verstoorde arbeidsverhouding. Werknemer is het daar niet mee eens, en gaat in hoger beroep. Het Gerechtshof geeft de werknemer gelijk. Gelet op de beperkingen van de werknemer en de ervaringen met haar in het verleden, had zij juist behoefte aan intensieve begeleiding, zodat er weer een veilige en vertrouwde werkomgeving voor haar kon worden gecreëerd. Dit is onvoldoende gebeurd. Daarom zal het dienstverband volgens het Gerechtshof hersteld moeten worden.
Blijf op de hoogte
Wilt u op de hoogte blijven van de laatste jurisprudentie voor de zorgsector? Meldt u zich dan aan voor onze maandelijkse nieuwsbrief met rechterlijke uitspraken.
Contact over dit onderwerp
Gerelateerd
15-20 klachten van AOIS over hoofdopleider, maar ontbinding tóch afgewezen
Artikel
lees meerJurisprudentie selectie Zorg – november 2024
Artikel
lees meerDaar zakt me de broek van af… een uitspraak over wangedrag in de zorg
Artikel
lees meerArbeidsongeschikte werknemer onbereikbaar. Wat nu?
Artikel
lees meerHet uur U nadert: vanaf 1 januari 2025 meer risico’s bij het inhuren van zzp’ers. Is uw organisatie er al klaar voor?
Artikel
lees meerIs bevoegd ook bekwaam? Over dilemma’s in de zorg.
Artikel
lees meer