Ook in de zorg is ‘integriteit’ al geruime tijd een belangrijk en relevant onderwerp. Het wordt steeds relevanter, zo blijkt uit het hiernavolgende. Enkele belangrijke sleutelwoorden daarbij zijn: voorkomen van belangenverstrengeling, transparantie, bespreken van dilemma’s.
Governancecode Zorg 2017
In de Governancecode Zorg staan de nodige bepalingen opgenomen die te maken hebben met integriteit. In de code 2017 staat een apart hoofdstuk over ‘waarden en normen’. Een waarde gedreven organisatie kent een open cultuur, aldus de code. De Raad van Bestuur bevordert verder een cultuur waarin dilemma’s besproken en fouten gemeld worden, en waarin open en eerlijk hierover wordt gecommuniceerd om er van te leren.
De code bepaalt verder dat de zorgorganisatie voor medewerkers beschikt over een vertrouwenspersoon als meldpunt voor zorg over integriteit en/of misstanden. Verder is bepaald dat elke vorm van persoonlijke bevoordeling dan wel belangenverstrengeling van enig lid van de Raad van Bestuur of van de Raad van Toezicht wordt voorkomen, en de schijn hiervan wordt vermeden. De Raad van Bestuur neemt verder maatregelen die zorgen dat belangenverstrengeling van professionals, managers en medewerkers wordt voorkomen en dat (een vermoeden van) een belangenverstrengeling bij de Raad van Bestuur wordt gemeld en door de Raad van Bestuur wordt beoordeeld.
Geschillen over de toepassing van de code kunnen voorgelegd worden aan de Governancecommissie Gezondheidszorg, gevestigd te Haarlem.
Wet Toetreding Zorgaanbieders (Wtza) (19 juni 2020)
Het belang van integriteit komt ook in recente regelgeving goed tot uitdrukking, zoals in de Wet Toetreding Zorgaanbieders (Wtza). Deze wet is gepubliceerd op 19 juni 2020, en zal naar verwachting 1 juli 2021 in werking treden.
Een zorgaanbieder dient te beschikken over een toelatingsvergunning. Daarvoor dient de aanbieder te voldoen aan bepaalde eisen omtrent de bestuursstructuur. Zo is de interne toezichthouder zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar, de dagelijkse of algemene leiding van de instelling en welk deelbelang dan ook, onafhankelijk en kritisch kunnen opereren. Bij nadere regelgeving kunnen nadere eisen worden gesteld aan de bestuursstructuur. Deze eisen hebben in ieder geval betrekking op de waarborging van de onafhankelijke taakvervulling door de interne toezichthouder.
De Minister weigert een toelatingsvergunning als de te verstrekken bescheiden en gegevens niet volledig worden aangeleverd. Het toezicht en handhaving van de Wtza zijn in handen van de Minister en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd.
Kader goed bestuur (juli 2020)
In dit verband is verder relevant het ‘Kader goed bestuur’. Dit kader zullen de IGJ en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) gebruiken bij het beoordelen van bestuurders, interne toezichthouders, cliëntenraden en zorgverleners. In dit kader is onder meer bepaald dat het bestuur open en integer is. Het bestuur weegt verder conflicterende doelen en belangen zorgvuldig, is daar transparant over en bespreekt dilemma’s met interne belanghebbenden. Besluitvorming vindt altijd plaats met het oog op patiënten en cliënten, interne betrokkenen en het publieke belang.
Het bestuur is – aldus het kader – doelgericht en gaat doelmatig en rechtmatig om met publieke middelen en zorgt voor een transparante bedrijfsvoering. Het bestuur houdt zich verder aan bestuurlijke en professionele gedragscodes, evenals aan andere verplichte codes en veldnormen voor kwaliteit en veiligheid. De Raad van Toezicht ziet er volgens het kader op toe dat geld dat bedoeld is voor de zorg ook aan de zorg wordt besteed en dat de inrichting van de organisatie hier dienstbaar aan is. Leden van de Raad van Toezicht voorkomen elke schijn van vermenging van belangen van henzelf en zij zien toe op het voorkomen van belangenverstrengeling in de organisatie.
De interne toezichthouders houden bij elke afzonderlijke instelling de vinger aan de pols. Het toezicht van de NZa en de IGJ maakt gebruik van signalen en meldingen die wijzen op mogelijk structureel risicovolle situaties. Als externe toezichthouder beschikken zij over verschillende toezichtmethoden en bestuursrechtelijke instrumenten (van een aanwijzing tot verscherpt toezicht).
Wetsvoorstel integere bedrijfsvoering zorgaanbieders
Zoals uit het voorgaande blijkt, hebben de Governancecode Zorg, de Wet Toetreding Zorgaanbieders en het Kader goed bestuur betrekking op integriteit. De verankering in de regelgeving, deels een bevestiging van al bestaande regels, geeft het toenemend belang daarvan aan. Daarbij zullen nog komen de eisen die gesteld zullen worden aan de bedrijfsvoering van zorgaanbieders, op te nemen in de Wet integere bedrijfsvoering zorgaanbieders. Hiermee zullen de integriteitseisen nog verder worden verscherpt. Het wetsvoorstel zal uiterlijk begin 2021 aan de Tweede Kamer worden aangeboden. Het is afwachten wat de inhoud daarvan zal zijn. De Minister heeft al wel enkele onderwerpen genoemd, zoals het voorkomen van elke vorm van belangenverstrengeling binnen de zorgorganisatie.
Al met al zal het jaar 2021 in ieder geval een nog belangrijker jaar worden voor integriteit in de zorg. Het is daarom goed om hierop voorbereid te zijn, en kan het geen kwaad integriteit alvast hoog op de agenda te zetten.
Mark van de Laar
Praktijkgroep Zorg
Contact over dit onderwerp
Mark van de Laar
Gerelateerd
Grensoverschrijdend gedrag en de billijke vergoeding
Artikel
lees meerPast de medezeggenschapsstructuur nog bij de (gewijzigde) organisatie?
Artikel
lees meer15-20 klachten van AOIS over hoofdopleider, maar ontbinding tóch afgewezen
Artikel
lees meerJurisprudentie selectie Zorg – november 2024
Artikel
lees meerArbeidsongeschikte werknemer onbereikbaar. Wat nu?
Artikel
lees meerActieve openbaarmaking komt eraan! Hoe gaan we daarmee om?
Artikel
lees meer