Mij heeft het vererende verzoek bereikt om u elke aflevering van Capra Concreet deelgenoot te maken van een uitspraak die mij is opgevallen. Ik doe dat graag en begin met een niet meer zo recente uitspraak, die mij nooit zou zijn opgevallen als zij niet in het Advocatenblad van september 2016 zou zijn genoemd.
Het is een uitspraak van de wrakingskamer van de Rechtbank Noord-Nederland van
22 mei 2015 (ECLI:NL:RBNNE:2015:4413). U weet dat het mogelijk is een rechter te wraken, en hopelijk weet u ook dat het meestal niet wijs is om dat te doen. Maar zelden zal een rechter op een wonderlijker grond gewraakt zijn dan in dit geval. Het wrakingsverzoek was gegrond op een misverstand, dat als oorzaak had dat taal verandert.
Een paar jaar terug bezocht ik mijn oude vriend A., die te horen had gekregen dat hij niet lang meer te leven had. Omdat hij altijd graag een borrel had gelust nam ik een mooie oude armagnac voor hem mee (dat hadden zijn artsen hem niet verboden). Hij nam die dankbaar in ontvangst en zette hem liefdevol naast een fles dure whisky, die hij, naar hij mij mededeelde, van vriend H. gekregen had. “Zo”, zei ik, “blaast er effe een in de bus”. Mijn vriend, die zich vaak ergerde aan zijns insziens incorrect taalgebruik, vroeg mij bijna boos wat ik daarmee bedoelde. Ik legde uit dat ik bedoelde dat H. een fors bedrag aan zijn cadeau had besteed. A. was daardoor geheel gerustgesteld. Hij liet weten dat hij blij was dat ik die uitdrukking nog in de juiste betekenis gebruikte, en dat heel veel mensen de uitdrukking tegenwoordig gebruikten om aan te duiden dat iemand veel lawaai maakte (dat wist ik niet), en dat dat natuurlijk volkomen fout was. Zeer betreurenswaardig ook.
Het was niet het moment om hem tegen te spreken. Maar taal verandert nu eenmaal, en de fouten van vandaag zijn het correct Nederlands van morgen. Ik ken veel mensen die zich vreselijk ergeren aan mensen die “hun hebben” zeggen. Dat zeg ik zelf ook niet, en wee de stagiair die het in mijn bijzijn zegt, maar het zou mij niet verbazen als het over twintig jaar algemeen gebruik is, en zo heel erg is dat ook weer niet. Alle “hun hebben”-haters die ik ken spreken, als ze beleefd willen zijn, iemand met “u” aan, en niet met “gij”, en het enige verschil van die fout met “hun hebben” is dat zij er al in de negentiende eeuw is ingeslopen.
We moeten gewoon accepteren dat taal verandert. Zo’n verandering kan trouwens erg grappige rechterlijke uitspraken opleveren, zoals deze.
Een advocate trad in kort geding op voor de verwerende partijen (vennootschappen) en wilde als eerste verweer inbrengen dat de zaak zich niet voor een kort geding leende. Dat wilde zij direct aan het begin van haar betoog inbrengen (dat dit wenselijk is wordt onderwezen op de advocatenopleiding, waar veel zaken te absoluut worden voorgesteld).
Ze wilde dat zo graag, dat ze de rechter, toen die nog bezig was om met partijen de ingekomen stukken door te nemen (daarmee begint elk kort geding) herhaaldelijk in de rede viel om dit standpunt naar voren te brengen. De rechter had haar daarop, zo stelde zij, toegevoegd dat zij moest “opzouten”. Hierdoor had de rechter volgens haar blijk gegeven van vooringenomenheid, en door zijn taalgebruik had hij haar geïntimideerd. Wraking dus.
De wrakingskamer hoorde de – vermoedelijk stomverbaasde – rechter. Die legde uit dat hij de advocate had medegedeeld dat zij haar verweer nog even moest opzouten, omdat hij nog bezig was met het doornemen van de ingekomen stukken.
Taal verandert. Ik neem aan dat de rechter ongeveer van mijn leeftijd was, en de advocate een stuk jonger. Ik zou het woord opzouten in dezelfde zin gebruikt hebben als de rechter. Opzouten is het zouten van voedsel om het langer te kunnen bewaren. We doen dat met vlees en met vis, en bijna niet meer met groenten (aan zoute andijvie is niets verloren, wat mij betreft, maar zoute snijbonen zijn een waardevol bestanddeel van naakte mannetjes in het gras). Overdrachtelijk wordt het door de ouderen onder ons gebruikt om aan te geven dat iemand een bepaald betoog niet nu, maar wel later kan inbrengen.
Jongeren kennen die betekenis van opzouten niet meer (ik heb dit op mijn zonen getest). Zij gebruiken het woord opzouten als een iets minder grove uitdrukking voor “oprotten”.
In die betekenis zou het woord zeer ongepast zijn geweest, maar in de zin waarin het woord door de rechter was gebruikt was het dat allerminst.
Het wrakingsverzoek werd dan ook afgewezen. Toch denk ik dat ik het woord opzouten voortaan maar ga vermijden.
Pieter Joost Schaap
Over de auteur
Gerelateerd
Uitgesproken – New Hairstyle
Artikel
lees meerUitgesproken: De Bourbon Naundorff (2)
Artikel
lees meerUitgesproken: De Bourbon Naundorff
Artikel
lees meerUitgesproken: Klimaatbeheersing
Artikel
lees meerUitgesproken: Frans Naerebout
Artikel
lees meerUitgesproken: Waarschuwing
Artikel
lees meerUitgesproken: Hooghoudt
Artikel
lees meerUitgesproken: Lees maar, er staat niet wat er staat
Artikel
lees meerUitgesproken: Trinity Lutheran Church v. Comer
Artikel
lees meerUitgesproken: Luxe broodjes
Artikel
lees meerUitgesproken: Hoofddoek
Artikel
lees meerDe hulp in de huishouding
Artikel
lees meerBuitengriffier
Artikel
lees meerJan Derksen
Artikel
lees meerDe gekozen burgemeester
Artikel
lees meerHendrik Haan uit Koog aan de Zaan
Artikel
lees meerCaius asinus est
Artikel
lees meerOpen brief aan de Minister van Justitie
Artikel
lees meerTAR bestaat 25 jaar
Artikel
lees meerEen wonderlijke uitspraak
Artikel
lees meer