Jurisprudentie selectie Zorg – februari 2021

Jurisprudentie selectie Zorg – februari 2021

Jurisprudentie selectie Zorg – februari 2021 150 150 Capra Advocaten

In dit overzicht van jurisprudentie voor de zorgsector over de maand februari 2021 bespreken we weer diverse rechterlijke uitspraken.

1. Ontslag op staande voet na diefstal in verzorgingshuis

Rechtbank Den Haag 17 september 2020 (ECLI:NL:RBDHA:2020:14199)

Werkneemster is vanaf 2017 als verzorgende in dienst bij een zorginstelling. In de arbeidsovereenkomst staat dat zij kennis heeft genomen van en instemt met alle geldende huisregels, gedragscodes en regels over het aannemen van giften en geschenken (zoals gepubliceerd op de webpagina van de zorginstelling). Voor geschenken geldt dat het individueel aannemen van geld verboden is, en dat giften alleen mogen worden aangenomen indien het ten goede komt van de betreffende afdeling (wat dan gemeld moet worden bij de leidinggevende). Uit politieonderzoek blijkt dat een bankbiljet van een bewoonster is aangetroffen in de portemonnee van de werkneemster. Tijdens huiszoeking in haar woning zijn diverse passen aangetroffen van een bewoner. De instelling verleent ontslag op staande voet, en dit houdt stand. Dat zij heeft getekend voor regels waar zij niet bekend mee is, komt voor haar risico. Volgens de rechter is het verder juist zorgvuldig dat de instelling is afgegaan op het politieonderzoek (met alle strafrechtelijke waarborgen).

2. Inwonende verzorgster heeft recht op loon over nachtelijke aanwezigheidsuren

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 17 november 2020 (ECLI:NL:GHARL:2020:9450)

Werkneemster is medio 2016 vanuit Spanje naar Nederland gekomen om iemand, die verlamd is geraakt door een dwarslaesie, te verzorgen. Zij is in dienst gekomen van de door de kinderen van deze persoon opgerichte stichting en is bij hun vader in huis komen wonen. In de uren tussen 22:00 en 09:00 uur was de werkneemster bereikbaar voor het geval haar hulp nodig was. In februari 2018 heeft de stichting de arbeidsovereenkomst opgezegd. Vanaf 1 april 2018 is geen loon meer betaald. Op 4 april 2018 is de man voor wie de werkneemster zorgde, overleden. De werkneemster vordert achterstallig loon. De rechter kent de vorderingen toe, en het Hof laat dit in stand. Volgens het Hof is de arbeidsovereenkomst niet geëindigd door het overlijden van de man, nu er geen ontbindende voorwaarde was overeengekomen. Verder heeft de werkneemster recht op loon over de uren tussen 22:00 en 09:00 uur waarop zij oproepbaar moest zijn. Het betoog van de stichting dat deze uren zijn inbegrepen in de gestelde all-in-vergoeding ziet eraan voorbij dat werkgever en werknemer over de wijze waarop een aanwezigheidsvergoeding wordt verloond, transparante afspraken dienen te maken.

3. Verpleegkundige schendt beroepsintegriteit en wordt (voorwaardelijk) geschorst uit het BIG-register

Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 27 november 2020 (ECLI:NL:TGZRWO:2020:123)

Beklaagde, een verpleegkundige, heeft gedurende haar dienstverband patiëntendossiers ingezien terwijl zij hiervoor niet geautoriseerd was. In vijf gevallen betrof het een dossier van een patiënt die zij persoonlijk kende. De verpleegkundige is hiervoor op staande voet ontslagen. Daarnaast is een tuchtklacht ingediend. Het Tuchtcollege oordeelt dat de verpleegkundige de kern van haar beroepsintegriteit heeft geschonden. Daarenboven heeft zij pas tijdens de procedure volle verantwoordelijkheid voor haar handelen genomen en inzicht getoond in de consequenties van dat handelen voor de betrokkenen. Het college acht een voorwaardelijke schorsing voor de duur van zes maanden op zijn plaats.

4. Tuchtklacht tegen de voorzitter van het OMT over de door het OMT gegeven corona-advies ongegrond

Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 4 december 2020 (ECLI:NL:TGZCTG:2020:216)

De klacht luidt dat de beklaagde internist (voorzitter van het Outbreak Management Team) de Nederlandse regering niet heeft geadviseerd de lockdown op te heffen, toen duidelijk werd dat er door de lockdown meer levensjaren verloren gaan dan er gewonnen werden. De lockdown heeft bovendien een negatieve invloed gehad op de kwaliteit van leven van 17 miljoen Nederlanders, die twee maanden opgesloten hebben gezet, aldus de klager. Het tuchtcollege oordeelt dat de door het OMT uitgebrachte adviezen betrekking hebben op de publieke gezondheidszorg. Dat wil zeggen dat zij gaan over gezondheidsbeschermende en –bevorderende maatregelen voor de bevolking of specifieke groepen daaruit. De adviezen van het OMT hebben geen betrekking op een specifiek persoon en de bevordering of bewaking van diens gezondheid. Gelet hierop, is het tuchtcollege van oordeel dat de verweten gedragingen onvoldoende weerslag hebben op de individuele gezondheidszorg. Het handelen van de internist valt niet onder de reikwijdte van het tuchtrecht. Klager wordt in de klacht niet-ontvankelijk geacht.

5. Een werkgever mag een werknemer verplichten om tijdens het werk een mondkapje te dragen

Rechtbank Utrecht 13 januari 2021 (ECLI:NL:RBMNE:2021:51)

Een bezorger van een banketbakkerij die weigerde om binnen een mondkapje te dragen, is terecht op non-actief gesteld. De betaling van het loon mocht door zijn werkgever worden opgeschort. Volgens de kantonrechter is er sprake van instructierecht (art. 7:660 BW). Een instructie moet een legitiem doel dienen. In dit geval waren dat er twee. Ten eerste moet de werkgever zorgen voor een gezonde en veilige werkomgeving. Ten tweede heeft de werkgever het bedrijfsbelang te beschermen, omdat er sprake is van een loondoorbetalingsverplichting ten aanzien van werknemers die als gevolg van een mogelijke coronabesmetting niet kunnen werken. De kantonrechter heeft geoordeeld dat een mondkapje, ondanks dat over de effectiviteit daarvan kan worden getwist, een maatschappelijk aanvaard middel is en dus geschikt om de doelen te bereiken. De werkgever mocht in redelijkheid eenzijdig de instructie aan de bezorger geven om een mondkapje te dragen en de bezorger is gehouden om deze instructie op te volgen. Omdat de bezorger dat niet deed, mocht de werkgever hem op non-actief stellen en de loonbetaling opschorten.

6. Verzochte ontbinding arbeidsovereenkomst zorgorganisatie met persoonlijk begeleider, afgewezen

Rechtbank Limburg 29 januari 2021 (ECLI:NL:RBLIM:2021:1114)

Betreft een zorgorganisatie die ondersteuning biedt op het gebied van wonen en werken in het dagelijkse leven aan mensen met een verstandelijke, lichamelijke en/of psychische beperking. Werkneemster is vanaf 2000 in dienst als persoonlijk begeleider. De instelling verzoekt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst te ontbinden vanwege disfunctioneren en een verstoorde arbeidsverhouding. Maar de rechter wijst dit verzoek af. Het gestelde disfunctioneren is onvoldoende onderbouwd. Het enige voorbeeld dat door de instelling is genoemd, is een incident in de nacht van 14 op 15 oktober 2020 aangaande het op ongeoorloofde wijze onder zich houden van een afstandsbediening. Verder valt zonder nadere toelichting niet in te zien, dat een bepaalde mail blijk zou geven van een onprofessionele houding. Voor het overige blijven de verwijten aan het adres van de werkneemster steken in vaagheden als ‘de communicatie kan beter’. Er is weliswaar in enige mate sprake van een verstoorde arbeidsverhouding, maar deze is niet dermate ernstig dat niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.

7. Ontslag zorgverlener vanwege strafrechtelijke veroordeling voor gedragingen in de privésfeer

Gerechtshof Amsterdam 2 februari 2021 (ECLI:NL:GHAMS:2021:339)

Betreft een medewerkster maatschappelijke zorg in een verpleeg-/verzorgingsinstelling voor mensen met een verstandelijke beperking. Deze medewerkster is op een gegeven moment veroordeeld voor het bellen van 112 zonder noodzaak, belaging (stalking) en poging tot afdreiging (chantage). De medewerkster is veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden voorwaardelijk. De bewezenverklaarde gedragingen zijn naar het oordeel van het Hof onverenigbaar met de werkzaamheden van deze medewerkster als zorgverlener, waarbij zonder meer sprake is van een afhankelijke relatie met de patiënt. De bewoners van de zorginstelling met wie de medewerkster te maken heeft, zijn bovendien makkelijk te manipuleren/beïnvloeden en mee vatbaar voor misbruik. De arbeidsovereenkomst is ontbonden vanwege verwijtbaar handelen, zonder toekenning van een transitievergoeding.

8. Geen overgang van onderneming bij onderbrengen wijkteams in stichting

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 16 februari 2021 (ECLI:NL:GHARL:2021:1471)

Werknemers van verschillende zorgaanbieders worden gedetacheerd bij gemeentelijke wijkteams, die op enig moment worden ondergebracht in een stichting. Een werknemer van één van de zorgaanbieders stelt dat er sprake is van een overgang van onderneming, en dat hij daarom in dienst is bij de stichting. De zorgaanbieder is één van de ongeveer 25 zorgaanbieders waarbij de gemeente uren inkocht om de organisatie van de wijkteams in te richten (in het kader van de WMO). De zorgaanbieder selecteerde zelf de bij haar in dienst zijnde werknemers op basis van geschiktheid voor de uit te voeren werkzaamheden in de wijkteams en stelde daarvoor slechts een aantal van haar werknemers ter beschikking aan de gemeente. Daarnaast verrichtte de zorgaanbieder nog tal van (andere) activiteiten op het gebied van zorg- en dienstverlening, ook voor andere opdrachtgevers. Gelet op onder meer deze feiten en omstandigheden gaat het Hof ervan uit dat werknemer niet vanwege overgang van onderneming in dienst is gekomen bij de stichting. Door de detachering is werknemer geen deel gaan uitmaken van de door de gemeente aan de stichting overgedragen onderneming.

Blijf op de hoogte

Wilt u op de hoogte blijven van de laatste jurisprudentie voor de zorgsector? Meldt u zich dan aan voor onze maandelijkse nieuwsbrief met rechterlijke uitspraken.

Contact over dit onderwerp

Teaser Medezeggenschap

Onze mensen

Heeft u vragen en/of opmerkingen neem dan contact op met een van onze specialisten!

Gerelateerd

Jurisprudentie selectie Zorg – november 2024 150 150 Capra Advocaten

Jurisprudentie selectie Zorg – november 2024

Artikel

lees meer
Arbeidsongeschikte werknemer onbereikbaar. Wat nu? 150 150 Capra Advocaten

Arbeidsongeschikte werknemer onbereikbaar. Wat nu?

Artikel

lees meer

Blijf op de hoogte

Blijf op de hoogte over ontwikkelingen, interessante jurisprudentie en wetswijzigingen op het gebied van arbeidsverhoudingen binnen de sectoren overheid, onderwijs en zorg. Selecteer welke nieuwsbrieven u wilt ontvangen en wij houden u op de hoogte.

Vestiging Den Haag
Laan Copes van Cattenburch 56
2585 GC Den Haag
Telefoon 070-364 81 02
Fax 070-361 78 47
denhaag@capra.nl

Vestiging ‘s-Hertogenbosch
Willem van Oranjelaan 2
5211 CT ‘s-Hertogenbosch
Telefoon 073-613 13 45
Fax 073-614 82 16
s-hertogenbosch@capra.nl

Vestiging Zwolle
Terborchstraat 12
8011 GG Zwolle
Telefoon 038-423 54 14
Fax 038-423 47 84
zwolle@capra.nl

Vestiging Maastricht
Spoorweglaan 7
6221 BS Maastricht
Telefoon 043-7 600 600
Fax 043-7 600 609
maastricht@capra.nl