Met de zomervakantie in aantocht leven er elk jaar weer veel vragen rondom de regels over vakantie. Een aantal van deze vragen, inclusief het antwoord daarop, zetten wij op een rij voor u.
1. Op hoeveel vakantiedagen heeft de werknemer recht?
Iedere werknemer heeft recht op vakantiedagen. Per kalenderjaar heeft iedere werknemer het wettelijk recht op minimaal vier maal de overeengekomen arbeidsduur per week. Dit zijn de zogenaamde ‘wettelijke vakantiedagen’. Daarnaast geven veel werkgevers meer vakantiedagen dan het wettelijk minimum. Deze vakantiedagen zijn de zogenaamde ‘bovenwettelijke vakantiedagen’. Deze bovenwettelijke vakantiedagen vloeien meestal voort uit de cao of arbeidsovereenkomst.
2. Mag de werknemer bepalen welke vakantiedagen hij opneemt?
De hoofdregel is dat de werkgever de vakantie vaststelt overeenkomstig de wens van de werknemer, tenzij zich daartegen gewichtige redenen verzetten. Een voorbeeld van een gewichtige reden is als de bezetting van de onderneming het niet toelaat om de werknemer op dat tijdstip op vakantie te laten gaan. Wanneer de werkgever niet binnen twee weken nadat de werknemer zijn wensen schriftelijk heeft kenbaar gemaakt, schriftelijk aan de werknemer gewichtige redenen heeft aangevoerd, dan is de vakantie-aanvraag automatisch akkoord.
Een andere uitzondering op de hoofdregel is wanneer in de vaststelling van de vakantie is voorzien bij een schriftelijke arbeidsovereenkomst of cao.
3. Kan de werkgever de toegekende vakantiedagen nog wijzigen?
Ja, maar alleen als de werkgever daarvoor gewichtige redenen heeft. De werkgever is verplicht de schade die de werknemer lijdt als gevolg van de wijziging van het tijdvak van de vakantie, te vergoeden. De werkgever kan bijvoorbeeld terugkomen van een reeds toegezegde vakantie vanwege onverwachte drukte in de onderneming of ziekte van collega’s. Bij financiële schade die voor vergoeding in aanmerking komt, moet worden gedacht aan posten als annuleringskosten voor een vlucht of een vakantieplek.
4. Kan de werkgever de werknemer verplichten om vakantie op te nemen?
De werkgever kan uitsluitend een werknemer verplichten om op een bepaald moment vakantie op te nemen als het een vakantie betreft die is vastgesteld op grond van een schriftelijke arbeidsovereenkomst of cao. Is dit niet het geval, dat is het uitgangspunt dat de tijdstippen van aanvang en einde van de vakantie overeenkomstig de wensen van de werknemer worden vastgesteld (zie ook vraag 2).
5. Op welk loon is recht over een vakantiedag?
Over elke vakantiedag bestaat recht op 100% van het loon. Het loon dient gelijk te zijn aan het bedrag dat de werknemer had verdiend als hij geen vakantiedag had opgenomen, zodat als uitgangspunt geldt dat ook een vaste bonus en vaste toelagen tot het door te betalen loon horen. Wanneer een zieke werknemer vakantie geniet, bestaat ook recht op 100% van het loon en niet het eventueel vanwege ziekte gekorte salaris (het vakantiekarakter is overheersend).
6. Bouwt de werknemer ook vakantiedagen op bij ziekte?
Ja, zieke werknemers bouwen evenveel wettelijke vakantiedagen op als niet-zieke werknemers. Dat is minimaal vier maal de overeengekomen arbeidsduur per week. Werkgever en werknemer kunnen schriftelijk overeenkomen dat tijdens ziekte geen opbouw plaatsvindt van bovenwettelijke vakantiedagen.
Vakantiedagen zijn pas officiële vakantiedagen voor een zieke werknemer als de werknemer daarmee instemt of als daarover afspraken zijn gemaakt in de arbeidsovereenkomst of bij cao. Wat betreft de afspraken in de arbeidsovereenkomst of cao kunnen uitsluitend de bovenwettelijke vakantiedagen als vakantie worden aangemerkt.
7. Wanneer vervallen opgebouwde vakantiedagen?
Volgens de wet vervallen wettelijke vakantiedagen een half jaar na de laatste dag van het kalenderjaar waarover vakantie is verworven. Een uitzondering hierop is als de werknemer niet in staat is geweest om in deze periode vakantie op te nemen. Dit kan bijvoorbeeld zijn door ziekte, of omdat de werkgever het onmogelijk heeft gemaakt om in deze periode vakantie op te nemen. In deze gevallen geldt een verjaringstermijn van vijf jaar na afloop van de kalenderjaar waarin de aanspraak is ontstaan. In een schriftelijke arbeidsovereenkomst of cao kan de termijn van zes maanden worden verlengd. De bovenwettelijke vakantiedagen verjaren na verloop van vijf jaar na afloop van het kalenderjaar jaar waarin deze vakantiedagen zijn opgebouwd.
8. Mag de werknemer vakantie afkopen?
De wettelijke vakantiedagen mag de werknemer niet laten afkopen. De bedoeling van de wetgever is dat de werknemer daadwerkelijk vakantie opneemt (recuperatiefunctie), althans voor zover het de minimumaanspraak van minimaal vier maal de overeengekomen arbeidsduur per week betreft. Wettelijke vakantiedagen komen alleen tot uitbetaling bij einde arbeidsovereenkomst. Bovenwettelijke vakantiedagen mogen wel worden afgekocht, mits werkgever en werknemer dit hebben afgesproken. Soms is deze mogelijkheid opgenomen in de cao.
Heeft u vragen?
Als u vragen heeft over dit onderwerp kunt u contact opnemen met ondergetekende of uw vaste contactpersoon bij Capra.
Contact over dit onderwerp
Sjoerd Richters
Gerelateerd
- Alle
- Overheid Arbeidsverhoudingen
- Zorg Arbeidsverhoudingen
- Onderwijs Arbeidsverhoudingen
Grensoverschrijdend gedrag en de billijke vergoeding
Artikel
lees meerPast de medezeggenschapsstructuur nog bij de (gewijzigde) organisatie?
Artikel
lees meerUitschrijving uit het doelgroepregister = einde arbeidsovereenkomst?
Artikel
lees meerOnderhandelingen voor de nieuwe Cao Gemeenten/SGO gaan weer van start!
Artikel
lees meer15-20 klachten van AOIS over hoofdopleider, maar ontbinding tóch afgewezen
Artikel
lees meerRechtsbescherming studenten in het MBO – eerste rechtspraak ABRvS
Artikel
lees meer