Is een rector een topfunctionaris in de zin van de WNT?

Wie voor de sector onderwijs op zoek is naar een duiding van enkele kernbegrippen in de Wet Normering bezoldiging topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector (WNT) wordt goed bediend in de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 29 juni 2017.

De Raad heeft in deze uitspraak een duidelijk antwoord gegeven op de vraag of een openbare school voor voortgezet onderwijs, die in stand wordt gehouden door een gemeente, is aan te merken als een instelling in de zin van de WNT. Het betoog van de eisende partij, dat de school is te beschouwen als een (dienst)onderdeel en dat daarmee de rector van de school geen topfunctionaris is, is afgewezen. De Raad wijst daarbij niet alleen op de wettekst, maar wijst bovendien op de parlementaire geschiedenis van de WNT. In de Memorie van Toelichting is terug te vinden dat voor de hele sector onderwijs het zwaarste regime van het bezoldigingsmaximum geldt.

Ook het betoog dat de rector in de praktijk niet de dagelijkse leiding had over de hele school, omdat hij niet volledig beslissingsbevoegd zou zijn op enkele terreinen (huisvesting en financiën), maar ook verantwoording af moest leggen bij het college van B&W, mocht niet baten. In verband hiermee beoordeelde de Raad het Managementstatuut en kwam tot de conclusie dat daaruit volgde dat de rector de dagelijkse leiding had over de hele school. Dat andere functionarissen verantwoordelijk waren voor deeltaken en dat hij in de praktijk zijn functie anders invulde, maakt nog niet dat hij niet zou zijn aan te merken als topfunctionaris.

Het gevolg van deze constateringen is, dat de Raad de uitspraak heeft bevestigd waarbij het beroep van betrokkene tegen een terugvorderingsbeslissing ongegrond was verklaard. De terugvordering had betrekking op het onverschuldigd betaalde gedeelte van de ontslagvergoeding, nu die vergoeding hoger was dan het maximum dat de WNT toestaat (€ 75.000,00).