In dit overzicht van jurisprudentie voor de sector Overheid van december 2021 bespreken we weer diverse rechterlijke uitspraken.
1. Geen ontbinding op de e-grond ondanks strafrechtelijke veroordeling voor zware mishandeling van een collega
Rechtbank Noord-Nederland 18 augustus 2021, ECLI:NL:RBNNE:2021:3599
De kantonrechter wijst het verzoek tot ontbinding op de e-grond af, omdat de werknemer weliswaar door de strafrechter is veroordeeld wegens mishandeling en poging tot doodslag van een collega, maar er hoger beroep tegen die uitspraak is ingesteld. Uit de uitspraak van de kantonrechter blijkt dat de kantonrechter twijfelt aan de juistheid van de uitspraak van de strafrechter. Collega Marien Korevaar schreef in Jurisprudentie Arbeidsrecht een annotatie bij deze beschikking.
2. Uitleg passende regeling als bedoeld in artikel 10.24 cao SGO
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 15 november 2021, ECLI:NL:GHARL:2021:10583
In eerste aanleg heeft de kantonrechter de arbeidsovereenkomst ontbonden wegens een verstoorde arbeidsverhouding. In hoger beroep gaat het om de vraag of de arbeidsovereenkomst moet worden hersteld en zo niet, of werknemer recht heeft op een billijke vergoeding alsook of zij aanspraak maakt op een aanvullende uitkering en na-wettelijke uitkering als bedoeld in de cao SGO. Het Hof komt tot het oordeel dat de arbeidsovereenkomst terecht is ontbonden. Van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten aan de zijde van de werkgever is volgens het hof geen sprake. Anders dan de kantonrechter oordeelt het Hof dat in deze zaak de te treffen passende regeling naast de transitievergoeding bestaat uit een aanvullende uitkering en een na-wettelijke uitkering.
3. Slapende DJI-medewerkers
Rechtbank Limburg 16 november 2021, ECLI:NL:RBLIM:2021:8580 en ECLI:NL:RBLIM:2021:8581
In deze twee zaken verzoekt de werkgever om ontbinding van de arbeidsovereenkomsten, omdat de DJI-werknemers tijdens de nachtdienst in slaap gevallen zijn en de taken op de centrale post niet dan wel niet volledig hebben uitgevoerd. De kantonrechter oordeelt dat werknemers zich schuldig hebben gemaakt aan ernstig plichtsverzuim, maar dat dit in de gegeven omstandigheden niet tot ontbinding leidt. Als relevante omstandigheid wordt onder andere in aanmerking genomen dat de werknemers aan het einde van de nachtdienst zijn aangesproken op hun gedrag en zijn gewaarschuwd dat bij herhaling van dat gedrag een melding zal worden gemaakt.
4. Onterecht ontslag vanwege re-integratie-inspanningen
Gerechtshof Amsterdam 16 november 2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:3565
Het Hof is, net als het UWV, van oordeel dat de werkgever de herplaatsingsmogelijkheden in het eerste spoor onvoldoende heeft onderzocht, omdat niet op taakniveau is gekeken naar mogelijkheden. Hierdoor is de werknemer de kans ontnomen zijn re-integratiemogelijkheden in het eerste spoor optimaal te benutten. Indien de werkgever zich wel voldoende had ingespannen, had de werknemer mogelijk een functie kunnen worden aangeboden en was herstel binnen 26 weken aannemelijk geweest. Om die reden is de opzegging van de arbeidsovereenkomst wegens langdurige arbeidsongeschiktheid niet rechtmatig geweest. Het Hof kent aan de werknemer een billijke vergoeding toe van €60.000,-.
5. Werknemer werkt onvoldoende mee aan het verbeteren van de onderlinge verhoudingen
Gerechtshof Amsterdam 23 november 2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:3693
Het Hof is van oordeel dat in deze zaak de arbeidsverhouding tussen partijen ernstig en duurzaam verstoord is geraakt. Sinds werknemer een bedrijfsongeval heeft gehad speelden er meerdere discussies tussen hen. De zoektocht naar een andere passende functie is vanwege de gebrekkige medewerking van de werknemer, het onderlinge wantrouwen, frustraties over en weer een zeer moeizaam proces geworden. Daarnaast bestonden er discussies over het (niet) naleven van werkinstructies en was de werknemer inmiddels al twee jaar vrijgesteld van werkzaamheden. Gezien de lange duur en hoeveelheid van voortslepende conflicten is te begrijpen dat de werkgever geen vertrouwen meer heeft in het herstel van de verhoudingen en een vruchtbare samenwerking. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden en aan de werknemer wordt een transitievergoeding toegekend.
6. UWV handelt onrechtmatig door gebrekkig deskundigenoordeel af te geven
Rechtbank Amsterdam 10 november 2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:6648
In deze zaak oordeelt de rechtbank dat het UWV ruim € 70.000 aan schadevergoeding aan de werkgever moet betalen, wegens een verkeerd afgegeven arbeidskundig besluit op basis waarvan de werkgever langer het loon en uiteindelijk een transitievergoeding heeft betaald aan werknemer. Partijen zijn het er in dit geval over eens dat aan het door het UWV gegeven deskundigenoordeel kwalitatieve gebreken kleven. De arbeidsdeskundige heeft namelijk ten onrechte nagelaten een verzekeringsarts in te schakelen en de arbeidsdeskundige heeft ten onrechte zelfstandig een oordeel gegeven over de (medische) vraag naar de belastbaarheid van werknemer. Met dat laatste is de arbeidsdeskundige buiten zijn expertise getreden. Naar het oordeel van de rechtbank is een en ander ernstig onzorgvuldig en daarmee ook zodanig onzorgvuldig dat dit als onrechtmatig jegens de werkgever moet worden aangemerkt.
Blijf op de hoogte
Wilt u op de hoogte blijven van de laatste jurisprudentie voor de overheid? Meldt u zich dan aan voor onze maandelijkse nieuwsbrief met rechterlijke uitspraken.
Contact over dit onderwerp
Gerelateerd
Uitschrijving uit het doelgroepregister = einde arbeidsovereenkomst?
Artikel
lees meerOnderhandelingen voor de nieuwe CAO Gemeenten/SGO gaan weer van start!
Artikel
lees meerArbeidsongeschikte werknemer onbereikbaar. Wat nu?
Artikel
lees meerJurisprudentie selectie Overheid – oktober 2024
Artikel
lees meerHet uur U nadert: vanaf 1 januari 2025 meer risico’s bij het inhuren van zzp’ers. Is uw organisatie er al klaar voor?
Artikel
lees meerVast dienstverband of toch niet? Wat gaat er veranderen voor de zzp-er
Artikel
lees meer