Jurisprudentie selectie Zorg – juni 2021

Jurisprudentie selectie Zorg – juni 2021

Jurisprudentie selectie Zorg – juni 2021 150 150 Capra Advocaten

In dit overzicht van jurisprudentie voor de zorgsector over de maand juni 2021 bespreken we weer diverse rechterlijke uitspraken.

1. Ontslag op staande voet wegens diefstal morfinepleisters en mishandeling

Rechtbank Rotterdam 31 maart 2021 (ECLI:NL:RBROT:2021:2927)

Een medewerkster in een ouderenzorginstelling wordt ontslag op staande voet verleend, vanwege diefstal van morfinepleisters en mishandeling van tenminste één bewoonster (door haar medicatie te onthouden). De medewerkster vecht het ontslag bij de rechter aan. In de procedure komt de mishandeling niet vast te staan. Wat betreft de diefstal heeft de werkgever niet gesteld dat alleen om deze reden al ontslag is verleend. De werkgever had dit wel uitdrukkelijk moeten aangeven. De rechter oordeelt daarom dat ook al komt de diefstal vast te staan, het ontslag niet rechtsgeldig is. Het ontslag wordt vernietigd.

Zie ook het artikel van Martijn Steuten.

2. Gegevens moeten van zwarte lijst worden gehaald

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 6 april 2021 (ECLI:NL:GHARL:2021:3206)

Een arts vindt dat zijn gegevens moeten worden weggehaald van de websites van Stichting SIN (Slachtoffers Iatrogene Nalatigheid-Nederland), onder meer van de zwarte lijst artsen. Het Gerechtshof wijst de vordering toe. De door de betreffende Stichting SIN omschreven doelen, namelijk verbetering van de positie van slachtoffers van medische fouten en de verbetering van de kwaliteit van de gezondheidszorg, rechtvaardigen volgens de rechter niet het blijven vermelden van de naam van de arts op de zwarte lijst.

3. Geen arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd medewerker ziekenhuis

Rechtbank Den Haag 20 april 2021  (ECLI:NL:RBDHA:2021:4740)
Werknemer bij een ziekenhuis stelt dat hij een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft. In de Cao staat dat een arbeidsovereenkomst in de regel wordt aangegaan voor onbepaalde tijd. Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd wordt, bij normaal/goed functioneren van de werknemer, in principe opgevolgd door een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Volgens de kantonrechter volgt hieruit niet dat de werkgever onder alle omstandigheden verplicht is te motiveren waarom de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd wordt voortgezet. De werknemer heeft zijn werkzaamheden zonder tegenspraak voortgezet, waarmee hij volgens de rechter stilzwijgend met een verlenging voor bepaalde tijd akkoord ging. De derde arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is daarom van rechtswege beëindigd.

Zie ook het artikel van Jacobien Frederix-Gianotten.

4. Maximale WNT vergoeding en non-activiteit

Rechtbank Gelderland 12 mei 2021 (ECLI:NL:RBGEL:2021:2548)

Een zorgcentrum verzoekt de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst met de directeur te ontbinden vanwege een verstoorde arbeidsverhouding. De directeur is enige tijd wegens ziekte arbeidsongeschikt geweest. Volgens de rechter blijkt uit de stukken dat de raad van toezicht geen vertrouwen meer heeft in de directeur. Gelet op de functie is draagvlak vereist, aldus de rechter. Van een vruchtbare samenwerking kan echter geen sprake meer zijn. De werkgever is aan de directeur daarom de contractuele vergoeding verschuldigd, die is bepaald op het maximumbedrag van de WNT. Daarop worden het salaris over de periode van non-activiteit in mindering gebracht, zodat deze vergoeding op nihil uitkomt. Wel moet de werkgever een transitievergoeding betalen. Daarnaast heeft de directeur recht op een billijke vergoeding, omdat de werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld, door namelijk de onderlinge verhoudingen tijdens de re-integratie op scherp te stellen.

5. Bij gebreke van protocol is onduidelijk of aanpak onaanvaardbaar is

Rechtbank Rotterdam 19 mei 2021 (ECLI:NL:RBROT:2021:5000)

Een begeleidster in een (jeugd)zorginstelling wordt, onder meer vanwege bedreiging, op staande voet ontslagen. Zij vraagt de kantonrechter het ontslag te vernietigen. De kantonrechter stelt vast dat de begeleidster beperkte werkervaring heeft met jongmeerderjarigen met zware problemen. Het is duidelijk dat de begeleidster op haar manier een beroep heeft gedaan op het fatsoen van een jongmeerderjarige en haar streng en op luide toon aansprak op diens gedrag. Maar van een bedreiging van deze jongere is volgens de rechter geen sprake. Het is volgens de rechter bij gebreke van nadere informatie in de vorm van richtlijnen of een protocol onduidelijk of het optreden van begeleidster een aanpak is die ontoelaatbaar is. De rechter vernietigde het ontslag niet, nu de begeleidster aangaf te berusten in het ontslag. Wel kende de rechter aan de begeleidster een billijke vergoeding toe.

6. Werkneemster blijft na einde dienstverband als zzp’er in dienst

Rechtbank Rotterdam 21 mei 2021 (ECLI:NL:RBROT:2021:5081)

Betreft een teamleider afdeling huishouding, die een oproepovereenkomst heeft met een thuiszorginstelling. De Cao VVT is van toepassing. De oproepovereenkomst (een arbeidsovereenkomst) wordt opgevolgd door een overeenkomst van opdracht. De teamleider gaat dus als zzp’er verder, in exact dezelfde functie. Deze overeenkomst wordt kort daarna door de instelling beëindigd. De teamleider stelt dat er eigenlijk sprake was van een (voortdurende) arbeidsovereenkomst. De rechter geeft haar hierin gelijk. Onweersproken is immers dat de arbeidsverhouding niet is veranderd. De teamleider kan zich daarom met succes (blijven) beroepen op het bestaan van een arbeidsovereenkomst. De later getekende overeenkomst van opdracht heeft daar geen verandering in gebracht. De teamleider vraagt niet om vernietiging van de beëindiging van de overeenkomst, maar om een billijke vergoeding. De rechter kent haar deze toe, omdat de werkgever de voorschriften zoals die gelden in het Nederlandse arbeidsrecht niet heeft nageleefd.

7. Arbeidsovereenkomst van kritische ziekenhuismedewerker wordt niet ontbonden

Rechtbank Rotterdam 1 juni 2021 (ECLI:NL:RBROT:2021:5136)

Een ziekenhuis verzoekt de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst van een afdelingshoofd van enkele verpleegafdelingen, te ontbinden. De werknemer gaf aan te kampen met overbelasting gerelateerde klachten. Met de werknemer zijn gesprekken gevoerd over de werkdruk, maar ook over zijn onwenselijke gedrag en dat een andere functie mogelijk een betere match zou zijn. De werknemer start vervolgens in de pilotfunctie beleidsadviseur. De werknemer krijgt een waarschuwing naar aanleiding van door hem gedane uitlatingen op Intranet. De pilotfunctie wordt niet voortgezet. De werknemer wil geplaatst worden in de functie van afdelingshoofd poliklinische longgeneeskunde, en voert daar zelfs een procedure voor. Daarnaast dient hij een klacht in tegen een P&O medewerker. Voor het ziekenhuis is vervolgens de maat vol. Maar de rechter weigert de gevraagde ontbinding, omdat een deugdelijke verslaglegging ontbreekt. De werkgever had de werknemer bovendien tools moeten bieden om zijn gedrag te verbeteren.

Blijf op de hoogte

Wilt u op de hoogte blijven van de laatste jurisprudentie voor de zorgsector? Meldt u zich dan aan voor onze maandelijkse nieuwsbrief met rechterlijke uitspraken.

Contact over dit onderwerp

Teaser Medezeggenschap

Onze mensen

Heeft u vragen en/of opmerkingen neem dan contact op met een van onze specialisten!

Gerelateerd

Jurisprudentie selectie Zorg – mei 2021 150 150 Capra Advocaten

Jurisprudentie selectie Zorg – mei 2021

Artikel

lees meer
Jurisprudentie selectie Zorg – april 2021 150 150 Capra Advocaten

Jurisprudentie selectie Zorg – april 2021

Artikel

lees meer
Jurisprudentie selectie Zorg – maart 2021 150 150 Capra Advocaten

Jurisprudentie selectie Zorg – maart 2021

Artikel

lees meer

Blijf op de hoogte

Blijf op de hoogte over ontwikkelingen, interessante jurisprudentie en wetswijzigingen op het gebied van arbeidsverhoudingen binnen de sectoren overheid, onderwijs en zorg. Selecteer welke nieuwsbrieven u wilt ontvangen en wij houden u op de hoogte.

Vestiging Den Haag
Laan Copes van Cattenburch 56
2585 GC Den Haag
Telefoon 070-364 81 02
Fax 070-361 78 47
denhaag@capra.nl

Vestiging ‘s-Hertogenbosch
Willem van Oranjelaan 2
5211 CT ‘s-Hertogenbosch
Telefoon 073-613 13 45
Fax 073-614 82 16
s-hertogenbosch@capra.nl

Vestiging Zwolle
Terborchstraat 12
8011 GG Zwolle
Telefoon 038-423 54 14
Fax 038-423 47 84
zwolle@capra.nl

Vestiging Maastricht
Spoorweglaan 7
6221 BS Maastricht
Telefoon 043-7 600 600
Fax 043-7 600 609
maastricht@capra.nl