In dit overzicht van jurisprudentie voor de sector Overheid bespreken we weer diverse rechterlijke uitspraken.
1. Consequente afwijzing van oplossingen geen slimme zet
In een recente uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant is een arbeidsovereenkomst ontbonden tussen een Waterschap en een medewerker die ruim 32 jaar in dienst was. De aanhoudende onvrede van de medewerker over zijn inschaling en de negatieve invloed die deze onvrede had op de samenwerking binnen het team, vormden de reden voor het beëindigen van de arbeidsovereenkomst. Ondanks herhaalde pogingen van de werkgever om de situatie te verbeteren, waaronder het aanbieden van verschillende maatwerkoplossingen en mediation, wees de medewerker elke voorgestelde oplossing af. Dit leidde tot een ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding.
Rechtbank Oost-Brabant 4 maart 2024 (ECLI:NL:RBOBR:2024:848)
2. Onterechte loonstop en waarschuwingsbrief moeten uit personeelsdossier
Deze zaak betreft een vordering tot het verwijderen van een waarschuwingsbrief en loonstopbrief uit het personeelsdossier. De waarschuwing is gegeven nadat een afspraak was afgezegd. De aanleiding voor het opleggen van de maatregel was gelegen in het feit dat de gemeente van mening was dat de medewerkster niet meewerkte aan redelijke voorschriften met betrekking tot haar re-integratie na een auto-ongeluk. Gelet op het feit dat een loonstop een vergaande maatregel is voor een zieke medewerker, moet de werkgever zorgvuldigheid betrachten en moet duidelijk zijn dat een medewerker in strijd met redelijke voorschriften heeft gehandeld. In deze zaak is het onvoldoende aannemelijk dat de medewerkster niet meewerkte aan haar re-integratie. Ook had de medewerkster in de gelegenheid moeten worden gesteld om een nieuwe afspraak te maken. De vordering wordt daarom toegewezen.
Rechtbank Midden-Nederland 12 maart 2024 (ECLI:NL:RBMNE:2024:1447)
3. Klachtplicht is niet van toepassing op een loonvordering
Een medewerkster is sinds 7 januari 2019 in dienst bij haar werkgever. Op 15 juli 2021 wordt de arbeidsomvang in overleg uitgebreid van 28 uur per week naar 35 uur per week. Dit wordt op 10 augustus 2021 schriftelijk bevestigd door de werkgever. Twee dagen later valt de medewerkster ziek uit. Het loon dat wordt doorbetaald, baseert de werkgever op de oorspronkelijke arbeidsomvang van 28 uur per week. Op 24 oktober 2023 wordt namens de medewerkster een dagvaarding uitgebracht. De medewerkster vordert achterstallig loon. Zij verzoekt om voor 35 uur per week betaald te worden. De werkgever beroept zich op de klachtplicht aangezien de medewerkster twee jaar lang niet heeft geklaagd over het feit dat haar loon is gebaseerd op een arbeidsomvang van 28 uur per week. De rechtbank oordeelt dat de klachtplicht niet van toepassing is op loonvorderingen en wijst de vordering af.
Rechtbank Rotterdam 1 maart 2024 (ECLI:NL:RBROT:2024:1477)
4. Werkgever verantwoordelijk voor aanvulling van het re-integratieverslag
Een medewerkster treedt op 1 mei 2019 in dienst bij haar werkgever en valt op 11 augustus 2021 ziek uit. Het UWV besluit na bijna twee ziektejaren om een loonsanctie op te leggen omdat de werkgever niet tijdig de benodigde documenten heeft aangevuld en daardoor niet voldoet aan zijn re-integratieverplichtingen. De werkgever besluit daarop het loon van de medewerkster stop te zetten omdat de medewerkster naar de mening van de werkgever verantwoordelijk is voor het tijdig en volledig indienen van de stukken bij het UWV. De rechtbank oordeelt echter dat de verantwoordelijkheid voor het aanvullen van het re-integratieverslag bij de werkgever ligt. De werkgever kan deze verantwoordelijkheid niet bij de medewerkster leggen. De loonstop is daardoor ten onrechte opgelegd. De loonvordering van de medewerkster wordt toegewezen.
Rechtbank Noord-Holland 29 februari 2024 (ECLI:NL:RBNHO:2024:1852)
5. Ernstig plichtsverzuim ambtenaar wegens onterecht betaalbaar stellen facturen en verzenden denigrerende WhatsAppberichten
Na een melding en een daarop volgend extern onderzoek blijkt dat een ambtenaar denigrerende WhatsAppberichten heeft uitgewisseld met een collega via de werktelefoon. Bovendien heeft zij onjuiste informatie gedeeld, waardoor twee facturen van in totaal € 20.000,– betaalbaar werden gesteld. Een strafontslag volgt. Gelet op de ernst van het vastgestelde plichtverzuim is de straf van disciplinair ontslag naar het oordeel van de rechtbank en de Raad niet onevenredig. De Raad merkt expliciet op dat de medewerkster in kwestie leidinggevende is en in die hoedanigheid hoge eisen mogen worden gesteld op het gebied van integriteit, betrouwbaarheid en verantwoordelijkheid. Door haar handelwijze heeft de medewerkster het in haar te stellen vertrouwen zeer ernstig geschaad. Deze zaak wordt nog door de Centrale Raad van Beroep behandeld omdat het ontslagbesluit dateert van 1 november 2018.
Centrale Raad van Beroep 8 februari 2024 (ECLI:NL:CRVB:2024:252)
Contact over dit onderwerp
Meld u aan voor onze nieuwsbrief en ontvang onze Jurisprudentie-mailing direct per mail.
Gerelateerd
Jurisprudentie selectie Overheid – oktober 2024
Artikel
lees meerJurisprudentie selectie Overheid – januari 2024
Artikel
lees meerJurisprudentie selectie Overheid – december 2023
Artikel
lees meer