Er is veel ophef over de corruptieverdenking bij het grootste niet-academische ziekenhuis in Nederland. De verdachte cardiologen zouden jarenlang betalingen hebben ontvangen van een leverancier van medische hulpmiddelen in ruil voor een voorkeursbeleid voor hun producten. Ongeveer de helft van de medische specialisten in Nederland – waaronder de van corruptie verdachte cardiologen – is vrijgevestigd. Ze zijn vergelijkbaar met zzp’ers en sluiten zich vaak aan bij een medisch-specialistisch bedrijf dat als zelfstandige entiteit zorg verleent in een ziekenhuis op basis van een samenwerkingsovereenkomst. Al geruime tijd gaan er stemmen op om dit te veranderen. In het regeerakkoord van 15 december 2021 staat het voornemen dat alle medisch specialisten in loondienst van het ziekenhuis zullen komen.
Als dit voornemen werkelijkheid wordt, is er dus een belangrijke rol weggelegd voor de werkgever om, zoals in dit geval, (vermoedens van) corruptie en andere integriteitsschendingen van medisch specialisten te voorkomen en – als van corrupt gedrag c.q. fraude is gebleken – te sanctioneren. Gelukkig heeft de werkgever hiervoor de nodige mogelijkheden. Als de medisch specialisten in loondienst komen en als werknemers gekwalificeerd worden is er namelijk zowel intern als extern meer regelgeving op hen van toepassing. Denk hierbij aan boek 7 van het Burgerlijk Wetboek (BW), de CAO-ziekenhuizen of de CAO-Umc en interne regelingen of gedragscodes binnen het ziekenhuis. Anders dan voor de vrijgevestigde specialist ligt er al veel vast in regelgeving. Voor de vrijgevestigde artsen moeten de over en weer geldende rechten en plichten vooral geregeld worden in overeenkomsten. Ook dan kan het zijn dat het ziekenhuisbestuur ingrijpende maatregelen kan nemen, maar dat moet dan wel goed afgesproken zijn. Voor werkgevers en werknemers is er al heel veel geregeld. Dat brengt het dienstverband met zich mee.
Zo dient een werknemer zich te gedragen als een goed werknemer in de zin van artikel 7:611 BW. De instructiebevoegdheid van de werkgever gaat in dat verband verder dan de bevoegdheid die een ziekenhuisbestuur heeft jegens een vrijgevestigde arts. Want dat is nu net het verschil met de arbeidsovereenkomst. Als een medisch specialist in loondienst zou frauderen, kan de werkgever ingrijpende maatregelen nemen. Bij een vermoeden van corruptie of een andere ernstige integriteitsschending, behoort zowel een schorsing als een non-actiefstelling tot de mogelijkheden om het vermoeden te kunnen onderzoeken (zie artikel 3.1.4 & 3.1.5 CAO-ziekenhuizen en artikel 10.2 & 10.4 CAO-Umc). Indien er bewezen kan worden dat de werknemer inderdaad corrupt heeft gehandeld dan is ofwel een ontslag op staande voet mogelijk waarbij ook een gefixeerde schadevergoeding kan worden geëist, ofwel een ontslag op grond van ernstig verwijtbaar handelen (artikel 7:669 lid 3 sub e BW). Dit is wettelijke geregeld.
Een ziekenhuis als werkgever van de medisch specialist heeft hiermee in beginsel een ruimer pallet aan wettelijke mogelijkheden om in te grijpen bij een vermoeden van integriteitsschendingen dan een ziekenhuis waar de specialist werkt als vrijgevestigde. Wat het ziekenhuis in het laatstgenoemde geval kan doen, is immers deels afhankelijk van de afspraken die staan in de samenwerkingsovereenkomst. Die contractuele bevoegdheden van een ziekenhuisbestuur kunnen nooit zover gaan als die van een werkgever, want dan zou er zeer waarschijnlijk – zonder dat dit bedoeld is – toch sprake zijn van een arbeidsovereenkomst. De benaming van de overeenkomst is immers niet bepalend.
Hoe staat het met de regelgeving op dit gebied?
Als het voornemen van het kabinet werkelijkheid zal worden dan hebben alle ziekenhuizen in Nederland toegang dat bovengenoemde mogelijkheden indien er een vermoeden is van een integriteitsschending. Maar een reageerakkoord is nog geen wet. Op 11 oktober jl. heeft Minister Kuipers van VWS antwoord gegeven op een aantal vragen over het strafrechtelijk onderzoek in de kwestie van de van corruptie verdachte artsen. Hij heeft in deze nota aangegeven dat er alleen regelgeving zal komen als bij de medisch-specialistische bedrijven onvoldoende verbetering optreedt in de transformatie naar passende zorg en de bestuurbaarheid van ziekenhuizen. De Tweede Kamer heeft echter op 6 juli jl. tijdens het commissiedebat duidelijk aangegeven vaart te willen houden in de maatregelen om alle artsen in loondienst te brengen. Maar regelgeving is er op dit moment nog niet. We houden u op de hoogte.
Contact over dit onderwerp
Gerelateerd
Jurisprudentie selectie Overheid – oktober 2024
Artikel
lees meerDe arbeidsrechtelijke worsteling met diversiteit
Artikel
lees meerHet uur U nadert: vanaf 1 januari 2025 meer risico’s bij het inhuren van zzp’ers. Is uw organisatie er al klaar voor?
Artikel
lees meerIs bevoegd ook bekwaam? Over dilemma’s in de zorg.
Artikel
lees meerVast dienstverband of toch niet? Wat gaat er veranderen voor de zzp-er
Artikel
lees meerKennisbijeenkomst Capra Advocaten Zwolle – 14 november 2024
Kennisbijeenkomst 14 november 2024
lees meer