Op verschillende plekken zijn cao onderhandelingen in volle gang. Gezien de snel stijgende inflatie voelen vakbonden zich genoodzaakt hoog in te zetten voor hun leden. Voorstellen voor structureel hogere lonen en compensatieregelingen voor eventueel verder stijgende inflatie liggen op tafel. Ook de werkdruk is meer en meer onderwerp van discussie. Aan de andere kant stijgen de kosten van bedrijven en overheden over de hele linie en er bestaat momenteel veel economische onzekerheid. Onderhandelingen verlopen op sommige plekken dan ook stroef. Een goed voorbeeld zien wij terug bij de NS. De cao onderhandelingen daar gingen gepaard met uitvoerige stakingen waardoor het treinverkeer meerdere keren stil kwam te liggen. Uiteindelijk zijn de bonden en spoorvervoerders het eens geworden over een loonsverhoging van ruim 6 procent.
Inmiddels zijn ook in de gemeentelijke sector stakingen aangekondigd naar aanleiding van de cao onderhandelingen. Van werknemerszijde wordt een loonsverhoging van 12% en een automatische prijscompensatie bij (aanhoudende) hoge inflatie geëist. Onder andere in de pakketbezorging, het regionaal vervoer en de drogisterijsector zijn reeds ook stakingen aangekondigd. Het is niet uit te sluiten dat meer sectoren volgen.
Stakende werknemers zijn in Nederland doorgaans goed beschermd. Het stakingsrecht is gecodificeerd in artikel 6 lid 4 van het Europees Sociaal Handvest (‘ESH’) en heeft directe werking in Nederland. Het stakingsrecht verleent verschillende bevoegdheden aan werknemers om voor zichzelf op te komen. Het begrip ‘werknemer’ wordt hierbij ruim uitgelegd. In de jurisprudentie is meermaals geoordeeld dat ambtenaren ook vallen onder artikel 6 lid 4 ESH.
Het stakingsrecht is verre van onbegrensd. Het ESH noemt verschillende omstandigheden die grenzen kunnen stellen aan het stakingsrecht. Deze grenzen worden bepaald door het desbetreffende nationale recht en de noodzaak om rechten en vrijheden van anderen, de openbare orde of de nationale veiligheid te waarborgen. Deze beperkingen volgen uit artikel G van het ESH. De specifieke toepassing van de beperkingen is verder uitgewerkt in de jurisprudentie. De vraag of werknemers mogen staken, of dat zich juist beperkingen op het stakingsrecht voordoen is uiteindelijk afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Eventuele conflicten hierover worden meestal beslecht door de kortgedingrechter.
De vraag komt vaak op of werkgevers verplicht zijn aan stakende werknemers het loon door te betalen. Voor de werknemers die het werk echt neerleggen geldt in ieder geval dat werkgevers hiertoe niet verplicht zijn. Het wordt complexer indien er werknemers zijn die wel willen werken, maar door de staking niet in staat zijn om te werken, of als het acties betreft waarin het werk wel wordt uitgevoerd maar niet op de wijze die de werkgever graag zou zien (bijv. stiptheidsacties). In dat geval moet de concrete situatie uitwijzen of deze werknemers aanspraak maken op loondoorbetaling. Werkgevers zijn in ieder geval niet altijd machteloos in het geval van een collectieve actie.
Of werkgevers daadwerkelijk actie willen ondernemen is de vraag. Niet in alle gevallen zal dit direct wenselijk zijn. Maatwerk en handelen naar bevind van zaken is het hier credo. Capra Advocaten heeft ruime ervaring met het adviseren en procederen over collectieve acties. Bij vragen is het verstandig contact op te nemen met een advocaat van Capra om te zien wat de juiste vervolgstappen zijn.
Jasper Boiten (juridisch medewerker)
Contact over dit onderwerp
Gerelateerd
Past de medezeggenschapsstructuur nog bij de (gewijzigde) organisatie?
Artikel
lees meerUitschrijving uit het doelgroepregister = einde arbeidsovereenkomst?
Artikel
lees meerOnderhandelingen voor de nieuwe CAO Gemeenten/SGO gaan weer van start!
Artikel
lees meer15-20 klachten van AOIS over hoofdopleider, maar ontbinding tóch afgewezen
Artikel
lees meerJurisprudentie selectie Zorg – november 2024
Artikel
lees meerDaar zakt me de broek van af… een uitspraak over wangedrag in de zorg
Artikel
lees meer