De “no risk polis”; een tegemoetkoming in de kosten van loondoorbetaling bij ziekte

Als een medewerker ziek wordt, heeft deze in beginsel gedurende 104 weken aanspraak op doorbetaling van zijn van de bezoldiging. In eerste instantie dient 100 procent van de bezoldiging te worden doorbetaald, maar met het verstrijken van de tijd wordt dit percentage lager, afhankelijk van hetgeen hierover in de van toepassing zijnde rechtspositieregeling is bepaald. In bepaalde gevallen kan de werkgever van het UWV een tegemoetkoming in deze kosten ontvangen. Deze voorziening wordt aangeduid als de “no risk polis”. De “no risk polis” is ingevoerd om werkgevers te stimuleren om medewerkers aan te stellen die een – ogenschijnlijk – verhoogd risico hebben om uit te vallen wegens ziekte, omdat aan hen in het verleden bijvoorbeeld een WIA-uitkering is toegekend. De “no risk polis” garandeert (de werkgever) dat de kosten die verbonden zijn aan de loondoorbetalingsverplichting beperkt blijven als de medewerker na zijn indiensttreding daadwerkelijk zou uitvallen.

De wettelijke grondslag voor de “ no risk polis” is te vinden in artikel 29b van de Ziektewet. In artikel 29b, eerste lid, van de Ziektewet is bepaald dat de werknemer die onmiddellijk voorafgaand aan zijn indiensttreding recht had op een WIA-uitkering, gedurende een periode van vijf jaar na zijn indiensttreding aanspraak kan maken op ziekengeld. In de van toepassing zijnde rechtspositieregeling is doorgaans bepaald dat het bedrag van de Ziektewetuitkering in mindering wordt gebracht op de aan de medewerker te betalen bezoldiging. Zie in dit verband bijvoorbeeld artikel 7:19, eerste lid, CAR/UWO en artikel 45, eerste lid, ARAR. Per saldo leidt de “no risk polis” derhalve tot een aanzienlijke kostenbesparing voor de werkgever.

Minder bekend is dat ook een beroep kan worden gedaan op de“no risk polis” ten aanzien van medewerkers aan wie tijdens het dienstverband een WIA-uitkering is toegekend en wier aanstellingen nadien in zekere mate zijn blijven bestaan. Indien deze medewerkers vervolgens opnieuw zouden uitvallen wegens ziekte, kunnen ook zij op grond van artikel 29b, vierde lid, van de Ziektewet aanspraak maken op ziekengeld. En op grond van de van toepassing zijnde rechtspositieregeling kan die uitkering ook in deze situatie in mindering worden gebracht op de betalingsverplichting van de werkgever. Ook in zo’n geval leidt de “ no risk polis” per saldo dus tot lagere lasten voor de werkgever. Deze mogelijkheid doet zich ook voor als aan de medewerker inmiddels ontslag is verleend wegens gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid. Als deze medewerker nadien – binnen het resterende deel van zijn aanstelling – zou uitvallen wegens ziekte, kan ook hij in beginsel aanspraak maken op een Ziektewetuitkering (zodat de betalingsverplichting van de werkgever per saldo beperkt blijft).

In artikel 29b, vijfde lid, van de Ziektewet is bepaald dat het ziekengeld 70 procent van het dagloon van de medewerker betreft. Let wel, het betreft 70 procent van het gemaximeerd dagloon (op dit moment € 194,85). Op grond van artikel 29b, lid zes, van de Ziektewet kan de uitkering op verzoek van de werkgever echter gedurende de eerste 52 weken worden verhoogd tot maximaal 100 procent van het maximum dagloon.

Voor de goede orde: om een beroep te kunnen doen op de “no risk polis” is niet vereist dat de medewerker uitvalt om dezelfde reden als de reden waarom aan hem een WIA-uitkering is toegekend. In zoverre is de oorzaak van de arbeidsongeschiktheid derhalve niet van belang. Volledigheidshalve zij er voorts op gewezen dat de genoemde termijn van vijf jaar in bepaalde gevallen met een periode van vijf jaar kan worden verlengd, namelijk in die gevallen dat de medewerker lijdt aan een ziekte die of een gebrek dat maakt dat hij binnen de genoemde periode van vijf jaar een aanzienlijk verhoogd risico heeft op ernstige gezondheidsklachten. Dit laatste is vastgelegd in artikel 29c Ziektewet.

Tot slot: indien een beroep wordt gedaan op de “ no risk polis”, dan kan de werkgever de Ziektewetuitkering aanvragen. Het UWV stelt hiervoor op zijn website een digitaal aanvraagformulier beschikbaar.

Jacobien Frederix