Begin dit jaar heb ik geschreven over het Voorstel ‘Wet werken waar je wilt’. Dit wetsvoorstel geeft de werknemer in beginsel het recht op thuiswerken. Het is de bedoeling om hiervoor de Wet flexibel werken te wijzigen. Door deze wijziging moet een verzoek tot thuiswerken (formeel: een verzoek om aanpassing van de arbeidsplaats) op dezelfde manier worden behandeld als een verzoek om aanpassing van de werktijd of arbeidsduur. De werkgever moet bij afwijzing van het verzoek motiveren waarom sprake zou zijn van zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen. Dit is een behoorlijk zware toets waaraan niet snel is voldaan. Met dit wetsvoorstel wordt het recht van de werknemer om de werkplek te kiezen, dus verstevigd.
Het wetsvoorstel is op 27 januari 2021 ingediend bij de Tweede Kamer en vervolgens op 16 maart 2021 in handen gesteld van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) voor het voorbereidend onderzoek. De vaste commissie van SWZ heeft verzocht om advies in te winnen bij het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR). Met dit verzoek heeft de Tweede Kamer ingestemd.
Toetsingskader ATR
Het ATR heeft de gevolgen voor de regeldruk beoordeeld aan de hand van het volgende toetsingskader:
- Nut en noodzaak: is er een taak voor de overheid en is regelgeving het meest aangewezen instrument?
- Zijn er minder belastende alternatieven mogelijk?
- Is gekozen voor een uitvoeringswijze die werkbaar is voor de doelgroepen die de wetgeving moeten naleven?
- Zijn de gevolgen voor de regeldruk volledig en juist in beeld gebracht?
Conclusie en advies ATR
Het ATR heeft op 1 november 2021 geconcludeerd dat de onderbouwing van het voorliggende voorstel niet voldoende is voor een goed afgewogen besluitvorming en adviseert daarom de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel niet voort te zetten. Het ATR geeft daarbij het volgende aan:
- Nut en noodzaak: de probleemanalyse is niet toereikend. Het wetsvoorstel maakt immers onvoldoende duidelijk wat precies het probleem is bij verzoeken om aanpassing van de arbeidsplaats en wat de oorzaak van het probleem is. Het ATR adviseert inzichtelijk te maken in welke mate verzoeken worden afgewezen op andere gronden dan zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen.
- Het is niet duidelijk waarom een nieuwe wet nodig is. Het ATR adviseert om eerst inzichtelijk te maken welke meerwaarde de nieuwe afwijzingsgronden hebben ten opzichte van de toetsing aan de al bestaande verplichtingen voor de werkgever.
- Het ATR adviseert een concrete doelstelling in het wetsvoorstel op te nemen voor de mate waarin de beoogde doelen moeten worden bereikt.
- Het ATR adviseert om nader te onderbouwen waarom wetgeving en niet een voorlichtingscampagne het geëigende instrument is om eventuele problemen op te lossen.
- Het ATR adviseert te kiezen voor een voorlichtingscampagne en andere beïnvloedingsinstrumenten dan wetgeving.
- Het ATR adviseert om de toelichting op het wetsvoorstel aan te vullen met een beschrijving en berekening van de eenmalige en structurele gevolgen voor de regeldruk voor werkgevers en werknemers.
Wat nu?
Aan de hand van de conclusie en het advies van het ATR is nu de Tweede Kamer aan zet. Mijn verwachting is dat de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel niet zal worden voortgezet en dat de adviezen van het ATR zullen worden opgevolgd. Mijn inschatting is dus dat de Wet werken waar je wilt er niet gaat komen. Uiteraard blijf ik u op de hoogte houden.
Contact over dit onderwerp

Esther van Gaal
Gerelateerd
FAQ-sheet Vakantie
Artikel
lees meerVakantie en ziekte
Artikel
lees meerVervallen en verjaren van (boven)wettelijke vakantie-uren
Artikel
lees meerHarmonisatie van bovenwettelijk verlof Cao Gemeenten en Cao SGO
Artikel
lees meerInwerkingtreding Wet transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden
Artikel
lees meerDe medisch specialist
Artikel
lees meer